vrijdag 12 maart 2021,

Dag beste lezers,

Het waait … . De groene kruinen van de dennen wiegen heen en weer.

Binnen kijk ik vaak naar de dansende helleborussen.

Maar buiten kan ik pas echt genieten ! De tuin, daar is leven en dat voel ik van zodra ik de deur opentrek. De parkieten zitten druk te kwetteren. Ik kan ze horen tot hier ! Deze week heb ik wat aan het park rechts van het terras gewerkt. De Mahonia zat helemaal bedolven onder de kamperfoelie. Enkele gele bloemknoppen piepten er nog net bovenuit. Daar wou ik wel wat meer van zien. Dus ging ik aan de slag met de snoeischaar om de bloemen te bevrijden. Nu kijk ik bewonderend naar een grote, woeste struik met gele bloemen.

En wat ruikt ie lekker. Raar, maar dat is me nog nooit opgevallen dat een Mahonia zo lekker ruikt. Enkele hommels trotseren de wind en bezoeken dankbaar de bloemen. De verdroogde kamperfoelie ligt op de grond te wachten tot ik hem composteer.

De Akebia’s hebben ook al bloemknoppen gevormd … maar dat is voor later.

Kraak, kraak, kraak, schurende takken tegeneen en veel wind, heel veel wind.

Van ons krokustapijt schiet hier niets meer over. Ook de sneeuwklokjes hebben het gehad. Maar verderop staan de winterakonieten met gesloten gele bloemknoppen geduldig te wachten op wat zon.

Ik kan het niet laten en loop er heen, naar boven kijkend. Hopelijk valt er niet net nu een tak naar beneden ! Toch niet helemaal gerust wandel ik weg van de winterakonieten, weg van de bomen. De Magnoliabloemen beginnen te zwellen en sommige kleuren zelfs al.

Ze zullen binnenkort weer gaan bloeien. Maar let op, er komt nog nachtvorst aan en daar kunnen ze helemaal niet tegen.  Lieve Magnolia, wacht toch nog even … zodat we lang van je mooie bloemen kunnen genieten. De eerste forsythiabloemen komen open naast de frisgroene blaadjes van een spirea.

De lente lonkt, maar het weer voelt stormachtig aan. Er zit in ieder geval genoeg energie in de lucht en weinig stof.

Dan loop ik richting voortuin met mijn hand strelend over de struiken. Irissen en daglelies steken hun frisse groen al boven de grond.

In de bloempotten verschijnen de eerste neuzen van de hosta’s. We zullen binnenkort weer op slakkenjacht moeten gaan met de zaklamp. De rode Ribes heef al zin om te gaan bloeien

en de Fritilaria’s  staan in een groepje, zij aan zij … net een familiefeestje.

Een paar jongens razen op hun brommers door de straat, de benzinegeur komt me tegemoet. Gelukkig blaast de wind hem snel weg. De notelaars staan er nog erg kaal bij. Ze waken over onze tuin en die van de buren. Onze treurwilg staat er maar triestig bij met nog enkele groene takken en een heleboel dode, bruine takken. Het was donderdag toch even spannend toen de wind zijn dikke stam van links naar rechts deed zwaaien. “Oei, oei, oei, hij gaat toch niet vallen” dachten we. Maar nee, gelukkig, hij staat nog rechtop. De vraag is echter : voor hoelang nog ?

Ik loop langs de treurwilg, rond de krokussen tot bij de groepjes Helleborussen.

Het zijn bijna allemaal donkere dames, enkele

en dubbele.

Ze stonden deze zomer in de volle zon en … ze hebben dat overleefd. Fantastisch gewoon. Hier en daar hebben ze zich zelf uitgezaaid.

Wat meer naar voren opent de Camellia zijn eerste bloemen of probeert dat althans.

Zou je daar niet nog een beetje mee wachten alstublieft tot dat meneer nachtvorst voorgoed verdwenen is ? Dan hoor ik geklop. Het is manlief die aan het werk is in de achtertuin. Daar ga ik zo even kijken. Maar eerst ga ik nog wat genieten van de heerlijke geur van de struikkamperfoelie. “”Roekoe, roekoe, roekoe” roept een duif. “Daar liggen takjes voor een nest!” Een merel vliegt in paniek op. Een sirene klinkt in de verte, iemand heeft hulp nodig. De Skimmia vooraan is helemaal geel verkleurd. De viooltjes staan vrolijk in de ijzeren vazen te swingen.

De blauwe druifjes en de tête à têtjes bloeien uit. Het is tijd voor iets nieuws, hint, hint hint. Via de  andere kant van het huis wandel ik terug naar achteren. Een paar grote krokussen bloeien in het droge park. Geen idee hoe die daar gekomen zijn. Op andere plaatsen verdwijnen ze massaal, maar daar komen er weer boven. Ze zullen wel met de muizen op stap geweest zijn, zeker.

Overal verspreid in de tuin komen de eerste blaadjes van de vaste chrysanten boven. Ze zijn flink gegroeid vorige zomer, toch moet ik ze nu extra in de gaten houden. De slakken zijn namelijk dol op de groene, jonge blaadjes.

En dan … kom ik bij ons laatste project. We hebben het terras voor het tuinhuis afgebroken. Het was voor een groot deel rot. Nog net goed om je te verongelukken. En ondertussen trekken man- en zoonlief stroom naar het tuinhuis. Eindelijk … er komt licht in de duisternis. Voor het geval ik iets in het donker zoek daar. Anders hou ik wel van de duisternis, hoor. Het kan soms niet donker genoeg zijn. Helaas in ons kleine landje is die duisternis dikwijls moeilijk te vinden! Ondertussen is het hier wel nog een boeltje.

Zo zie ik maar weer wat we allemaal verzamelen. Maar nog even geduld, het komt wel goed. Ons tuinhuis kan ook wel een likje verf gebruiken, terwijl we hier toch bezig zijn. Stap voor stap zie ik het hier veranderen.

Nu ga ik eerst maar eens naar achteren. Dit jaar heb ik ook plannen voor … de moestuin. De grote opkuis is begonnen. Manlief heeft een verhoogde bak gemaakt met de goede latten van het terras.

Hierin wil ik wortels en ajuin kweken. Daarnaast komen de erwten die ik naast rekjes zal planten. Later zal ik er ook nog sla zaaien en courgetten planten. Langs de overkant wordt er een park klaargelegd voor de bonen, maar daar is het nu nog wat te vroeg voor. We hebben daar ook nog aardperen in de grond zitten. Daarnaast is er ook nog een park met aardbeien en een laurier. Ik vraag me af wanneer het het moment is om nieuwe aardbeiplantjes te kopen en te planten. Misschien kunnen jullie me dat wel vertellen. Feedback op de facebookpagina is altijd welkom ! Verderop is er ook nog een park voor pompoenen en zonnebloemen. Aardappelen wil ik dit jaar niet kweken, maar wel nog een deel kruiden. Tja een mens moet keuzes maken, hé. In de serre komen er later tomaten en paprika’s, maar nu groeien er radijzen, postelein en pluksla.

Woensdag hebben we de eerste geproefd. Wat zijn ze lekker pittig, vol met radijzensmaak uit volle grond. Lekker als aperitiefje.

In de rozentuin staan enkele paaslelies te bloeien.

En op de amandelbomen verschijnen de eerste zachtroze bloemen. Ze zijn best groot. Het maakt me gelukkig om ze zo te zien bloeien want vorige zomer hebben ze echt wel afgezien. Achter de rozentuin staat een struikkamperfoelie te geuren. In de doorgang naar het tweede weiland hebben we een drietal spirea’s voor de takkenwal geplant, gered van de composthoop.

Nu is het hoopvol afwachten of ze zich hier ook gaan thuis voelen. Hier hou ik het even bij voor vandaag,  ik schrijf later verder.

Zondag 14 maart 2021,

Hier ben ik weer, beste lezers

Na vele stormachtige dagen is het nu voorlopig weer wat rustiger. Vol goede moed loop ik naar buiten met de kodak. Het is de moment om foto’s te maken. De Helleborussen staan er tot mijn groot plezier nog steeds mooi rechtop. Wat zijn het toch dappere planten. Voor het tuinhuis is de berg tegels omvergeblazen door de wind.

Hij ligt nu verspreid in het perk er naast. Och arme, mijn plantjes. Manlief zal ze wel eens opruimen, zegt ie. Right. Ondertussen werkt hij verder aan de stroom voor het tuinhuis. Hij heeft een lantaarn voor het tuinhuis opgehangen

en binnen hangt nu een luster.

Het begint echt vorm te krijgen.

Deze week zijn we naar het containerpark gereden met ons groenafval om te ruilen voor een lading compost. De compost hebben we verdeeld over de verhoogde bak in de moestuin en het dahliapark.

Beiden liggen nu klaar. Gisteren hebben we wat betoniet in een deel van de moestuin verwerkt. Dat zijn kleideeltjes die mineralen bevatten en ook heel veel water kunnen vast houden. Hopelijk kan dat een oplossing bieden voor de droge zomers van de laatste jaren. Daarna hebben manlief en ik voorzichtig de rekken voor de erwten verzet.

Ze zijn al oud en versleten, maar kunnen best nog een jaartje mee. Nu nog zaaien en planten. Waar wachten we eigenlijk nog op ? “Nog even geduld tot na de nachtvorsten” zegt manlief.

Als ik de tuin in wandel huppelt een eekhoorn met een noot in zijn snoet me sierlijk voorbij. Wauw, dat heb ik ook maar weer gezien. Dat beestje blijft me toch steeds verbazen.

Ondertussen  wakkert de wind terug aan. Alles staat weer te wapperen,  te zwaaien of te wiegen. Een dode tak van de dennen ligt in het gras.

In de schaduwtuin bloeit een schoenlappersplant.

Donkere Helleborussen zwaaien heen en weer. Het tapijt van maagdenpalm kleurt blauwpaars.

In zoonlief zijn tuintje bloeien nog krokussen, sneeuwklokjes en Helleborussen.

In Lucy’s tuintje bloeit het viooltjesveld uitbundig.

Het is net een lappendeken. Mooi, al die kleurtjes dooréén.

De kippen kakelen in hun hok. Er moet er eentje een ei leggen.

De Cornus mas staat nog vol gele bloemetjes.

Mooi, toch ? Ik doe het hekje open en loop de moestuin in met de wind in mijn nek en op mijn rug. De zon komt even van achter een donkere wolk piepen. Oei, hier heb ik gisteren een spa en raak in aller haast laten staan. Die ruim ik straks wel even op. Via een ander hekje loop ik de moestuin uit, de serre in. Even van de warmte genieten en naar mijn werk van gisteren kijken. Ik heb hier gewied en nog een strook proberen nat krijgen met vele gieters en een raakje.

Het is me toch weer gelukt! Zo nu kan ik hier weer wat nieuws gaan zaaien. Ik krijg de smaak te pakken.

Helaas hebben we voor de vorst de regentonnen laten leeglopen in de tuin… . Wat voel ik me nu een idioot. Waarom heb ik er geen deel in de serre verwerkt. Maar goed het is nu niet anders. Volgend jaar zal ik het anders moeten aanpakken. Gelukkig heeft manlief nog wat regen en buien voor volgende week voorzien. De radijzen en de postelein doen het erg goed en er kiemen nog dagelijks meer zaadjes van de sla dankzij mijn goede zorgen. Mijn experiment pakt steeds beter uit, ik ben tevreden. Terwijl ik in de serre ben kleurt de hemel donker … . Een beetje later vallen onder luid gekletter kleine witte bolletjes op de serre. Het hagelt. Maartse buien, het kan nog steeds! Terwijl ik naar buiten kijk komt de zon weer terug. hé daar staan de eerste speenkruiden te bloeien. Telkens opnieuw zie ik weer iets nieuws! De dahliabak is aangevuld met nieuwe compost. Als de vorst voorgoed wegblijft mogen de knollen er opnieuw in. Nu staan ze in kuipen gevuld met turf in de garage. Daarnaast wil ik hier weer een bloemenmengsel uitzaaien. Vorig jaar hebben we er veel plezier van gehad tot laat op het jaar, zelfs tot begin van dit jaar. Pff, het wordt hier nu toch te warm met mijn winterjas aan. Ik ga weer naar  buiten. Rechts staan er kleine paaslelies te bloeien rond de appelbomen.

Vroegen stonden er een heleboel meer. Waar zijn die allemaal gebleven ? Misschien moet ik gewoon nog wat geduld hebben en komen ze alsnog boven. Ook in de rozentuin bloeien hier en daar wat grote paaslelies. Een aantal rozen lopen al uit of staan reeds in blad. De twee pampasgrassen staan bleek verkleurd, helemaal verdroogd door de strenge vorst van een tijdje geleden.

Was dat vorig jaar ook zo en zullen ze binnenkort gewoon weer frisgroen uitlopen ?

Al onze wilgen staan te bloeien zelfs die van de wilgenhut.

Ik zie een hommel vliegen op zoek naar eten. In ons tweede weiland komen de paarse krokussen open in de zon.

Hier en daar staan er nog wat bleke tussen. Ze staan te trillen op hun benen gesteund door de wind. Een beetje verderop hangen knikkende bloemknoppen aan de kievitsbloemen.

Wat kijk er naar uit om ze te zien bloeien. Helaas … enkele dagen later zijn ze verdwenen. Het is hopeloos, kievitsbloemen zijn te lekker voor de dieren die hier leven.

De wilgenhut is versierd met bloeiende katjes hoog en laag.

Onder de oude perelaar spreidt zich een rond geel tapijt uit van paaslelies.

Wat word ik hier blij van ! Vogels zingen in het bos. Hier en daar verschijnen de lupinen boven de grond. Samen maken ze groenbruine tapijten.

Onder de tulpenboom bloeien kleine paaslelies met een oranje hart. Klop, klop, klop, de buurman is bezig achteraan zijn weiland. Hij heeft er een haag van paplaurier aangeplant.

Deze zal een aangesloten groene haag vormen en makkelijk aanslaan. Ze zal het zicht op het bos beperken enerzijds en de inkijk van de vele wandelaars beperken. Zo heeft alles zijn voor- en nadelen.

De wilde rozen komen ook al in blad aan de bosrand. Ze staan daar goed beschut door het bos. Binnenkort zullen ze een muur van groen vormen en wit bloeien in het voorjaar. In de hoek staan de Helleborussen te bloeien naast het speenkruid en een paar heideplanten.

Ik weet niet of deze laatste het zullen redden, maar ik wou het toch eens proberen. Het zevenblad komt ook weer boven en zal al gauw weer gaan woekeren. Dat kan ik wel afknippen en als strooisellaag op de moestuin gebruiken. Enkel het blad wel te verstaan. Op mijn terugweg springt de sleedoorn in het oog. Hij opent zijn kleine, witte bloemetjes …

De bel aan de achterdeur weerklinkt. Het is tijd voor een drankje. Rustig wandel ik terug.

Warme groeten

De Tuinvrouw