Zondag 28 februari 2021,

Dag beste lezers,

Vandaag is mijn lucky day ! Mijn twee Meisjes Damhert, die ik heel de winter heb gemist, zijn terug.

Manlief heeft ze als eerste opgemerkt.

Ze staan rustig te grazen in de wei hiernaast.

“Hé, meisjes waar hebben jullie gezeten ? En wat ben ik blij om jullie weer te zien!” spreek ik hun toe. Ik zou ze zo graag in mijn armen sluiten en een knuffel geven, maar ’t blijven wilde beesten dus … . Twee wandelaars die langslopen hebben ze ook opgemerkt en blijven staan. Anderen lopen druk te babbelen of stappen snel door zonder veel van de omgeving te zien. Gelukkig maar, denk ik dan. Te veel aandacht is ook niet goed voor mijn vriendinnen. Ondertussen is het ene damhert de stal binnengegaan zodat ik haar niet meer kan zien. Het andere staat erachter, knabbelt wat aan het gras, maar blijft steeds alert. Na een poosje is ze ook aan mijn aanwezigheid gewend en gaat ze liggen met de oortjes recht omhoog en de ogen op de omgeving gericht. Ik laat ze maar met rust en loop verder om de rest van de tuin te gaan verkennen.

In de andere hoek aan de bosrand staan een heleboel Helleborussen te bloeien.

Onze buren hebben twee sparren geplant aan het einde van hun weiland.

Geweldig! We zullen ze ze nog moeten zeggen dat ze ze wat verder uiteen moeten planten. Of is dat nog de bedoeling ?

De lucht is helder blauw met hier en daar een wolkje. Manlief komt bij me staan en wijst me de bloeiende katjes van de ratelpopulieren hoog boven mijn hoofd aan.

Het zijn ideale bomen om snel een bos te laten uitgroeien. Ze verspreiden zich snel door ondergronds uitlopers te vormen. Maar erg oud worden ze niet. Net als berken zijn het pioniers. Andere bomen volgen later. Hier achteraan in ons weiland moeten we ze wel in toom houden. Het is niet de bedoeling dat het hier een bos wordt, hé !

Ik wandel verder … . Onder de oude perelaar staat een groep paaslelies te bloeien.

Twee staartmezen vliegen langs en landen in de ratelpopulier. De lucht wordt gevuld met het gezang van verschillende vogels. Een vliegtuigje vliegt brommend over. Dan hoor ik geritsel vanuit de grachtkant. Welk diertje zou daar zitten ? Zou het Mevrouw Woelmuis zijn of  een piepklein vogeltje ?

Een frisse wind streelt mijn gezicht. Kool- en pimpelmezen vliegen van boom naar boom, van struik naar struik. Dan ziet manlief een klein bruin vogeltje. Hij maakt er een foto van of … probeert dat althans. Het is een heel zenuwachtig beestje. We weten niet wat het is.

Het is hier lekker warm aan de bosrand. Zalig! Het verschil met gisteren kan niet groter zijn. Toen was het erg mistig ’s morgens en koud. En het bleef bijna de hele dag grijs. Het was pas laat in de namiddag dat de zon er door kwam.

Ik wandel verder richting huis. De witte stammen van de berken kom weer in zicht.  Zou de sapstroom alweer begonnen zijn ? Ik heb dit jaar sap besteld, maar droom ervan om ooit sap van onze berken te kunnen oogsten. Nu zijn ze echter nog niet dik genoeg, denk ik. Nog even geduld is de boodschap.

Links en rechts bloeien de katjes van de wilgen tot grote vreugde van bijen en hommels.

Ze vullen de lucht met hun gezoem terwijl ze druk aan het werk zijn.

Het geklap van wieken en een motor verstoort de rust. Een vervelend metalig geluid snijdt door het mooie vogelconcert. Een helikopter zal weldra landen een beetje verderop. Maak een beetje voort alsjeblieft.

Ik ga naast manlief op het bankje onder de linde zitten. Overal rond ons staan groepjes gele en paarse krokussen te bloeien.

Ze vormen kleurige tapijtjes in het groen gras. Achter het kippenhok staan nog meer wilgen

en elzen te bloeien.

Ook hier zitten een heleboel bijen en hommels. Hun tafeltje is gedekt.

Naast de elzen is de Cornus mas beladen met fijne gele bloemetjes.

Elk bloemetje is een kunstwerk op zichzelf als je het eens van dichtbij bekijkt. Mooi, mooi, mooi.

De struikkamperfoelie aan de rozentuin verspreidt een heerlijke zoete bloemengeur en een gezoem van hommels en bijen.

Gisteren ben ik begonnen met een park van de rozentuin te wieden.

Op dit moment komen de bloembollen boven. Ik heb nog een heleboel parken te doen. maar alles op zijn tijd.

Kleine mugjes of zijn het vliegjes dansen door de lucht. Ik geniet van de felle kleuren van de kornoeljes, de witte stam van de berk en de bloeiende katjes van de wilgen in de border.

Een beetje verderop maakt een Viburnum tinus zich klaar om te gaan bloeien.

Ik doe het hekje open en loop de moestuin in. Hier heb ik deze week nog wat gewied en hebben we compost aangebracht.

Ook hier is nog een heleboel werk aan de winkel. Maar ja, beetje bij beetje kom ik er wel. Later wil ik hier dingen gaan zaaien en erwtjes en ajuinen gaan planten. Maar eerst moet ik nog een plan maken en zaadjes gaan halen. Misschien doe ik dat volgende week, we zien nog wel. Dan loop ik via een ander hekje terug naar buiten en ga de serre in. Daar groeit mijn postelein,

de radijzen

en nog enkele slaplantjes. Het grootste deel van het zaad is niet uitgekomen, maar sommige zaadjes waren al vervallen. Tot nu toe ben ik  tevreden van mijn experiment! Wacht, ik ga even een gieter vullen en mijn plantjes water geven. Alles droogt nu al snel uit met de zon op de serre, regelmatig gieten is dus de opdracht. Zo nu ga ik weer naar buiten. En daar komt dochterlief aan …

Ze komt naar de Sebrights kijken. Dan brengt ze een kluit gras naar de andere kippen. “Feest” denken die en ze beginnen er gretig in te pikken.

Naast en achter de serre hebben we nieuwe vijgen geplant en er een beschermend draadje rond gezet tegen de konijnen.

Achter en tussen de bessenstruiken kregen drie nieuwe stekelbezen een plekje.

En de struikenborder aan de andere kant kreeg er twee appelbessen bij.

Dat zijn allemaal planten die het hier goed doen. En ik kijk er al naar uit om ervan te kunnen proeven. Onze plantjes hebben we gekocht in de kruisbessenproeftuin bij Marc Geens. Het is zijn laatste jaar, dus moeten we ervan profiteren.

Hé, daar komt manlief aan … met iets in zijn hand. Het is een knol van een Cyclaam, één van die speciale uit de potjes.

Hij is helemaal uitgegraven maar gelukkig niet beschadigd. “Mijnheer Eekhoorn, waar ben je toch mee bezig ? Ik ben je toch dankbaar dat je er niet in gebeten hebt! ”

Ik stel voor om de knol dan maar in de volle grond uit te planten. We zijn ondertussen toch zeker dat ze het hier goed doen. We zoeken samen een plekje en manlief steekt hem in de grond.

En dan is het tijd om te gaan eten. Een boterham met wat beleg en een lekker kopje thee is meer dan genoeg. De rest van de familie drinkt appelsap uit eigen tuin. Ondertussen wordt er gepraat over een nieuw statief voor de kodak, een rail met motor voor de kodak en een nieuwe verrekijker. Allemaal dingen om van te dromen, te sparen en uiteindelijk te kopen. Overleg is natuurlijk ook belangrijk! Bij nader inzien is een nieuw statief toch niet nodig … .

Na het eten trek ik met mijn schriftje en mijn kodak terug naar buiten. De Helleborussen aan de achterdeur staan mooi te bloeien.

Ik ga zitten aan de houten tuintafel en bewonder het kleurige krokussentapijt.

De gele krokussen zijn reeds uitgebloeid, dat zijn de vroege. Nu zijn het de paarse,

witte en gestreepte krokussen die staan te bloeien.

Bijen en hommels zijn druk in de weer. Vandaag zie ik enkel hommels met gele strepen. Eerder deze week zaten er verschillende soorten waaronder volledig zwarte hommels. Maar het warme weer bedriegt … de nachten zijn nog best koud. Vooral de hommels laten zich eraan vangen. ’s Avonds zien we ze helemaal verkleumd in het gras zitten. Ze hebben geen energie meer om een beschut plekje te gaan zoeken of wat te eten. We proberen ze nog te helpen met een lepel honing. Maar ze zijn daar niet mee gediend. Jammer, want ik zou ze zo graag helpen.

Ondertussen is manlief ook terug naar buiten gekomen. Hij ligt op zijn buik in het gras foto’s te maken. “Dat is geen gemakkelijke houding” klaagt ie. Tja, wat kan ik daar aan doen. Dan wijst ie naar een groepje krokussen waarvan alle bloemen zijn opgegeten. Enkel de groene blaadjes blijven over. Er is hier blijkbaar een diertje dat ’s nachts van de bloemetjes komt snoepen. Gelukkig eet het niet alles op. Een beetje verderop steken gele bloemetjes hun kopjes boven. Ze doen me denken aan boterbloemen, maar net iets mooier.

Het zijn onze winterakonieten. Ooit hebben we er maar liefst vijfhonderd van in de grond gestoken. Vandaag tel ik er vijfendertig, wat ook niet slecht is. Waar zijn de andere naartoe. het zijn moeilijke plantjes. Ze doen het niet zo goed. Toch zaaien ze zich ieder jaar opnieuw uit. Maar wat er dan later op het jaar met ze gebeurt is mij een raadsel.

De minicyclamen zijn nu bijna uitgebloeid, maar ze hebben toch hun best gedaan dit jaar.

De zon schijnt op mijn rug. Ik geniet van haar warmte. Vogels zingen in de bomen, de parkieten kwebbelen aan één stuk door, een duif duikt naar beneden. Struiken, bomen en bloemen wiegen in de wind. Het is alsof heel de tuin aan het dansen is. Een rustig moment wordt ons gegund. Zalig gewoon … ik geniet. Dan komt zoonlief met kodak en statief terug gewandeld. Hij heeft foto’s gemaakt van de meisjes. “Ze zijn weer in het bos verdwenen” , zegt hij. “Er zijn te veel wandelaars en te veel drukte.”  Jammer, maar ik hoop dat ze terug komen als het weer wat rustiger is. Naast de meisjes heeft zoonlief ook nog drie eekhoorns gezien in het bos. “Ze waren precies aan het spelen” zegt ie.

Dan vult de lucht zich weer met gebrom van vliegtuigjes. Het rustige moment is alweer voorbij. Dan weer zitten mijn mannen zij aan zij foto’s te maken van de krokussen.

Dochterlief is weer eens niet thuis. Ze gaat graag wandelen of fietsen met haar vriendin.

Dan loop ik even richting schaduwtuin.  In de parken rechts en links verschijnt het groen van de boshyacinten.

In de schaduwtuin bloeit een witte Corydalis en een paar donkere Helleborussen.

Het is hier frisser, een rilling loopt over mijn lijf.

Tik, tik, tik, de wind speelt met de bamboeversiering.

In Kjell zijn tuin bloeien heel veel sneeuwklokjes en een bleke Helleborus

naast lila paarse krokussen. Een beetje verderop staan donkerpaarse krokussen in groepjes te bloeien.

Ze zijn dan toch niet allemaal verdwenen hier. Er zijn best veel.

In Lucy’s tuintje zijn de sneeuwklokjes uitgebloeid. Ik heb er een hoekje opgevrolijkt met viooltjes.

Na twee dagen violen uitkloppen op De Pinte begon het toch echt wel te kriebelen. Ik kon de viooltjes bij Baele dan ook niet laten staan toen we achter kip- en vogeleten gingen.

Dan loop ik weer richting huis … . De grote donker, donkerpaarse krokus staat open.

Het is één van de laatste die bloeit.

En …  nog een enkele speciale gele staat in het droge park te bloeien.

Van de anderen geen spoor.

De gele toverhazelaar staat nog mooi te bloeien, hij was dit jaar laat.

De vroege krokussen liggen plat, helemaal verdroogd op de grond. Hier en daar bloeit er nog een late. De sneeuwklokjes wiegen in de wind.

De mezenbollen zijn precies kleiner geworden of helemaal opgegeten. Door de koude nachten komen de vogels hier hun eerste maaltje halen.

De ijzeren vazen aan de voordeur zijn opgevuld met violen. De vrolijke kleurtjes verwelkomen de mogelijke bezoekers … geen mens dus.

De struikkamperfoelie blijft maar bloeien en geuren. De gele ribes siert de andere kant van het park vooraan.

Het park naast de veranda oogt leeg.

Ik heb deze week de notelaar zo goed mogelijk uitgegraven en dan zo diep mogelijk afgezaagd. Ik kreeg de wortel er niet gans uit, de boom was al te groot. Jammer, anders hadden we hem wel een andere plaats gegeven achteraan in het weiland. Maar ja, het is nu niet anders, hé. Ik ga er ook mijn rug niet op breken. Misschien moet ik daar gewoon een noot in de grond steken en wachten tot die uitgroeit.

Dan draai ik me om en kijk naar de grote groep Helleborussen naast de vijver. Amai, daar staan een heleboel bloemen in.

En daar staan ook nog een heleboel grote, gele, paarse en gestreepte krokussen te bloeien.

Ze stralen gewoon in het zonlicht. Zoveel mooie, warme energie komt me tegemoet.

Aan de voet van het prieeltje staat krokus”Prins Claus” te bloeien.

De groepjes groeien jaar na jaar aan.

En dan vliegt er weer een vliegtuigje over. Het is nemen en geven, zo gaat dat in het leven. Zoveel mogelijk genieten op de momenten dat het kan. En vooral niet in het negatieve blijven hangen. Ik merk dat ik al beter de dingen kan lossen en tegen mijzelf kan zegen maak je niet druk. Natuurlijk is het ene moment het andere niet en raken sommige dingen mij harder dan andere. Maar het is de manier hoe ik ermee omga waar ik aan werk.

Deze week hebben we ook nog vastgesteld dat de huismus terug is. Wauw, die komt hier al jaren niet meer. Hoe leuk is dat ?

En als manlief en ik ’s avonds nog een rondje wandelen in de tuin zien we dat de sparren van de buren achteraan zijn verdwenen. Hoe raar is dat ? Waar zijn die  naar toe ? Maar dan ziet manlief dat ze ze dichter bij hun huis hebben aangeplant op de juiste afstand deze keer. Ik ben er in ieder geval blij mee en dat zullen de vleermuizen, eekhoorns, vuurhaantjes en kuifmezen vast ook zijn.

Tenslotte hebben we woensdag-, donderdag- en vrijdagavond padden overgezet. De eerst twee avonden waren het er veel, zo’n 200 tot 250. De dinsdagavond hadden Marc en Greta er ook al zoveel overgezet. Vrijdagavond was het te koud voor paddentrek. Enkele vrouwtjes keerden toen wel al terug met een lege buik. Hun taak is vervuld, de eitjes zijn afgeleverd. Missie geslaagd.  Ons overzetgebied is wel veranderd van de Kruisveldstraat/Keigatstraat naar de Keigatstraat/ Bauweraan. En we hebben één chauffeur kunnen overtuigen om een andere weg te nemen. Wij en de padden zijn die echt heel dankbaar. Dat is een heel mooie kado. Dikke merci daarvoor. De natuur zal je belonen.

De paddenpopulatie hier is helaas verdwenen door een wegomlegging en het kappen van een naaldbos. Blijkbaar zorgt een naaldbos toch nog voor meer diversiteit dan je op het eerste zicht zou denken. Maar het bos was op en ze hebben er ondertussen een nieuw bos aangeplant. Hopelijk zullen er padden zijn die opnieuw de weg naar hier zullen vinden en zo niet dan zullen we ons moeten richten op de anderen. Nu weet ik ook wel dat veel mensen niet dol zijn op padden, maar het zijn zo een nuttige dieren … . Ze eten veel slakken en zijn ook een bron van voedsel voor andere dieren.

Zo hier wil ik dan mee afsluiten in de hoop dat jullie nog volop genieten van het mooi lenteweer.

T犀利士
ot binnenkort

Warme groeten

De Tuinvrouw