vrijdag 22 mei 2020,

Dag beste lezers,

De laatste dagen van het tijdelijk coronawerken zitten er bijna op. Volgende week nog één week met twee andere collega’s werken, daarna weer met het volledige team aan de slag. En dat is nodig!

Vorige zondag besloten we gezellig met de kids een fietstochtje maken. Het zijn die kleine extraatjes die mij gelukkig maken. Al vonden de kids dat we best wel een beetje harder mochten fietsen.

De temperaturen stegen dag na dag tot dat het rond de middag zelfs te warm werd om nog iets in de tuin te doen. Dan maar na het eten op het gemak in een boekje lezen in de schaduw tussen al dat moois. En ’s avonds in de tuin werken. Donderdag was het alweer veel te warm en niet echt mijn dag … .

En vandaag valt er eindelijk veel te weinig regen. Het koelt wat af en de wind komt terug. Nu zit ik in de voortuin te kijken naar de rozen langs de oprit.

Ze zijn weer gelanceerd. Ook de lavendel kleurt al blauw.

De rododendron op de oprit heeft zijn beste tijd gehad,

maar de witte moet nog verder open komen.

In de vijver bloeit het gele lis en de moerasaardbei.

Overal verspreid in de tuin bloeien de vingerhoedskruiden paars, wit of iets er tussenin. De pioen verraadt zijn kleur, maar zijn bloemknoppen moeten nog open komen.

Blaadjes van de treurwilg dwarrelen naar beneden. De hosta’s staan best mooi, dankzij manlief die zeker éénmaal per week met gieters regenwater sleurt.

Links en rechts zie je planten die het lastig krijgen en het opgeven. Tja, we hebben vorig jaar ook planten verloren, je kan niet alles water geven, je moet ergens kiezen. De sterksten overleven het wel, we moeten onze tuin aanpassen aan het veranderende klimaat vrees ik. Er zit niets anders op. Ik laat je even kijken door het raam van de eetkamer( van binnen naar buiten).

Als ik de foto van de andere kant maak zie ik mezelf weerspiegeld in het raam.

In de achtertuin bloeien de geraniums en de fijne blauwe irissen. De eerste hebben het veel lastiger dan de tweede…  De roos in Nestor bloeit lustig door. Nestor ziet er helaas niet meer zo fris uit. Er staan nog nauwelijks bladeren aan en onder aan zijn stam groeit een zwam. Dat voorspelt niet veel goeds. We beginnen ons al de vraag te stellen wat we er daarna zullen planten. Ondertussen wachten we geduldig af hoe het verder loopt.

Een beetje verder bloeit een gele phlomis.

Hij wordt ieder jaar breder, duidelijk op en top op zijn plaats. Een struikje in de droge border bloeit roze,

een geranium wit.

Voor het eerst zie ik de monnikskap bloeien. Ik bekijk hem even van dichterbij en ja zijn bloem is precies zo een kap, vandaar … .

Let wel op, want deze plant is enorm giftig, je komt er zelf best niet met je huid tegen. Maar ik vind hem mooi.

In de ligusterhaag zitten kleine heggemussen te piepen. De ouders vliegen druk heen en weer om de jongen te voeden. Daar staat een speciale akelei te bloeien

en de eendagsbloemen bloeien.

Aan het tuinhuis staan nog wat akeleien te wachten in potjes van negen.

En eindelijk, de pioen bloeit in de schaduwtuin.

Misschien zag je hem reeds in het filmpje dat manlief deze week heeft gepost.

In het vierde hokje aan Lucinde haar tuintjes zitten nu ons grootste kuikens. We hebben ze verhuisd toen de koude nachten verdwenen van de weerkaarten. Ze werden te groot en verveelden zich in de plastieken bak. Er werd al eens gevochten. Nu zitten ze daar goed en zorgen voor wat extra leven in de tuin.

Lucinde haar tuintje ziet er trouwens erg mooi uit met al die bloeiende planten. In het ene park bloeit een  oranje nagelkruid, een vuurdoorn, een paars vingerhoedskruid en een roze prikneus.

Een tweede park is gevuld met de brandende liefde en bruine iris met daarnaast een kogeldistel die binnenkort zal bloeien.

Op de brede doorgang tussen de tuintjes van de kinderen bloeit een gevulde roos, Rosa “Alchemist”.

Boven het hek bloeit dan weer een andere roos, geel  met een roze schijn. Allemaal heerlijk geurend.

Voor de vogelkooi komt het witte vingerhoedskruid verder open. En als ik naar rechts kijk zie ik de indigostruik in volle bloei.

Deze plant staat hier echt op zijn plaats, hij wordt steeds breder en wordt druk bezocht door hommels en bijen.

Tussen de vogelkooi en de moestuin is nog een gangetje. Boven het hek groeien alweer verschillende rozen. En tegen de beukenhaag bloeit Rosa “Yolande d’Aragon”.

Nog meer van die heerlijke geuren vullen mijn neus.

De Sebrighthaan springt van zijn slaapstok als ie mij ziet. Hij moet zijn burcht verdedigen met al zijn prinsessen!

Deze week hebben we drie hennen uit de vogelkooi naar het kippenhok achteraan verhuisd. En het was uit noodzaak, de andere hennen werden gewoonweg kaal gepikt, letterlijk. En we hebben de dader op heterdaad betrapt. Ze trok de pluimen gewoon uit de kip naast haar en at die dan doodleuk op. Och arme, die andere kip! Het is gewoon rampzalig. Hopelijk wordt het nu beter. De hennen moeten gelukkig nog nieuwe pluimen krijgen, hoop ik. Maar bon, die hennen zitten nu achteraan en zullen nu meer afleiding hebben in ieder geval. Ze kunnen in de tuin wandelen, genoeg te doen, dus …

Voor ik verder naar achteren loop bekijk ik nog de vingerhoedskruiden netjes op een rijtje voor de haag van de moestuin. Ook in de moestuin staan er een heleboel te bloeien, meer dan dat er groenten in staan.

Het zou eigenlijk omgekeerd moeten zijn. Er beginnen al wat aardbeien rood te kleuren. We zullen snel moeten zijn als we er eentje van willen eten voordat de vogels of kippen ermee weg zijn!

In de serre groeien de eerste tomaten aan de planten. Ze zijn nog groen, maar worden met de dag groter.

Voorbij de moestuin staan de rododendrons nog te bloeien.

En hier in de gang kijk je uit naar de rozentuin.

De gele en oranje roos bloeien, gesteund aan ijzeren pilaren.

Een donkerpaarse roos met wit hart bloeit gelijk een klein boompje.

De Rosa glauca”Yellow” bloeit geel en heeft een donker blad.

Daarachter staat de geurende, roze roos “Zepherine Drouhin”. Er is helaas al een tak omvergewaaid. We hadden hem toch beter opgebonden. Daarnaast bloeit een enkele donkerrode roos “Scharlakenglut”.

Verder is er ook nog een gele klimroos, twee rode klimrozen,

de “Plaisanterie” roos en hoog een lila roos, namelijk “Azubis”.

Het is een heel rozenspektakel. Na al die jaren krijgt onze rozentuin eindelijk een beetje het effect dat we voor ogen hadden. Dan kijk ik naar de weigeliaborder met daarnaast alweer een klimroos Rosa “Alberic Barbier”.

Het wordt al stilletjes aan donker en het blijft maar waaien. Ik ga nu liever naar binnen en schrijf morgen verder… .

zaterdag 23 mei 2020,

Dag beste lezers,

Hier ben ik opnieuw. Het heeft heel de nacht gewaaid en nog stopt het niet. Dochterlief heeft de was buiten opgehangen. “Hij zal snel droog zijn.” zegt ze. Hoe kan het ook anders, zolang hij maar niet gaat gaan vliegen! Ik ga nog even de tuin in. De wind waait nog harder dan gisteren. Dat was niet zo voorzien. Af en toe neemt hij een korte pauze aan de grond om daarna er weer volle bak tegenaan te gaan. Al die energie in de lucht, niet normaal. Het vult je oren, streelt je armen en benen, brengt je haar in de war. En het gekke is, dat het helemaal niet koud is. De frisgroene blaadjes dwarrelen nu naar beneden, het gras ligt alweer vol. Aan de achterdeur bloeit een roze roos.

Ik ga op zoek naar plaatsen waar we nog extra rozen kunnen zetten. Even langs de serre en de frambozen wandelen en dan naar links. Rechts bloeien de rozenbottels, gewone Rosa rugosa

met daarnaast een aaneengesloten stuk met wilg, een bloeiende kornoelje, een berberis, een kweeappel en dan … een plaats voor een nieuwe roos. Ik wandel verder onder de “Melrose” door maar ga niet op het bankje zitten. Zo kunnen mama en papa koolmees rustig voor hun kroost zorgen.

De wind blaast mijn haren dooreen, bomen en struiken bewegen heen en weer. Hier is ook nog een ruime plaats voor een paar struiken of stevige rozelaars. Het speciale wilgje heeft het helaas niet gehaald. Dan kom ik aan de nieuwe rozenpergola. Hier kunnen nog een heleboel planten bijgezet worden. Ik loop even de rozentuin in. Er hangt een dode tak in de gele klimroos aan de pilaar. Manlief zal die er eens moeten uithalen, ik kan er niet aan! De kippen komen nieuwsgierig aan mijn voeten staan. “Sorry, jongens ik heb niks mee deze keer.” Ze verspreiden zich weer over de tuin. Ondertussen trekt de hemel open, wolken verdwijnen, de zon komt er door, maar het blijft waaien.

Een beetje verderop bloeit een speciale rozenbottel.

Nu ga ik eerst eens in het kippenhok kijken. Deze week is een derde hen broeds geworden en ze wou persé bij één van die andere broedende hennen op het nest gaan zitten! “Dat gaat hier geen waar zijn. Jij gaat de bijna uitgebroede kuikens niet komen kapot maken! Dat hebben we al genoeg ondervonden” Dus proberen we er een nieuw nest naast te zetten. Natuurlijk moeten de eenden en andere hennen dat eerst eens komen bekijken. Maar als je nu denkt dat die hen daar gaat op zitten, vergeet het. We proberen het nest dan eens aan de andere kant te zetten. Zonder resultaat, Madame gaat weer bij de andere zitten. Dan is ons geduld op. We steken ze in het derde nest met een plank er gedeeltelijk boven. Ze is niet akkoord, maar kan er niet uit. Straks als de kippen gaan slapen en het hok dicht is zullen we de plank weg nemen. En dan maar hopen dat ze op dat nest blijft zitten. Tot nu toe lukt het.

Gelukkig, want de kuikens zijn voor heel binnenkort, waarschijnlijk maandag.

Zo, nu ga ik even op mijn bankje zitten. Met mijn haar in de wind kijk ik naar de enorme wilde roos op het kippenhok.

Ze bedekt een heel deel ervan! En daar middenin groeit een rood roosje.

Het was de bedoeling om deze roos vrij te maken, maar we vonden hem niet meer. Eigenlijk is het nu de moment, dan zijn we zeker dat we niet de verkeerde doorknippen, maar ja. Hij bloeit nu net zo mooi. Kiezen is toch altijd een beetje verliezen, hé. We zullen toch iets moeten ondernemen.

Een gevlekte hen pikt graszaadjes in het weiland tussen de boterbloemen. Een haan en een drietal hennen verschijnen er plots achteraan. Black en White komt er ook bij en wandelt verder met twee hennen. Boven mij zijn plots alle wolken verdwenen, een blauwe lucht vol energie omringt mij. Een lichtroos vingerhoedskruid bloeit naast wat boterbloemen. De schommels bewegen heen en weer. Black and White kraait, een andere haan antwoordt. De wilgenhut is leeg en verlaten.

Hoog in de lucht vliegen kauwen. Hier beneden hoor ik gepiep van jonge vogeltjes. De pimpelmezen zijn deze week uitgevlogen.

Onze bruine eend heeft ons deze week ook wat speurwerk bezorgd. Ze is broeds geworden en zat plots op een avond niet in het hok.

Waar is die naar toe. De volgende ochtend liep ze gewoon vrolijk buiten. Typisch eend, die beginnen met een paar nachten te broeden tot ze uiteindelijk definitief op hun nest blijven zitten. In de gaten houden, dus. De volgende avond zat ze weer in het hok onder lichte dwang van ons. Ze had echter pech, haar nest werd geroofd door de egels. Toch zijn we haar blijven volgen tot we haar nest vonden. Het zat verstopt onder de struiken aan de takkenwal bedekt met bladeren en takken, maar … het was leeg, helemaal leeg.

Nog even verder lopen door het weiland. De gele lelies staan nog steeds te bloeien.

Aan de andere kant staat een paars vingerhoedskruid voor de lupine te bloeien.

Het is eens wat anders. Tussen de zuring bloeit nu ook de ratelaar.

De lupinen beginnen uit te bloeien en dragen al een heleboel onrijp zaad. Het is tijd om met de snoeischaar rond te gaan en ze af te knippen. We willen dat zaad niet allemaal op de grond hebben. Zo hebben we ze onder controle.

Een klein vliegtuigje vliegt over. Wat een idee om nu te gaan vliegen met al die wind. Mij krijg je daar “nu” zeker niet in!

De laatste gele brem staat nog mooi, daarna zal het bremseizoen weer afgelopen zijn.

Ook deze uitgebloeide planten staan in zaad en ze komen hier en daar uit in het weiland.

Het zijn er niet zoveel als de lupinen, dus laten we ze doen. Degene die verkeerd uitkomen trekken we gewoon uit. En na een paar jaar gaat zo een wilde brem ook gewoon dood, dus … .

Nu ga ik weer richting huis. De bloemen van de vlier waaien heen en weer in de wind. Hier en daar staat een wikke te bloeien. Nog even langs de achterkant van het kippenhok. Een groepje jonge pimpelmezen zit in de perelaar te piepen. Het zijn vast de jongen uit de rozentuin. “Welkom in onze tuin, geniet ervan!”  : wens ik ze toe.

Via het gangetje achter het kippenhok tussen Rosa rubignosa

en  onze gigantische witte, wilde roos kom ik aan  een mooie klimroos op het kippenhok namelijk Rosa “Perennial Blush MEH Barbie.

Hij staat vol lichtrose roosjes.

Twee eenden drinken uit de groene bak en komen me tegemoet als ze me zien. Dan eten ze wat gras en een los blaadje brandnetel, mmm lekker. Ik loop verder rond het kippenhok en kijk nog even naar de gevulde bottelroos.

Deze is best wel groot geworden, te breed om goed te zijn. Je kan hier nog nauwelijks door. Als ze uitgebloeid is zetten we er de snoeischaar eens in. Nog even door de rozentuin wandelen op de voet gevolgd door de kippen.

Zo hekken even sluiten achter mij, want de kippen moeten daar blijven en terug naar binnen.

Jullie kunnen ook nog een kijkje in de tuin nemen in dit filmpje van manlief.

Graag tot de volgende keer

Vele groeten

De Tuinvrouw