Goede morgen beste lezers,

Het is alweer een nieuwe dag. Een nieuwe kans om er iets moois van te maken. Elke dag opnieuw …

Het is weekend, dus eerst even een was insteken, een nescafé en een papje maken. Het zonnetje schijnt en het is niet koud, dus beslis ik om buiten te eten. Ik zet me op de planken vloer die reeds voorverwarmd is door de zon. Een heerlijke zoete geur omringt mij. Hij komt van de bloeiende cotoneasters.

Honderden witte bloemetjes naast elkaar. Ze worden bezocht door bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders. Ik tel wel één, twee, drie, ja vier atalanta’s. Het is hier een gezoem van jewelste. Ook de ossentong wordt druk bezocht, allemaal nectarplanten. Verder staan hier nog steeds de gele wolfsmelk te bloeien en de rode roos in de kerselaar.

Aan de kerselaar groeien kersen. Wacht tot ze beginnen kleuren, dan zijn de vogels ermee weg. Het ene vliegtuigje na het andere verschijnt in de lucht. Het is weer gedaan met de rust. Ondertussen heeft de lucht zich gevuld met wolken, de zon piept er nog net tussendoor. De oranje roos onder de dennen bloeit alsof het midden juni is.

Overal in het gras liggen verdroogde bladeren verspreid.

De wind heeft vorig weekend en de eerste dagen van de week hevig uitgehaald. De takken hebben we al opgeruimd.

De tuin heeft al afgezien onder wind, droogte en koude nachten. Maar hij geeft niet op … nooit. Alles gaat gewoon verder.

Deze week heb ik de schoenlappersplanten wat vrijgemaakt.

Nu even naar de voortuin langs de rododendron, de roze weigelia, de witte deutzia …

De blauwe regen is nog maar een heel flauw aftreksel van wat hij geweest is.

De grond ligt vol met afgevallen bloemblaadjes. En daar in dat vogelhuisje … zit een nest van hommels.

Ze vliegen in en uit of cirkelen er omheen, wachtend op hun beurt. Op de donkerpaarse rododendron zitten hele dikke hommels.

Roze akeleien bloeien, de wilde lichtpaarse rododendron bloeit, een enkele iris ook. In de voortuin is een varen mooi hoog uitgelopen, wat een exemplaar. Daarnaast komt de witte rododendron op het gemak open.

Als ik omhoog kijk, zie ik de bloeiende brem, de roze meidoorn en de donkere beuk.

De bonte vliegenvanger vliegt over, gaat even in het groene vogelhuisje aan de garage kijken en vliegt dan de notelaar in. Daar zit hij nu te zingen. In de border naast het huis bloeit een eerste pioen of kerkroos zoals mijn schoonma ze noemt. Ik moest er even naar zoeken (ben klein). Hij zit goed verstopt tussen irisiblad en asters.

Even wat vrijmaken. De rozen aan de oprit beginnen te kleuren. De vuurdoorn bloeit heel uitbundig. En goed ruiken! De rododendronstruiken aan de oprit staan volledig open.

Wat een bloemenzee. De hommels zijn er ook blij mee! Een duif zit in de notelaar. Gelukkig staat mijn auto er niet meer onder. Ze hebben me al goed liggen gehad! En dan vliegt ze weg en landt ze wat verderop. Zoonlief wenst me goedemorgen langs zijn dakvenster. Dochterlief komt goede morgen aan de voordeur groeten.  Ze hebben uitgeslapen.

Weer naar achteren. Een bosduif pikt insecten uit het gras, een merelvrouwtje huppelt een beetje verder. De phlomis gaat binnenkort bloeien.

Donkere akeleien bloeien in de schaduwtuin.

Varens zijn nog steeds niet volledig uitgerold. Een witte viburnum bloeit,

de speciale notelaar, de pimpernoot, Staphylea pinnata wordt groter en groter en overdekt de witte forsythia.

In Kjell zijn tuin is nog steeds de witte clematis de blikvanger.

Zijn vijvertje staat best laag en zijn planten erin staan scheef. Een heleboel insecten landen op het kroos om hier te komen drinken. Het is een heuse insectenbar.

Een oranje nagelkruid bloeit, net als de smeerwortels. De roze

en blauw-witte regen zijn nog steeds mooi.

De oude gele rozen zijn verbleekt in de zon, maar er zijn alweer nieuwe. Naast de brandende liefde bloeit een bruine iris.

De cochin zit nog steeds te broeden beschermd door Ferdinand. De witte leghorn heeft een paar dagen geprobeerd, maar is dan weer gestopt.

Een oranje-gele roos aan het hek naar achter bloeit. Een wit vingerhoedskruid begint.

Gisteren zijn we weer een zoektocht begonnen naar eieren. Deze morgen heeft manlief er gevonden vlakbij de sebrights. Eentje hebben we er laten liggen. Snel ligt er alweer een tweede bij. Het dahliapark heeft vorstschade, net als mijn aardappelen.

De moestuin vergaat van de droogte, kou en wind. Het zal weer geen groeizaam jaar worden.

Maandag waren er heuse zandstormen over de weilanden. Manlief heeft er een filmpje over gemaakt.

In de serre groeien de pompoenen verder in hun potjes.

Binnenkort mogen ze naar buiten. Aan de komkommerplant worden de eerste komkommers gevormd.

En de tomaten groeien en bloeien.

De rododendrons in de zijborder bloeien.

Buiten die ene, de knoppen worden alle jaren opgegeten door een insect.

Daarboven bloeit de Gelderse roos. Op de grasberg bloeit de kamille.

Zalig. De bleke physocarpus bloeit en heeft ook vorstschade.

Kippen zitten in de rozentuin de bladluizen van de rozen te eten. Goed bezig, doe zo verder! En wat vindende hennen leuker dan een zandbad nemen met de hanen die de wacht houden?

De oranje wilde roos bloeit nog.

Nog even van genieten. Het zijn bijna de laatste bloemen. De pimpelmeesouders vliegen steeds sneller heen en weer met rupsen.

De jongen piepen in het nest. Ze worden groot, het zal niet lang meer duren voor ze uitvliegen.

Een heerlijke geurende roze roos bloeit uitbundig. het is Rosa ‘Zéphirine Drouhin’, een aanrader voor je tuin!

Een gele begint open te komen.

De “plaisanterieroos” bloeit.

De kippen hebben helaas weer de stekelbezen gevonden.

Ze zijn nog groen, maar dat vinden zij niet erg. Lekkere groensnoepjes! Ik jaag ze maar weer eens weg. “Ga maar wat anders eten!”

Een klein appelboompje blijft hier maar bloeien.

Mijn hart verlangt naar regen … maar ze komt niet.

Nu kijk ik over de weigeliaborder, donkerroze en witte bloemen, groen of geel blad.

In het vogelhuisje onder de melrose (appel) zitten ook kleine vogeltjes te piepen.

De ouders hebben we nog niet gezien. Even kijken van op afstand in het gras. Er zit een koppel koolmezen in de bomen. Ze wachten tot de kust veilig is en dan … vliegt er eentje in. Ondertussen is de vink boven in de boom geland en zingt zijn liedje. De roos in de boom bloeit ook al. Het is de Alberic Barbier.

Een beetje verder is een hen alleen op stap …  of toch niet.

Een tweede hen en haan volgen haar op een kleine afstand.

Ik ga verder naar achter. In de eonymus hangen lege nesten

en nog enkele nesten met rupsen van de kardinaalsstippelmot.

Ze worden geroofd door de mezen. Manlief gaat nog wat verder bouwen aan onze pergola terwijl ik verder de tuin in wandel. Hoog aan de blauwe lucht hangen enkele wolken in de vorm van een zeppelin.

Mijn bankje staat zen onder de linde, helemaal alleen. Het nodigt me uit, dus ga ik er even op zitten. In de zon en in de wind kijk ik naar de sering en de bleke olm.

Als ik wat dichterbij kom, zie ik dat de derde sering zich klaarmaakt om te bloeien.

Daarnaast staat de geurende boerenjasmijn te bloeien. Aan de zijkant bloeit nog steeds een mooie brem met daarvoor een den die steeds groter wordt.

Dan hoor ik de tjif-tjaf in het bos en de vink. Het gras in de bloemenweide kleurt bruin/paars.

Manlief heeft de paadjes opnieuw gereden. Het lupineveld bloeit. Lupine kleurt de tulpenboom blauw.

Hier ook bezoek van een heleboel hommels.

De zon verwarmt mijn rug, ik hoor gezoem. Een vogeltje zingt een prachtig lied. De gele brem bloeit hier nog. Bij een helleborus zit een kleine hosta,maar hij ligt plat. Manlief moet hem dringend uitgraven en in een potje platen. Welke zou het zijn? Het vogelhuisje onder de oude perelaar is leeg, hier geen piepende vogeltjes. Spijtig…

Nu de pinksterbloemen uitgebloeid zijn nemen de gele lelies het over.

Verschillende hanen lopen met 1 of 3 hennen rond. De witte eend is weer helemaal beter. Twee hennen broeden in het hok.

Een derde wou boven de sluis onder de roos broeden, maar dat vonden we geen goed idee! “Sorry kip, kom eraf.”

De gefrustreerde haan gaat  weer op een eend zitten. Verdorie, net te laat voor een foto.

Hij is er net af, de eend schudt zich uit.

De kippen houden het gras netjes kort rond het hok. En dan gaan ze samen in de compost scharrelen.

Wat hebben ze toch een mooi leven.

Als manlief de tuin in wandelt volgen ze hem gedwee.

Nu ga ik weer naar binnen. Ik kom nog langs een vogelhuisje onder de regen van Kjell.

Hier heeft de koolmees gebroed. De jongen zijn deze week uitgevlogen.

In het vogelhuisje aan het tuinhuis zit een pimpelmeesfamilie, denken we.

Het vogelhuisje in “Nestor” blijft voorlopig leeg…

Binnen krijgen de kuikens eten van dochterlief.

Natuurlijk zijn er weer drie die moeten ontsnappen!

En dan kijken ze beduusd als er weer eten in de bak zit.

We zetten ze er dan maar weer in.

Tenslotte nog een foto van Leeuw, de hamster van Lucinde. Wat is het toch een pluizig bolletje!

Vele warme groeten

De Tuinvrouw