Woensdag 29 maart 2023,

Dag beste lezers,

Woensdagnamiddag twintig voor drie, ik wandel naar buiten.  Tussen de Helleborussen staan verschillende paarse Hyacinten te bloeien.

Ze zorgen voor extra volume en geuren heerlijk zoet. Bijtjes bezoeken ze vrolijk zoemend.

Een beetje verderop gaan de takken van de Magnolia op en neer.

犀利士
ne size-full wp-image-6947″ src=”https://keigathof.be/wp-content/uploads/2023/04/MAGNOLIA.jpg” alt=”” width=”1024″ height=”683″ />

Meneer Winter heeft hem verrast in de nacht van maandag op dinsdag of zijn het streken van Mevrouw Lente ? Zijn bloemen vertonen bruine randen. Jammer, zo jammer, maandag was ie nog zo mooi !

Lucy miauwt, ze weet niet goed wat ze wil. Is het nu binnen of buiten ? “Blijf maar buiten, je komt net van binnen.” spreek ik haar toe. Ze gaat dan maar op de houten tuintafel zitten en begint zich uitgebreid te wassen.

Ik luister naar de vogels. “Het is lente.” zingen ze. En dan vliegt er waarlijk een citroentje voorbij.

Achter mij begint de Akebia zijn eerste bloemen te openen.

Lucy rolt zich op haar andere zij en doet verder met haar toillet.

Ik geniet van de rust. Zoveel kleuren om me heen en de vogels die zo mooi zingen. Dan ga ik verder richting voortuin, voetje voor voetje, stap voor stap. Hosta’s steken aarzelend hun neuzen boven. Sommige staan reeds in blad.

Maar oei, de slakken hebben ze precies ook al gevonden. Dat zal manlief niet fijn vinden, zucht.

De Ribes bloeit aan de zijkant en verspreidt zijn typische geur

net als de oranje keizerskroon een beetje verderop.

En daar komt Lucy weer om de hoek kijken.

Ik plof neer op het ijzeren bankje, Lucy op de hoek van het terras met gespitste oortjes.

De Forsythia steelt de show, de Camellia ernaast draagt veel bruine bloemen.

In de vijver liggen grote pakken kikkerdril.

“Verdorie, nu kunnen we de vijver weer niet heraanleggen.” hoor ik manlief vorig weekend nog zeggen.

Als je goed luistert kan je de kikkers nog horen kwaken. Ik wandel terug naar achteren. In het droge park zit de ganesha in een lege omgeving.

Hij wacht geduldig tot alles weer tot leven komt. Dan wordt mijn weg versperd door de … ik kan even niet meer op zijn naam komen … die prachtig staat te bloeien.

“Zie je wel dat het me lukt” lacht de plant me toe. Het heeft jaren geduurd voor ie ging bloeien.

In het park voor het tuinhuis staat de Osmanthus te bloeien dat het een lieve lust is.

En ook hij geurt heerlijk zoet. Onze tuin wordt helemaal gevuld met bloemengeuren.

Een beetje verderop staat de rode Camellia er nog prachtig bij.

Hij kreeg wat bescherming van de hoge bomen rondom. De roze Camellia draagt één enkele bruine bloem maar nog een heleboel mooie knoppen.

De laurierkers ligt er neergeslagen bij.

Het is maart, dus … bloeien de maartse viooltjes blij.

Zoonlief zal eens naar zijn huisje moeten kijken. Het staat open.

Een dikke vliertak heeft zich over het dak genesteld.

Het is net alsof ie het huisje omarmd. Zo knus … .

Dan wandel ik naar de composthoop. Even kijken, maar nee, Mevrouw Damhert valt niet te bespeuren. In plaats daarvan vliegen drie kraaien op uit het weiland. Een tapijt van elfenbloemen spreidt zich uit onder de zwarte moerbei.

De Spirea staat weer vol witte pomponnetjes.

Lucy is dol op kasten, maar een oud kippenhok vindt ze ook heel gezellig.

Maandagavond hadden we de Hosta’s afgedekt met plastiek tegen de vorst. De volgende dag was manlief helemaal in paniek. “Het is een hele ravage!” liet hij me weten aan de telefoon. “Zo is het helemaal niet leuk meer om Hosta’s te verzamelen.” Wel manlief, volgens mij valt de schade toch nog wel mee. De Hosta’s zien er volgens mij goed uit. Maar wie ben ik, hé ?

De parkieten zitten weer luid te kwetteren in hun volière. De Sebrights kijken me nieuwsgierig aan.

Hun enige kuiken steekt hoog boven ze uit. Het zal al gauw naar de andere kippen moeten verhuizen. Ik volg Lucy verder de tuin in. Ze gaat op de ligzetel zitten. Dan weer zet ze een sprintje in en springt ze in een boom. Nu zit ze weer aandachtig om zich heen te kijken.

Rechts staat de zalmroze Chaenomelis te bloeien.

Het gras ziet er frisgroen uit met hier en daar nog steeds gele bloementapijten.

Boven een beukenhaag steekt een boom vol roze bloemen uit.

Het is de amandel. Wat staat ie er dit jaar weer mooi bij.

Hennen en hanen leven zich uit in de tuin. En dan … zie ik een enorm gat in de grond. Ai, ai, ai, zitten er hier weer beesten. “Lucy, er is werk aan de winkel voor jou ! Begin er maar aan. “.

“Blup” doet mijn gsm. Even kijken. De plicht roept. Ik mag Lucinde en Maelle gaan halen aan de Yeti.

Maar dan zie ik dat Lucy aan de andere kant van de draad wegsprinten. Zit ze achter een muis aan en hoe is ze daar gekomen ?

Daar gaat de gedachte  dat ze enkel in onze tuin blijft helemaal de mist in. Tja, het is een kat, hé.

Ik roep ze. Ze kijkt me aan en loopt dan verder de andere kant uit. “Denk je dat ik met jou mee ga ? Hmm, toch maar niet. ” denkt ze. Dan eet ze maar wat gras en gaat verder. “Zoals je wilt, Lucy. We zien elkaar straks wel weer.” vertel ik haar. En dan wandel ik terug …

Ik kijk nog eens goed naar de bloesems van de amandel. Ze zijn zo mooi.

Zo eindigt deze wandeling dan in het midden van het weiland.

Warme groeten

De Tuinvrouw