Vrijdag 17 maart 2023,
Dag beste lezers,
De ochtend gloort. De tuin wenkt me … .
Nog even geduld. Eerst ontbijten, een boodschappenlijstje maken, het huis opruimen, een was insteken en me klaar maken. Oef, ’t is gelukt. Nu kan ik even naar buiten met mijn schriftje en camera. Ik open de achterdeur en word onmiddellijk omringd door druk gekwetter van de parkieten en enkele vogels die er nog bovenuit proberen te praten. “Goedemorgen, Tuinvrouw” roepen ze me toe.
De lucht is bewolkt in vele grijstinten. Af en toe probeert “Lowieseke” de zon via een piepkleine opening binnen te gluren. Vogels roepen “De mezenbollen zijn op, bekijk je dit even ?”. “Dat doe ik straks wel, er zijn nu andere dingen die jullie kunnen eten.”
De pioen onder The Cherrytree komt voorzichtig uit de grond gekropen.
De Magnolia komt verder open.
De bloemen hebben duidelijk al geleden onder de vorst. De buitenste bloemblaadjes hebben een bruine rand. Dat is jammer, maar helaas, weinig aan te doen en oh zo typisch.
Boven mij klinkt het geluid van een helikopter. Ik kijk omhoog en zie zijn wieken snel in het rond draaien.
Hij vliegt richting Lievegem. Zouden zijn passagiers en bestuurder onze tuin opmerken ?
Ik draai me om en kijk naar een bloeiende Forsythia met daarnaast een struik vol frisgroene blaadjes.
Het geluid van de helicopter sterft weg. Nu zijn het weer de vogels die de hoofdtoon zingen en dan weer de auto’s in de verte.
Vorige week zaterdag zijn we op uitstap geweest met de vvpv pajottenland. We maakten een wandeling door Het Leen met een gids die uitleg gaf over de Camellia’s. Er staat daar een hele grote verzameling. Als jullie even tijd en interesse hebben kunnen jullie ook eens naar dat arboretum gaan. In de namiddag gingen we richting Lochristi (mijn vroegere thuis) naar een Camelliakweker. We werden er ondergedompeld in de geschiedenis van de sierteelt. Ik werd als het ware terug gekatalpulteerd naar mijn kindertijd en jeugd. En … natuurlijk konden we niet met lege handen naar huis komen.
We zijn dan ook aan een nieuw project in de tuin begonnen. De laurierkers tussen de schaduwtuin en de achtertuin moet eruit.
De haag afzagen is een ding, maar de wortels eruit krijgen dat is nog wat anders.
Dat zal best wel wat tijd vragen !
Een paar Camellia’s kregen al een plekje toegewezen.
Onze rode Camellia in de schaduwtuin bloeit prachtig.
Hij opent zijn bloemen gespreid in de tijd zodat we er lang geniet van kunnen hebben.
“Oh nee, nee”, er is een tak van de andere Camellia gekraakt. Hoe jammer is dat nu weer. Niets aan te doen, die zal ik later netjes afknippen.
Ondertussen begint het te druppelen en plots valt er een heuse bui. Ik ga even schuilen op het bankje voor het tuinhuis. Van hieruit heb ik zicht op de schaduwtuin.
De dennen aanvaarden dankbaar het water dat naar beneden komt met uitgestrekte armen.
Tussen de rode bloemen en frisgroene blaadjes van de Chaenomelis steken wat roze bloemen bovenuit.
Manlief heeft hier een Camellia in pot tijdelijk neergezet zodat ie niet kan omwaaien. Later zullen we een mooi plaatsje voor hem uitkiezen waar hij zich helemaal mag thuis voelen.
Gisteren heb ik mijn ouders gebeld. Ik bel ze wel meer hoor, maar gisteren was mijn papa jarig. Hij is 86 jaar geworden. Ik sta er nog steeds van te kijken. Waar zijn al die jaren heen ? Gelukkige verjaardag, papa, geniet van je nieuw levensjaar. Ik hoop dat je nog vele jaren bij ons mag zijn ! Ook mama wou aan de telefoon komen. Ze had een goede dag gehad met wat minder pijn. Broerlief was met zijn dochtertje Lily langs geweest en ze had op haar schoot gezeten. Mama was er helemaal blij van geworden. En dat is wel heel bijzonder. Wel broerlief, ga jij maar vaker langs met Lily. En als mijn mama gelukkig is, is mijn papa dat zeker. Specialer kon zijn verjaardag niet worden !
De bui blijft nog even hangen. Ik besluit dan maar om eerst even om boodschappen te gaan.
Ondertussen is het al 15 uur. De zon breekt door. Een vliegtuigje vliegt brommend over. Voor mij staan er oranje Primula’s te bloeien.
Blauwe Hyacinten duwen hun bloemen uit de grond. Amai, wat een verschil. Het is best warm geworden. Ik loop onder de hulst door, langs de goudspar. Deze laatste is eigenlijk te breed, maar scheren is geen optie meer. We zullen een keuze moeten maken … . We kunnen hem volledig uitdoen, maar daar ben ik geen voorstander van. Misschien kunnen we hem wat opsnoeien van op de grond zodat we eronderdoor kunnen kijken, maar toch nog een groen zicht hogerop behouden. Wie zal het zeggen, we zien het nog wel.
Ik wandel verder. De geur van de keizerskroon komt me tegemoet.
De bloemen staan nog in knop. De Hyacinten daarentegen rijzen uit de grond.
Een enkel klein, geel bloemetje lacht me toe.
Het is het speenkruid met het donkere blad.
Op verschillende plekken in de voortuin kijken Helleborussen me nieuwsgierig aan.
Ik heb er weer een deel op de kop weten te tikken tegen een prijsje. Ze voelen zich helemaal thuis in ons Keigathof.
De Forsythhia vooraan staat nu helemaal open en trekt alle aandacht naar zich toe.
De struikkamperfoelie vormt nu frisgroen blad waaronder nog steeds witte bloemetjes hangen.
De bijen en koninginnehommels vinden ze nog altijd erg aantrekkelijk en ze geuren ook nog fantastisch zoet.
Aan de voordeur heten paaslelies iedereen welkom.
Tussen de twee vazen geven de Hyacinten zich helemaal.
Aan de zijkant van het huis staan nog meer Helleborussen te wachten op een plekje.
Nog heel even geduld dat zal vast voor morgen zijn. Verderop hebben we er al een heleboel geplant.
In zoonlief zijn tuintje staan de krokussen open.
Ze staan nog steeds mooi.
In de doorgang heb ik gisteren nog wat Helleborussen geplant. Planten doe ik echter liever met twee.
En kijk eens manlief, die blauwe regen moeten we nu toch echt snel uit de mirabellenboom halen !
Zullen we dit zaterdag eens bekijken ?
Achter de vogelkooi is het een gezoem van jewelste. De wilg staat vol met bloemetjes.
Hier worden de ingrediënten voor de Urselse honing verzameld. Ik wandel verder tussen de beukenhaag, rechts ligt de moestuin, links de gracht. En er staat eens water in. Hoera, hoera, hoera. Tussen de haag en de gracht heeft zich een groepje krokussen genesteld. Deze zijn er niet door ons toedoen gekomen. Welk beestje is hier voor verantwoordelijk ? Steek je pootje maar op. Niemand ? Hmm. Ik weet wel beter.
Vogels zingen in de struiken. Overal in het weiland verschijnen gele tapijtjes.
De sleedoorn heeft zijn geurende, witte bloemenjas aangetrokken.
Die jas moet dringend in de was, denk ik dan. Hij vertoont een heleboel bruine vlekken. Het is bij de witte Chaenomelis hetzelfde verhaal.
Zouden Meneer Winter en Mevrouw Vorst daar voor iets tussen zitten. Vast wel, daar is geen twijfel over.
De Forsythia daarentegen heeft daar helemaal geen last van.
Hij staat daar maar te stralen in zijn gele jas en wordt steeds groter.
Al de wilgen langs de rand van het weiland dragen gele bloemetjes.
De bijen worden hier nogal verwend.
De witte stermagnolia bloeit voor het eerst met zoveel bloemen.
Ze is verstandig geweest, ja zelfs heel verstandig. Haar bloemen zijn maagdelijk wit.
De wind trekt aan. Een grote hommel vliegt langs. Ze is een beetje onrustig. “Waar zal ik eerst heen gaan ?” vraagt ze zich af. Ze kan niet kiezen.
De paasleliezee bloeit aan de voet van de oude perelaar.
Amai, wat zijn ze met veel dit jaar. Ik sta ervan te kijken.
Aan de bosrand bloeit een onderstam van een kapotte fruitboom.
De fruitboom is al lang verdwenen, de onderstam blijft. Hij vormt een mooie opvulling voor de bosrand. En dan wandel ik over het wandelpad tussen de vele soorten Helleborussen.
We hebben ze in een heleboel kleuren.
Er zijn er zelfs heel aparte bij, maar ik vind ze stuk voor stuk mooi en uniek.
Wat ben ik toch gelukkig met deze plant in onze tuin. Maar natuurlijk hebben we er hier dit jaar ook weer bijgeplant. Ze doen het hier goed desondanks de droogte. Ze krijgen geen water.
Op het einde van het bospad loop ik het weiland weer in. De lupinen steken hun groene bladeren alweer goed boven de grond. Een beetje verder op een plek in het gras staan er krokussen te bloeien.
Een heleboel hennen zijn op stap met een fiere haan.
Ik kan niet te dicht komen, want overal komen bloembollen boven. Wat verderop onder de Eucalyptus en rond mijn bankje lopen nog veel meer hennen vergezeld door wel vier of vijf hanen.
Voorlopig komen de hanen nog overeen, maar dat zal vast niet voor lang zijn … .
Als de kippen me zien afkomen keren ze terug naar hun hok. Ze denken nu toch niet dat ze weer graantjes zullen krijgen, ze hebben nog maar net eten gekregen. Die vlieger gaat niet op, hoor.
Een aantal dames heeft dorst.
Ze zitten gezellig rond de zwarte bak. “Santé”.
Ik keer zo langzamerhand maar helemaal terug nog even na genietend van al het moois dat ik voor ogen krijg.
En dan stuur ik jullie nog vele warme groeten
De Tuinvrouw