Woensdag 8 maart 2023,

Dag beste lezers,

Woensdagmorgen 7 uur, ik sta op. Manlief heeft voor vandaag sneeuw voorspeld. Die mag ik zeker niet missen !

De meteorologische lente mag dan al begonnen zijn, maar eigenlijk is het nog steeds winter. De lente begint pas op 20 maart. Meneer Winter denkt “Ik laat me nog eens zien van mijn mooiste kant”. Als ik naar buiten wil kijken zie ik een dun laagje sneeuw op het dakvenster liggen. Het is begonnen. Ik trek mijn kamerjas aan en ga naar beneden. Lucy gaat met me mee. Eerst even een koffie maken en manlief goedemorgen wensen. Door het raam zie ik fijne sneeuwvlokjes naar beneden dwarrelen. Het gras verandert van frisgroen in maagdelijk wit. Hoeveel zal het gaan sneeuwen en gaat het echt blijven liggen ? Hmm, we zullen zien. Nu ga ik eerst Lucy wat vleesjes geven en dan mag ze naar buiten. Ik doe de deur voor haar open en ze wandelt erdoor. Eens in de sneeuw schuift ze uit. “Oei, wat is dat ?” denkt ze en ze wandelt voorzichtig verder. Ze laat de eerste sporen in de sneeuw achter.

Lang blijft ze echter niet buiten. De sneeuw valt gestaag naar beneden en haar pootjes krijgen koud. Vlug iets eten en wat aantrekken. Zou ik met mijn camera naar buiten durven gaan ? Manlief moedigt mij aan. “Dat kan geen kwaad.”zegt ie. Ik neem voor het veiligste toch maar een handdoek mee. En nu, naar buiten. Ik open de deur, frisse lucht komt me tegemoet. Er ligt al een mooi laagje sneeuw op de kerselaar vanachteren.

Ik besluit om mijn wandeling in de voortuin te beginnen. Het is eens iets anders. Op de struikkamperfoelie ligt al een dikke laag sneeuw.

De weinige krokussen die daar nog staan zijn niet meer te bespeuren. Het groen van de Skimmia en hier en daar een bruin beukenblaadje geven nog wat kleur aan deze hoek.

Het prieeltje wordt in de kijker gezet.

De vijver bijna dichtgegroeid met planten.

Slechts op een paar plaatsen kan je nog het water zien.

Op het bankje ga ik nu even niet zitten ook al nodigt het me nog zo vriendelijk uit.

Ondertussen dwarrelt de sneeuw verder naar beneden. Op de meeste plaatsen blijft ie goed liggen. Onze keizerskroon geniet nog enige bescherming.

Dan wandel ik terug richting achtertuin. De krokussen vechten tegen om te overleven in de sneeuw.

Sommige staan nog fier rechtop, andere buigen al door.

De rode bloemknoppen en groene bladeren van de Chaenomelis geven aan dit sneeuwspektakel nog wat kleur.

Dat is Mevrouw Lente die achter de hoek komt piepen.

Twee rode bloemen van een Camellia in de schaduwtuin worden omringd door een aantal sneeuwvlokjes.

De plant zelf buigt door. “Liever buigen dan breken.” denkt ze.

Kjell zijn tuintje ligt bedolven onder een pak sneeuw.

Alles ziet wit, de planten buigen. Zou ik erin gaan of laat ik het voor wat het is ?

De vogelkooi zit wat verscholen onder de sneeuw.

De parkieten laten zich niet zien. Ze blijven liever in hun slaaphok zitten.

Bomen tekenen prachtig af tegen de witgrijze lucht.

De sierappellaan ligt er vredig bij.

Ik open het hek en wandel er door. Dan sluit ik het weer.

De serre en ligzetel wachten geduldig op beter weer.

De buxus buigt hier wel heel diep door en als je goed kijkt zie je de gele bloemetjes van de Hamamelis oplichten in de sneeuw.

Hoe dichter ik bij het kippenhok kom, hoe dikker de sneeuw ligt.

De weerhut is assorti met het landschap vandaag.

De Forsythia aan de overkant wuift naar mij.

De rozengalerij ligt er prachtig bij.

Ik loop er maar eens door.

Het kippenhok is nog gesloten. Ik laat het nog even zo. Kippen houden niet van sneeuw.

Mijn klompen zinken in de sneeuw en laten diepe sporen achter.

Af en toe glipt er een beetje sneeuw in mijn klomp die dan wegsmelt onder mijn blote voeten. Heerlijk vind ik dat.

Eigenlijk is het niet zo koud, het vriest net niet en er is geen wind. De sneeuw plakt. Als ze blijft liggen tot vanmiddag wordt het dolle pret voor kinderen. Ze kunnen dan een sneeuwman maken. Ik gun het hen zo hard.

Maar goed, ik geniet er nu van. Het is het moment dat telt.

Verdroogde bloemstengels zorgen voor mooie taferelen.

Dan ga ik nog wat verder. Oude bremstruiken buigen alle kanten uit.

Het groene gras is veranderd in een witte zee. Het pampasgras lijkt op een een enorme inktvis die niet vooruit geraakt.

Het bos doemt donker voor me op.

De tuin is echter wit en in verschillende grijstinten gehuld. Rechts licht de tuin wat meer op.

In het midden zorgt de beukenhaag voor wat meer kleur.

De schommel hangt er maar eenzaam en verlaten bij.

Hij heeft zijn beste tijd gehad, maar draagt zijn herinneringen dicht bij zich. Ik snuif de sfeer op.

Onder de oude perelaar is nog een groene plek.

De paaslelies zijn slechts met een dun laagje poeder bedekt.

Aan de bosrand komt nog een Helleborus boven piepen.

Hier en daar zijn nog wat groene plekken onder de eik.

Dan keer ik om en bewonder nog eens de oude perelaar.

Ik baan me een weg naast het versperde pad en wandel richting kippenhok.

Nu ga ik eerst nog even de beestjes eten geven. Ze zijn altijd blij om mij te zien !

Zo nu is het tijd om me om te kleden, want ik moet binnen vijf minuten vertrekken. Het was kort, maar ik vertrek met een blij en verlicht hart. Later op de middag stopt het met sneeuwen en wordt het even droog. Maar later in de namiddag valt de regen met bakken uit de lucht. De sprookjesachtige wereld van deze morgen verdwijnt even snel als ze gekomen is.

Ik hoop dat ik jullie bij deze een mooie herinnering kan bezorgen van deze toch opmerkelijke ochtend. Een mens is die sneeuw toch weer zo snel vergeten.

Warme groeten

De Tuinvrouw