Zondag 28 mei 2023,

Dag beste lezers,

De meimaand zit er bijna op. Het werd een maand van  vreugde en verdriet, van dood en nieuw leven. Het weer is ook omgeslagen van koud naar warm en van nat naar droog. De wind blijft een constante aanwezigheid. Het is allemaal een beetje dubbel. Zoonlief zijn baardagaam Germany is overleden. Het was een heel pijnlijk en triestig moment om haar zo te zien sterven. Het raakte ons beide tot in het diepste van onze ziel. We beleefden het samen. Maar het leven gaat verder en zoonlief ging op zoek naar een nieuw exemplaar. En zo verwelkomden  we een paar weken later Jean-Luc. Van deze keer een mannetje … . Het is een kleinere variant en hij is heel tam. Zoonlief is ook weer tevreden.

In de tuin is het gras flink gegroeid. Manlief heeft een stuk gemaaid terwijl ik met de yoga op meiweekend was.

Nestor, the Cherrytree zijn bijna kale kroon wordt versierd met een slingerende rode roos.

De roze flamingo houdt de blauwe irissen gezelschap.

Zijn waterreservoir is leeg.De witte was waait droog aan het rek.

Op de grond ligt een dode wezel opgekruld te rusten.

Wat een mooi beestje, maar wel een echte jager. In de natuur wordt ie blijkbaar niet veel ouder dan een jaar. Zou hij al zo oud geweest zijn of werd ie overmeesterd in de donkere nacht ?

Irissen en rozen bloeien onder de dennen.

Grassen zwaaien heen en weer. In de ijzeren badkuip groeien de Hosta’s tegen elkaar op. Een vogeltje slaat alarm.

De wind speelt door mijn haren, streelt mijn huid, voedt me met zijn energie. Tientallen witte bloemblaadjes dwarrelen naar beneden.

Manlief heeft zijn Hostalijst weer up to date gemaakt. Avonden is ie er zoet mee geweest. Nu weet ie weer welke er nog zijn en welke er verdwenen zijn. En die laatste wil hij absoluut terug hebben. Op zoek dus maar … . We beginnen met de plantenbeurs in Izegem en kijken verder op internet. In augustus kunnen we ook nog eens bij Danny in Deinze terecht. Op de beurs hebben we er alweer een aantal mee. En wie komen we daar tegen. Bernadette en Dirk van de vaste plantenvereniging en Nico. Stuk voor stuk allemaal plantenliefhebbers.

Ondertussen zijn we alweer in ons Keigathof.

In de zon is het warm. Voor mij is het warm genoeg, voor manlief mag het gerust nog wat warmer zijn.

Een atalanta zont in een roos.

Ik wandel verder … . Aan de ingang van Lucinde haar tuintje word ik verblind door een gordijn van roze regen.

Daarboven torent een gele klimroos uit.

Ik bekijk alles van op een afstand. De roze regen geurt heerlijk. Ik ga even op de stoel voor de specerijstruik zitten.

Hier nam manlief deze morgen zijn weerbericht op. Het gezoem van de talrijke bijen op de regen wordt overstemd door de parkieten en wind.

Dan wordt mijn aandacht getrokken door een oranje klimroosje in dochterlief haar tuintje.

Nieuwsgierig loop ik er naar toe. Even ruiken … mmm, wat ruikt dat lekker. Geweldig! De vuurdoorn en de irissen zijn te zwaar geworden en omvergewaaid. Ze kunnen wel wat steun gebruiken. Wacht even wat rekjes halen.

Zo dat ziet er al veel beter uit. En dan komt Lucy de tuin ingewandeld.

Op een avond kwam onze lieve, zwarte dame met een heggemus naar me toe gelopen. “Lucy, wat heb je nu gedaan ?” riep ik boos. “Laat dat onmiddellijk los”. Ze legde het vogeltje op de grond. Het was natuurlijk al dood. “Wat heb ik nu weer verkeerd gedaan ?” vraagt Lucy met een scheve kop. “Muizen en ratten mag je pakken zoveel je wilt” sprak ik haar streng toe. “Niet boos zijn, mama, Lucy is nu eenmaal een poes.” zei dochterlief. Tja, ja, ik ben er toch niet gelukkig mee en ik wiegde het vogeltje dicht tegen me aan. Lucy verstond er niks meer van. Daarna ging ik  een schopje halen en nam ik Lucy mee om het vogeltje te begraven.  Lucy keek toe terwijl ik een putje groef en het vogeltje erin verdween. Ik hoop dat Lucy de boodschap heeft begrepen. Maar goed, het is wat het is en daar is weinig aan te doen.

Ondertussen is Lucy nu een muis aan het vangen. Ik laat haar maar … en zet mijn wandeling verder. Ik open en sluit het hekken achter me. Dan sla ik rechtsaf vlak voor het Dahliapark. De Viburnum plicatum “Molly Schröder” staat weer prachtig te bloeien.

Zijn roze kleur is wel al een stuk verbleekt door de zon.

De rozenbottels vormen een hoge haag langs de rand van het weiland.

In het gras bloeien de boterbloemen.

Een vogeltje slaat alarm als ik langs de wilg en de Cornus wandel. Hij heeft daar vast een nestje gebouwd.

De doornloze braam bloeit roze.

En dan staat manlief plots voor mijn neus. “Kijk er staat weer een damhert in de wei” merkt hij op. En ja, inderdaad daar staat Mevrouw Damhert.

In de verte laat een een speciale vogel zich horen. Het is hier dan ook een paradijs voor de vogelliefhebber. In de voortuin maakt een tuinfluiter een nest in de vijver.

Hij vliegt weg en weer met allerlei soorten materialen.

Ik wandel verder. Mevrouw Damhert kijkt even op en eet dan rustig verder. Laag bij de grond bloeit Viburnum plicatum “Mariessi” .

Hij blijft daar maar plakken, geraakt niet naar omhoog, vechtend tegen het harde klimaat dat hier heerst. Maar hij geeft niet op, in tegendeel.

Een blauwe regen bedekt grotendeels de rozenpergola.

De kamperfoelie ernaast wil er niet voor onderdoen en gaat de strijd aan.

Rode rozen 犀利士
wurmen zich een weg tussenin naar boven. Roze rozen bloeien langs de wanden.

Ik heb deze week de opkuis van de rozentuin verdergezet maar ben er nog lang niet mee klaar. Tijd, hé, dat heeft een mens toch altijd te kort.

Sommige rozen bloeien uitbundig.

Andere moeten nog beginnen … . De meeste geuren heerlijk zoet.

De kippen willen gerust een pootje helpen.

Ze woelen de vrijgekomen aarde om op zoek naar wat lekkers. Hmmm.

In het kippenhok is er nieuw leven. Twee moeders lopen met drie kuikens rond. Het waren er oorspronkelijk vier. Een andere moeder loopt met vijf kuikens rond

en een derde zit met twee kuikens onder een hokje. Daarnaast zitten er nog verschillende hennen op eieren. Ik ben benieuwd hoeveel kuikens er nog uit hun ei gaan pikken.

In de hoek zit de blauwe eend op bevruchte eieren. Hopelijk lukt het om ze uit te broeden.

Naast het kippenhok bloeit de witte roos.

“Tok, tok, tok” Kom maar lekker eten, kuikens. Nu ik hier toch ben zet ik de kuikens gelijk wat vers water. Ze gaan onmiddellijk drinken, oh wat hebben ze een dorst. Een gele ukkepuk is echter zijn moeder kwijt.

Hij piept klagelijk ” Waar ben je toch naar toe ?”. “Tok, tok, tok , ik ben hier” antwoordt moeder kip rustig. “Oef” piept het kuiken en gaat bij zijn broertjes en zusjes drinken. Dan vul ik nog de zwarte vierkante bak op met water. De eenden zijn er heel blij mee en gaan onmiddellijk een badje nemen.

Een groep hennen houdt een onderonsje.

En mijn vriend de haan bekijkt alles van op een afstandje.

De Weigelia’s zijn bijna uitgebloeid, maar worden nog druk bezocht door vele hommels. Een gele klimroos leunt er gezellig tegenaan.

犀利士
ght=”683″ />

Hoog in de lucht vliegen meeuwen over. Ik geniet van de warmte van de zon op mijn blote benen. Een vogeltje vliegt letterlijk vlak voor mijn neus voorbij. Het heeft me vast niet gezien of is er wel gerust in. Ergens achter de Weigelia’s, takkenwal met klimrozen en boven andere struiken bloeit een sering.

Een oude crèmekleurige roos heeft een deel van haar bloemen geopend.

Ik wandel het tweede weiland in. Hier bloeit de brem in verschillende kleuren.  In de bloemenwei bloeien wikke en boterbloem vrolijk naast elkaar. Voor sommige tuinliefhebbers te min, voor mij fantastisch. De hommels hoor ik ook niet klagen.

Achter het kippenhok zingt een vogeltje. Ik heb geen idee wat het zou kunnen zijn. Zoiets heb ik nog nooit gehoord. Maar we zullen het nog wel vinden op de computer of misschien met een app. Ik laat het jullie nog wel weten in een volgende blog.

In de roos bij de wilgenhut zit een koolmees.

Eens voorbij de brem

en de wilgenhut kijk ik uit over een blauwe bloemenzee.

De Lupinen staan weer in bloei. Ze zijn laat dit jaar. Op de grond staat een lege mottenval.

Goed bezig man- en zoonlief, vanavond kunnen jullie hem weer opzetten. Er zitten dit jaar opmerkelijk minder motten dan vorig jaar. De droogte eist zijn tol … .

Ik wandel verder tussen de Lupinen. Sommige zijn hoger dan ik zelf. Hommels vliegen van bloem tot bloem. Hier mogen ze zonder zorgen hun ding doen. We hebben trouwens twee hommelnesten in vogelhuisjes zitten. Eentje aan de zijkant van het huis en eentje aan het tuinhuis. Ik vind het fijn om ze in en uit te zien vliegen. En je hoeft er echt niet bang voor te zijn, ze doen niets verkeerd.

Nu ga ik nog even tot aan de bosrand. De gracht staat alweer weken kurkdroog. Dat voorspelt niet veel goeds.

Het fluitekruid bloeit onder de eik en de populieren.

Rare plaats.

Het gras staat hoog. De ratelaar is verdwenen. In het nestkastje aan de oude perelaar roepen jongen achter eten.

Potverdrie, ik word hier heel de tijd gestoken door muggen, grr, dat vind ik niet leuk. Ik ga dan maar eens terug langs de Philadelphus of boerenjasmijn en de kippen.

De kruiwagen wenkt me.

“Doen we vanavond nog iets samen ?” We zullen zien, maar ik denk het niet.

Dan ga ik nog even naar de rododendrons kijken aan de rand van het weiland

en loop door de verloren moestuin, achter de vogelkooi Lucinde haar tuin weer in.

Zo dat was mijn verhaal van deze keer.

Warme groeten

De Tuinvrouw