zaterdag 4 juli 2020,

Dag beste lezers,

Vandaag start met wat regen en gemiezer. De lucht is grijs en er staat een stevige wind die alles goed door elkaar schudt.

“Wat zullen we vandaag weer doen?” vraagt manlief. Tja, wassen en koken … Ondertussen zit manlief met de kinderen naar een film op tv te kijken.

Ik ga met de kodak naar buiten. In mijn lang roze kleed met oranje truitje erboven en gele trui over mijn schouders, roze zomerhoed op mijn hoofd en teenslippers aan mijn voeten, valt het best nog mee!

Eerst ga ik foto’s maken van de kuikens! Het was nogal een avontuur deze week. Ik denk dat we wat te vroeg victoria gekraaid hebben. Alles ging tot nu toe redelijk goed. Ferdinand en Smekkertje vormen een goed gezin samen met hun twee kuikens. Ze doen erg hun best om er voor te zorgen.

In de vogelkooi zorgen een grijze en zwarte hen voor drie kuikens.

Een gele hen loopt met haar vijf kuikens in de tuin.

En ook een bruine hen met zes ontspannen kuikens loopt in het weiland.

Dit is het oudste nest met moeder dat buiten mag rondlopen. De kuikens gaan al eens verder van moeder weg en gaan onder mijn zitbank insecten zoeken.

Donderdag besloot ik dan maar om de moeder met 8 kuikens vrij te laten. De moeder, heel blij, direct naar buiten. Wat is het gras lekker, ze pikt erin en hoopt dat de kuikens komen. De kuikens staan maar wat te kijken, begrijpen het niet goed. Dan gaat moeder maar op haar gemak een zandbad nemen. Acht kleine kuikens staan beduusd in de deuropening: “Help, wat gebeurt er!” Ik word er zenuwachtig van … even naar binnen om raad te vragen aan manlief. “Trek het je niet aan, het komt wel goed” zegt ie. En inderdaad, als ik later terug ga kijken, loopt ze met haar 8 kleine kuikens buiten rond.

Het is wel een heel gedoe, want ze roept ze niet echt. En als ik dan met wat afval kom, stormt ze er op af en laat ze haar kuikens alweer alleen. “Piep piep piep”, verwarring. Kuikens lopen achter andere moeders aan. Ze trekt er zich niets van aan. Ze moeten maar hun plan trekken! Uiteindelijk komen ze weer allemaal bij hun moeder terecht. Gelukkig!

Ik zet ze wat vers drinken in de glazen beker. Aan het andere water kunnen ze niet goed. Vlug gaan ze drinken. Moeder heeft niet echt veel geduld en gaat alweer een andere richting uit. En de kuikens sprinten er snel achter.

Ze zijn doodmoe, kunnen bijna niet meer, maar gaan toch door. Eentje springt op moeders rug. “’t Is tijd om een middagdutje te doen, we zijn moe.” Maar moeder wandelt naar de andere kant van de tuin. Ik heb echt met ze te doen. Uiteindelijk wordt moeder toch nog moe en gaat zitten. De vleugels spreidend voor haar kuikens. Oef, een pauze! ’s Avonds als het donker wordt, gaat moeder doodleuk op de stok zitten. Haar kuikens blijven piepend op de grond achter. Een stuk of zes verdelen zich over de 2 andere hennen. Twee blijven verkleumd achter. Dan halen we moeder van de stok en steken ze met haar kroost weer onder het hokje. En dat mogen we de vrijdag opnieuw doen. Vandaag loopt ze weer lustig in de tuin rond. De kuikens zijn het al gewoon en kunnen nu wat beter volgen. Ze zijn alweer een paar dagen ouder.

Donderdag heeft ook de zwarte vervangmoeder het nest verlaten.

Ze ziet er precies niet al te fris uit. We laten het nest nog staan tot in de late namiddag. Ondertussen worden er twee kuikens geboren bij de zwarte hen. Het is te zeggen, de kuikens pikken zichzelf uit in de warmte van de moeder. Nog drie andere eieren zijn aangepikt. Ze zal vijf kuikens hebben. Dan gaan we het kapotte nest wegdoen. Maar wat zien we daar: één ei is aangepikt en het kuiken piept nog. Dat ei steken we onder de zwarte moeder. Nu zal ze 6 kuikens krijgen. Maar dan … slaat het noodlot toe.  Een eend gaat een ei leggen bij de zwarte hen. Welke? Dat weten we niet. Vrijdagmorgen vindt manlief de zwarte hen dood op haar nest. Twee kleine kuikens en een verkleumd piepklein kuikentje komen nog levend uit het vernietigde nest. Manlief zet ze bij de gele broedende hen. Voorlopig althans, haar nest zal later open komen, dus daar kunnen ze niet blijven!

Vrijdagavond verhuizen we de 3 kleine kuikentjes naar de grijze moederhen naast de zijdehoenders. Gelukkig is dat een hele brave en rustige moeder. Ze heeft zelf al vijf kleine kuikens. Ze kijkt naar de drie kleintjes, aanvaardt ze en maakt plaats onder haar vleugels.

Amai, dat is op het nippertje. Zo zie je maar dat je als kuiken veel geluk moet hebben en zelf moet vechten om te overleven. In de natuur zal het natuurlijk nog slechter zijn …

Ik zit hier op mijn bankje onder de linde. De wind streelt mijn huid, mijn kleedje wappert om me heen en mijn schriftje krult. Verdorie, nu begint het te miezeren. Hennen, hanen en kuikens wandelen in het weiland. Grassen, kruiskruiden,

speerdistels,

knoopkruid en lelies dansen in de wind. Wat een zalig schouwspel! Hier is energie, hier is leven.

Even naar het kippenhok. De wind slaat de roos op het dak heen en weer. Enkele kippen pikken wat maïs.

Terug naar buiten, de kippen en een eend verzamelen zich rond mijn voeten.

De rozentuin vormt nog steeds een cirkel vol kleuren.

Verschillende tinten van roze, rood, oranje, geel en blauw.

Ik raak er maar niet op uitgekeken. Naast de feloranje lelie bloeit nu een gele

en een dubbele oranje.

Onze goed ruikende zepherine drouchin is volledig uitgebloeid, maar maakt donkerbruin-rode nieuwe takken. Een hen staart me aan. Ik hoor piepende kuikens. Dit is toch niet die moeder hé. Nee, die loopt wat verderop. Oei, ik zie maar 7 kuikens. Neen hoor, het zijn er toch 8. Ik draai me om en kijk de rozenpergola in. De ‘garden of Hex’ staat mooi.

Een vroege roos heeft een heleboel bottels gemaakt en begint opnieuw te bloeien.

De ‘kirr royal’ bloeit ook nog.

De regens zijn kapot gewaaid.

Ik trap op een poot van een kip. Dat komt ervan hé, als ze zo dicht bij mij lopen. Op de grond ligt een in elkaar geweven nest. Waar komt dat vandaan? Nu begint het toch wat harder te regenen. Dus ga ik naar binnen.

Bij de avondronde stelt manlief onthutst vast dat de gele hen haar nest heeft verlaten. De eieren hebben ijskoud en er ligt een piepklein, pas uitgekomen kuiken in het nest. Hij rent er mee naar binnen. “Help” roept hij, “haal snel de haardroger”. Zo gezegd, zo gedaan. Ik blaas warme lucht op het kuiken tot het droog is. Daarna hou ik het in mijn handen warm. Ondertussen stellen manlief en de kinderen de broedmachine op. De eieren gaan er alvast in. Als de broedmachine warm genoeg is steken we het kuiken er ook in. Morgen gaan we het proberen aan de grijze hen te geven. Als dat maar goed gaat. Het is allemaal maar proberen. Wij doen ons best maar kunnen niet toveren. Op dit moment zit het nog te piepen in de broedmachine, de eieren komen niet meer open. We kunnen nog de zondag afwachten, maar daarna is het nest echt verloren. Nu nog even de broedmachine open doen om een foto te maken van het kuiken. Het is een speciale. Terwijl manlief het deksel open houdt zien we dat er een tweede kuiken geboren is en er is nog een ei aangepikt!

Het nest was dus toch nog niet verloren.

De moeder van dit laatste nest zag er trouwens ook niet erg goed uit. Ze had vast te veel last van de bloedluizen en heeft voor het zekere gekozen. Ondertussen loopt ze in de tuin. Gelukkig kan ze op de zorg van anderen rekenen. Haar kuikens komen wel terecht!

Zo zie je maar, het leven van een kuiken is helemaal niet simpel! Ze zien er nochtans zo lief uit.

Piep,piep, piep klinkt het vanuit de broedmachine.

Dat was het dan voor deze keer

Warme groeten

De Tuinvrouw