Zondag 22 november 2020

De dag start grijs. Een zacht gemiezer verspreidt zich over de tuin. Alles is nat. Druppels blinken witgrijs op het gras. Manlief zegt dat het in de namiddag wel zal stoppen. Dus ga ik met de restjes naar het grote kippenhok vanachter. De kippen en barberies zien mij graag komen. Naast corona is er nu ook nog eens de vogelgriep in het land … dus moeten alle kippen en eenden nu binnen blijven. Woensdag ben ik mijn dag gestart met het hok schoon te maken met de beestjes om me heen. Later heb ik de grasmachine uitgehaald en een paar bakken gras gereden. Zo kregen de kippen ook nog wat groen!

Als ze niet buiten mogen, moeten we ze dan op een andere manier verwennen hé!

Een beetje later begin ik bladeren op te ruimen. Ze krijgen een plaatsje in de borders en bladmanden.

Woensdag was  het zo een heerlijk weer, blauwe lucht en zonneschijn en helemaal niet koud. Ik word er vanzelf blij van als ik eraan terug denk en wat een verschil met vandaag.

Op dit moment zit ik in de serre met open deur te kijken naar de bloemen/moestuin.

Het roodborstje verschijnt plots voor de beukenhaag. “Tjiep, tjiep, tjiep” zingt ie met zijn rode borst vooruit. Dag maatje, blij jou te zien. Dan springt ie op de grond en verdwijnt onder de haag. Ik stel me recht en loop naar buiten. Het gemiezer is gestopt. Rechts van mij zie ik de sierappels. Aan vele hangt onderaan nog een regendruppel.

De grote eik kleurt bruinoranje tegen de groene bosrand.

De struikenborder wordt kaal, maar heeft toch nog mooie kleuren.

De kamperfoeliestruik vertoont al wat witte bloemknoppen, maar staat nog volop in blad, jammer.

Rechts staan de bruin verkleurde miscanthussen.

Het is rustig in de tuin zo zonder kippen, ik mis ze.

Tegen de rozenpergola bloeit nog steeds “Zepherine”.

De beukenhaagjes zijn geel en bruin verkleurd.

Deze week zit de tuin vol met merels. Ze snoepen van de sierappels, eten de kaki’s op nog voor ze rijp zijn

en ruimen de afgevallen peren op.

Deze morgen zat hier een hele groep pimpelmezen.

De barberies houden een theekransje in het hok, een aantal kippen zit samen. Ze komen kijken als ze me hier zien staan. Helaas, ze moeten binnen blijven. Ik wou dat het anders kon!

Ik wandel verder richting bankje onder de linde. Vorige week hebben we hier overal groepjes bloembollen geplant.

Vandaag zie ik er niets meer van.

Ik ben benieuwd wat dit volgend voorjaar zal geven!

Hier en daar staan nog fopzwammen.

Bruine lindebladeren liggen op het o zo mooie groene gras en zachte mos. Ik geniet van de bruine beukenhaag rond de toren. De wilgenhut verkleurt groengeel. Hier en daar staan bosjes jonge brem.

Overal hoor ik vogels. Hier en daar zie ik ze vliegen. Een merel vliegt over de tuin en landt in de grote eik.

In het bos weerklinken vrolijke stemmen. Fijn, stuur maar wat positieve energie, ik kan ze gebruiken.

En daar is manlief met zijn fototoestel.

Dichterbij de oude perelaar komt de geur van rottend fruit me tegemoet.

Een klein vogeltje zingt in de boom. Blaadjes wapperen zachtjes heen en weer. In het bos weerklinkt het geroep van goudhaantjes, maar ze laten zich niet zien. Het lupineveld is bedekt met regendruppels.

Stilaan licht de lucht wat op en wordt het klaarder.

Deze week zag ik hier nog een konijn in de tuin huppelen. Met zijn witte staart omhoog onder de afsluiting vlug het bos in. Ze zijn er dus weer de konijnen en dat was al een tijd geleden.

Op het pad voor mijn voeten groeit een groepje paddenstoelen.

Ik stap er voorzichtig over.

De speciale eik is dit jaar veel gegroeid en moet vrijgemaakt worden van ratelpopulieren, brem en kastanje.

“Drup, drup, drup”. Regendruppels vallen uit de bomen naar beneden, bramen steken weer de kop op. ‘k Zal nog eens de spa moeten uithalen.

Enkele grote zwammen  groeien tussen de peren.

Kleine vliegtuigjes vliegen in de lucht. De witte stammen van de berken hebben bijna kale takken.

Bruine stengels van guldenroede en groene brem staan verspreid in het gras. Gele bladeren hangen aan de liggende wilgen naast een bruine eik. Het zijn op en top herfstkleuren.

De moerascypres is al zijn blad verloren en staat kaal, maar fier rechtop. De vogels zingen, de hanen kraaien.

Recht voor mij staat mijn bankje onder de linde. Druppels blinken aan de kale struiken. In de tuin hangt de geur van verval. Ik word er weemoedig van.

Hij geeft nochtans een boodschap! Laat los wat je niet meer nodig hebt en maak plaats voor een nieuw begin. Het is een moeilijke en zeker nu. De hemel wordt weer donkerder, het zijn de donkerste dagen van het jaar.

En toch, … is het niet koud. Het begint weer te miezeren. Hortensia’s staan nog mooi, evenals de paarse salvia

en de roze persicaria.

Naast de composthoop bloeit de vingerplant,

in de voortuin de choissya.

De honingzwammen zijn kapot. … de bovengrondse delen althans.

Het is tijd dat ik naar binnen ga.  Genieten van een lekker kopje thee en een koekje.

Ik hoop dat je hebt genoten van deze wandeling en tot gauw

Warme groeten

De Tuinvrouw