Woensdag 16 december 2020,

Dag beste lezers,

Na al die koude, grijze dagen vorige week is het nu weer veel zonniger. De temperaturen zijn ook een heleboel omhoog. Het wintergevoel is weer verdwenen, de dagen lijken ook langer. Al is dat niet zo.

Overal rond het huis heb ik mezenbollen opgehangen : in de voortuin aan een staander, aan het groene Winnie de Poeh klokje in de zijtuin

en aan een spiegel aan de achterdeur.

Nu kunnen we dus van binnen rustig genieten van de vogels. Van uit mijn zetel zie ik een heleboel mezen, een roodborstje en twee bonte spechten die van de mezenbol eten. Er kan slechts één vogel per keer aan de mezenbol hangen. Sommige wachten geduldig hun beurt af, andere jagen een andere vogel weg. De spechten nemen best wel grote happen uit de mezenbol en de bol zwaait heen en weer als ze eraan hangen. Het zijn dan ook grote vogels. De ene specht jaagt de andere weg en dan … zijn ze allebei verdwenen. Ze komen vast wel weer. Toen ik deze morgen naar de zijtuin keek was het groene klokje verdwenen. Waar was het gebleven ? Ik ging het van dichterbij bekijken en ja, hoor daar lag het in stukken op de grond.

Wat jammer, had de haak het begeven ? Of hadden de spechten er teveel mee geschommeld ? Zou de eekhoorn de schuldige zijn ? Ik weet het niet en zal het nooit weten ! Er zit niets anders op om de mezenbol aan het haakje te hangen en het groene klokje op te ruimen.

Door het keukenraam zie ik een pimpelmees vechten met zijn spiegelbeeld. Hij is er echt kwaad op en heeft helemaal niets door. Grappig eigenlijk of toch niet ? Hij vecht, pikt snel wat uit de mezenbol en gaat op een bloempot zitten, hij vecht, pikt snel aan de mezenbol en gaat op de bloempot zitten, … En zo gaat hij maar door, steeds hetzelfde patroon herhalend. Later komt er een mees met zijn spiegelbeeld in het glas van de achterdeur vechten. Ik sta versteld hoe hij aan de muur kan hangen. Die beestjes hebben toch magische pootjes !

Naast deze vogels kregen we deze week nog bezoek van een grotere vogel. Op een morgen zei manlief : “Kom snel kijken maar, maar wees stil. Wat zou ik nu te zien krijgen, ik was benieuwd. En toen ik dichterbij kwam zat daar … een blauwe reiger. Ik sloop voorzichtig dichter bij het raam, maar de reiger had ons in het vizier. En toe ik te dicht kwam vloog hij op. Wat een mooi kado, zo vroeg op de dag. Dat zijn de kleine dingen die mij blij maken en die het leven de moeite waard maken. Je moet ze natuurlijk waarnemen, ik vraag me af wat de symboliek van deze ontmoeting was. Ik ga even kijken in mijn boek “Als de dieren spreken konden… .Tja, dat is een heel verhaal. Het komt erop neer dat je snakt naar meer levensruimte, meer plezier, dat je andere wil plagen en zelf ook geplaagd wil worden. Je kijkt vooral naar de buitenkant en duwt negatieve ervaringen weg,  je vraagt aandacht. De boodschap is dat je jezelf graag moet zien en dan bedoel ik niet enkel de buitenkant, maar vooral de binnenkant en van daaruit je positiviteit moet doorgeven zonder er iets voor terug te verwachten. Het is een hele boterham. Maar meestal brengen de dieren die op het onverwacht je levenspad kruisen je een boodschap. Dat vind ik nu het mooie aan dit boek.

Zo nu is het tijd dat ik echt naar buiten ga …. .

Ik wandel eerst naar de voortuin, een mees kruist mijn pad. Sommige struiken staan er kaal bij andere behouden hun blad.

In de verte weerklinkt kerstmuziek “I am dreaming of a white christmas” en geklop van een hamer. Ik droom van een warme kerst met veel lichtjes, lekker eten, de familie, lachende gezichten, gezelligheid, … en ga zo maar verder. Laat me maar dromen …

Manlief en ik hebben vorige week de lichtjes buiten opgehangen.

Een houten damhert draagt een precies een jasje.

Ik hoor geritsel op de grond, misschien van een vogel of was het een muisje ? Een enkel verdroogd blad draait rondjes hoog in de esdoorn. Even mijn neus tegen de kamperfoeliestruik drukken. Oh, wat hou ik toch van die mierzoete geur. Geluid van een motor en wielen, een grote tractor scheurt langs, remt aan de bocht en vervolgt zijn weg. Een koolmees steekt de voortuin over en vliegt dan naar de zijkant. Hoog in de lucht vliegen meeuwen in de zon. Roe koe, roe koe, kra, kra, kra, … hier is leven! Aan de voordeur staat grote fles gevuld met lampjes en een ster erop. Een beetje lager zit een beertje op een krans.

Het stelt allemaal niet zoveel voor dit jaar, maar het is toch gezellig. Vorig jaar zaten we nog met de handen in het haar toen we dachten hoe gaan we de versiering volgend jaar overtreffen. Dat bleek dus niet nodig te zijn… .Dit jaar houden we het meer bescheiden. MAAR we gaan er toch het beste van maken met ons viertjes.

Langs de oprit groeien zwammen op een afgezaagde boomstam.

Ik loop  naar de straat, even piepen in de brievenbus. Er zit niets in.

De zon zakt snel, het wordt frisser. Met de wind in mijn rug stap ik naar achteren.

Een auto vertraagt en rijdt de oprit op. Manlief komt thuis. Eerst even naar binnen voor een lekker kopje thee en wat bijpraten.

Terug buiten is de zon al helemaal verdwenen. Ik hoor het getjirp van de koolmees en het gekwetter van de parkieten, een duif vliegt weg. Op de grond ligt een gekraakte roos en wat dode dennentakken. Ik heb wat bladeren uit het gras verwijderd en onder de struiken gelegd. De Cyclamen zijn weer beter te zien. De voorjaarscyclamen beginnen al te bloeien. Staan er nu al werkelijk bloemen op de Chaenomelis. Warempel! In dochterlief haar tuintje word ik gadegeslagen door de kippen.

Twee bloeiende sneeuwklokjes spreiden hun bloemblaadjes uit. Een beetje verder bloeien twee Primula’s. Een haan kraait. De kuikens lopen zenuwachtig heen en weer. Deze week vonden we in hun hok een eerste ei.

Maandag was mijn laatste werkdag dit jaar, mijn werkjaar zit er op. Vakantie aldus, al is het dit jaar een beetje anders. Geen nood, ik zal me wel bezig houden. Ik ben er alvast ingevlogen met het kippenhok te kuisen en wat te wieden in zoonlief zijn tuintje. Vandaag heb ik een wandeling met dochterlief gemaakt, een kerstkaartje gepost en blaadjes opgeruimd.

Ik wandel verder door het openstaande hek. De goudsbloemen bloeien geel en oranje.

In de serre ben ik een experiment begonnen. Ik heb een hoekje nat gemaakt. Dat was nog een hele klus! Vervolgens heb ik er winterradijs, sla, spinazie en winterpostelein gezaaid. Een beetje laat of misschien veel te vroeg, we zullen zien wat er uit voortkomt. Ik verwacht niets! Ik neem gewoon waar. Het enige waar ik voor zal zorgen is dat alles vochtig blijft en dan … afwachten. Ik ben benieuwd.

In de gang achter de moestuin liggen een heleboel witte pluimen.

Hier is vast een duif gepakt. Door wie ? Duidelijke pootafdrukken verwijzen naar de vos.

Deze week vond manlief een dood konijn aan de voet van de perelaar achter het kippenhok. Toen hij het de volgende wou begraven was ervan gegeten. “Laat het maar liggen” stelde ik voor. En deden we. De volgende dag was het konijn volledig verdwenen.

Mooi, hoe de natuur zijn eigen opruimt, toch ? Hoe het konijn was overleden weten we niet, maar we hebben ondertussen al andere konijnen gespot in onze tuin. Ze zijn dus nog niet allemaal dood. Het zal wel de natuur zijn, ouderdom of zo.

De kippen vervelen zich binnen, de hanen beginnen te vechten, sommige hennen leggen af en toe een ei. Het is dan wel lastig voor hen, maar misschien is het toch een zegen. Zeker nu dat de vos door de tuin dwaalt.

De roze Viburnum bloeit nog steeds uitbundig, maar de eerste bloemen zijn nu bruin geworden. Ze vallen echter niet op.

De takken van bomen en struiken wiegen in de wind. Een merel slaat alarm, het wordt even stil in de vogelkooi. Een wolkenband hangt over het bos en de tuin. In het westen zitten opklaringen. Kra, kra, kra klinkt het van alle kanten. Het geruis van het verkeer, de lichten op straat gaan aan.

In de verte staren drie schapen me aan. Een ronkend vliegtuig vervolgt zijn weg.

De avond valt. In het kippenhok zoeken de kippen hun plekje op. Dat gaat gepaard met wat geruzie.

Het gras rond het kippenhok komt niet meer terug. Dat is toch wel raar, nu de kippen al zo lang binnen zitten !

In de verte blaft een hond. Mijn bankje staat gelaten onder een kale linde. Aan de wilgenhut hangen nog wat gele bladeren te wapperen. Ik loop nog eens tot helemaal achteraan, genietend van de wind, de stilte en de rust. De energie valt weg. In het bos is het kalm.

Ik moet maar weer eens naar binnen, zie niet meer wat ik schrijf … . Straks ga ik weer iets lekker maken in de oven en een konijn in de marinade zetten voor morgen.

Vermoeidheid overvalt me, ik geeuw.

Aan de keukendeur hangen de eerste kerstkaartjes, ik hoop dat er nog veel zullen volgen! Ze maken deel uit van het kerstgevoel.

Onder de ene kerstboom liggen pakjes, kleinigheden voor de kinderen. We konden het toch niet laten. Een kerst zonder pakjes is geen echte kerst.

Onder de andere kerstboom

hebben we de huisjes opgesteld.

Buiten blinken de lampjes,

ze verlichten de donkere avond.

Ze zenden hoop de hele wereld in.

Hopelijk heb ik jullie weer wat kunnen opvrolijken. Laat je hoofd niet hangen, maar maak er het beste van!

Ik denk aan jullie.

Laat ons hopen dat 2021 ons de oplossing brengt, waar we met zijn allen zo naar uitkijken. Wees lief voor jezelf en  je omgeving, want dat is de boodschap die de reiger ons brengt!

Warme wintergroeten

De Tuinvrouw