Donderdag 24 december,

Dag beste lezers,

Voor het eerst ga ik eens proberen om een blog van achter de computer te schrijven. Ik weet niet of dit wel gaat werken. Let ’s try !

Zondag zijn manlief en ik voor het laatst gaan wandelen in het drongengoed in Ursel. Het was voor de verandering eens in het laatste stuk waar we in coronatijd nog niet gewandeld hadden. Het was daar ook veel minder druk, blijkbaar lopen er daar geen wandelingen door. De meeste mensen zitten langs de kant van de drongengoedhoeve of Maldegemveld. En eindelijk, ja, … zagen we verderop reeën ons pad kruisen en dartelen door het bos. Manlief zag ook in de verte damherten staan. Onze dag was goed. Daar zitten ze dus! Daarnaast zaten er ook een hele groep staarmezen in het bos. Het zijn net kleine, pluizige bolletjes en ze zijn steeds in groep.

Voor deze week had manlief heel veel regen voorspeld …

Maandag werd dan ook een dag om binnen te blijven, boodschappen te te doen, lekker koken, een goed boek te lezen en gezellig samen een film te kijken. Toen het tijd werd dat de lampjes buiten aangaan bleef het donker. “Raar, waarom gaan de lichtjes niet aan ?” zei manlief toen het al bijna donker was. Hij ging kijken. Het houten damhert met jasje aan was onder zijn last bezweken.

Hoe jammer, juist nu ! Zie hem daar nu liggen, als een hoop houtblokken, helemaal kapot.

Dinsdag begint met een droge periode. Ik trek snel mijn kleren aan en ga met de kodak naar buiten, op zoek naar een verhaal. Ik wandel naar de voortuin, de mezenbol hangt er verlaten bij. In het gras steken de eerste krokussen al hun kopjes naar boven.

Uitkijken, dus , dat ik er niet op ga staan!

In het gras en mos zijn ronde open plekjes met daarin fijne witte regendruppels.

Hier hebben de merels gewroet op zoek naar wormen en andere insekten. Wat is de natuur toch mooie als je er oog voor hebt. En daar bij het prieel heb ik een klein groepje cyclamen gezet die ik per ongeluk meehad bij de opkuis van de bladeren. Benieuwd of die hier gaan groeien.

Voor en naast de veranda staan twee mooie coniferen en een notenboom die we nog steeds moeten verwijderen.

Wacht, ik zet even de muziek uit en het raam open. Zo hoor ik het geluid van buiten en kan ik beter schrijven. Ik hoor in de verte een haan kraaien. Als ik door het raam kijk voor mij zie ik een merel die hem zit te wassen. Met zijn snavel  maakt hij heel zijn verenkleed mooi. Hij schudt ook met zijn staart, zodat al het vuil eruit vliegt. Dan zit hij nog even stil en vliegt weg. Dan hoor ik weer een andere vogel panikeren, en getjirp van de mezen. Zo dat is beter.

Ik heb ook net mijn foto’s op de computer gezet zodat ik mijn wandeling kan verder zetten. Van de voortuin loop ik terug naar achteren. Mijn kleine boeddha zit zen onder een kale struik.

Hij laat de stilte toe. Eigenlijk heb ik ook af en toe nood om eens stil te gaan zitten en niets te doen. Enkel het geluid van de natuur en niet teveel licht. Dat kan zo een helende werking hebben op de ziel en het gemoed. Maar dat is iets dat je moet leren, de meeste mensen hebben schrik om eens stil te vallen en henzelf tegen te komen. Ik niet.

Zo nu ga ik verder. Achter de hoek staat de Akebia nog vol in blad.

Het blad is geel of zelfs zwart verkleurd. Al het vuil van dit jaar kleeft eraan. Het is dringend tijd om het los te laten. Wat voorbij is is voorbij … en plaats te maken voor iets nieuws. Nieuw fris groen blad in dit geval. De natuur heeft ons zoveel te leren!

Ondertussen komt manlief thuis met een parelhoen, één, geen twee, zoals de andere jaren. We zijn ook maar met vier deze avond. “Waarom staat dat raam hier open ? Het wordt hier koud.” zegt ie. Ja, dat voel ik ook aan mijn voeten, maar een beetje frisse lucht kan echt geen kwaad!

Waar was ik nu alweer gebleven ? Ik loop verder naar achteren langs een paar groenblijvende struiken.

En dan sta ik bij mijn cyclamen. Wat vormen ze toch een mooi tapijt van bladkleuren.

Grijze

en groene met tekeningen,

sommige bloeien, andere niet.

Een beetje verderop steken zwammen hun vruchtlichaam naar boven in het mos.

Ze zijn in hun nopjes nu het weer wat vochtiger is. Tussen de bladeren ligt een takje met een andere soort zwam op.

Op andere plaatsen liggen bergen eikels in het gras.

In de zijborder staan de dovenetels groener dan ooit.

Manlief komt binnen en doet het raam dicht. Direct voel ik de opgesloten druk, raar hoe ik daar tegenwoordig zo gevoelig aan word. Ik ben dan ook een echt buitenmens. De regen valt ondertussen naar beneden en klettert tegen de ruiten.

In de schaduwtuin staan nog enkele groene varens,

een groepje zwammen komt boven het zachte mos.

De kleuren van dochterlief haar huisje zijn assorti met die van de lege hostapotten.

Bobbie James ligt kaal over het tuinhuis. In zoonlief zijn tuintje is de takkenwal bedekt met een waterval van fijne, groene blaadjes.

Oorspronkelijk dacht ik dat dit een bodembedekker was, maar blijkbaar houdt ie ook van klimmen. Geen probleem, hoor. Waar ie teveel wordt trek ik hem gewoon uit. Het is een kwestie van evenwicht. Altijd maar balanceren op een dun touw … . Wat zal het worden, gaan we die richting uit of zal het die andere  zijn?

Ik keer me om en wandel dochterlief haar tuintje in. Hier staan nog wat sleutelbloemen en viooltjes, die ik gered heb en een tweede leven wil geven.

Dan loop ik verder door en geniet van de kleuren van een rododendron,

de blaadjes van de cotoneaster kleuren rood, … .

Een beetje verderop loopt manlief.

De rozentuin ligt er kaal bij, klaar voor het nieuwe jaar. Gelukkig wordt mijn aandacht naar de mooie kleuren van de kornoeljes getrokken.

Zo is er altijd wel iets moois, dat je hoop geeft. Laat ons focussen op de mooie dingen en de andere verwerken en loslaten.

Voor het kippenhok staat een enorme roos met een heleboel rozenbottels.

De kippen en eenden zitten op stok. Ze kijken me aan als ik voorbij loop.

Achter het kippenhok strekken de witte berkenstammen zich uit naar de hemel. Ze maken verbinding met hemel en aarde.

Een beetje verder staat de eucalyptus heen en weer te zwaaien in de wind beladen met zijn immer groene bladeren.

Manlief heeft iets ontdekt achter het kippenhok. Een beetje later komt hij met een klein takje met een nog kleiner zwammetje op naar me toe. Zo minuscuul en toch zo mooi. Daar kan ik helaas geen foto van maken.

In tegenstelling tot verwacht blijkt het nu nog op te klaren … , geen regen meer voorlopig.

De takken van de wilgen lichten op.

In het bosje achteraan worden de helleborussen steeds groter.

Binnenkort gaan ze bloeien. Ik kijk er al naar uit! Ook de ossetongen schijnen het goed te doen, ze zijn gelanceerd.

Terug richting huis loop ik langs de kale wilgenstruiken. Ze spreiden hun vleugels uit over de tuin, maar ook over de moerascypres.

Hier zullen we moeten ingrijpen en snel! Komt wel goed. Op mijn terugweg kom ik langs de bruine fopzwammen

en de symphorycarpus, die met  roze bolletjes zijn eigen versiert.

Tenslotte ga ik nog eens in de serre naar mijn experiment kijken.

Tot mijn verbazing zie ik heel, kleine, groene plantjes hun kopje boven de grond steken. Zou het dan toch lukken om hier iets te oogsten ? Dan ga ik maar naar binnen.

Tot ons genoegen kunnen we later nog de hele namiddag in de tuin werken. Vandaag geen wandeling in de bossen, maar de takkenwal snoeien aan het kippenhok. Daarna beginnen we ook nog aan de snoei van enkele wilgen en manlief heeft enkele stekken van een roos uit de grond gehaald. Ze krijgen een nieuwe plaats bij de gesnoeide takkenwal en de pergola achter het kippenhok. Verder verplanten we nog een stek van een mooie kornoelje.  Voldaan en blij van het buitenzijn gaan we naar binnen. Tijdens het vieruurtje landt een hele familie staartmezen bij de mezenbol.

Ze worden weggejaagd door de koolmees en de pimpelmees. Ze hebben echter trek en komen steeds terug. Zo vlug laten ze zich niet verslaan. Ze wachten gewoon hun beurt af!

Dan gaan ze met één, twee,

drie, zelfs vier tegelijk aan de bol hangen.

Wat een leuk zicht. We zitten ze met grote verwondering  gade te slaan. Het licht gaat uit en zoonlief haalt zijn fototoestel uit. Vandaar deze mooie foto’s.

Dochterlief heeft haar dag niet. Ze mist contact en verveelt zich. Ze is zelf niet in stemming om een star wars film te kijken en dat wil al wat zeggen !

Woensdag gaat dochterlief op bezoek bij haar knuffelcontact, moeke. Ze spelen heel de dag spelletjes en amuseren zich allebei. Ze komt gelukkig en blij naar huis.

Tussen de buien werken manlief en ik nog wat in de tuin. Nog wat snoeien en planten verzetten. Zoonlief houdt hem bezig aan zijn computer.

Zo zijn we er vandaag allemaal klaar voor om kerstavond met ons viertjes te gaan vieren. Manlief heeft al zijn kersttrui aan, ik moet nog douchen en mij klaarmaken. Wat zal ik aantrekken ? Ik ga me toch mooi maken! Het is en blijft een speciale avond. De kerstkaartjes hangen aan mijn keukendeuren,

kindje Jezus is nog niet geboren, maar ligt toch al in zijn stal. Gisteren heb ik nog samen met zoonlief lampjes opgehangen in de inkomhal.

Het mag voor ons ook mooi zijn. Terwijl ik rustig zit te schrijven dekken man- en dochterlief de tafel. Er staan slechts vier borden.

” We hebben nog nooit kerstavond alleen gevierd”, zegt manlief weemoedig. En dat is ook zo, maar voor alles is een eerste keer, dus … zullen we er toch een gezellige avond van maken. De tafel is versierd met theelichtjes,

een tak met kerstlampjes, de zilveren herten, de familie die kerstliedjes zingen en natuurlijk ook het mooie servies. Dat mag toch niet ontbreken!

De tafel is gedekt, nog enkel het voorgerecht voorbereiden en de kerstbûche gaan halen bij Eefke. Dochterlief wou graag ijstaart, vandaar …

In de keuken is ook nog wat kerstversiering aangebracht,

aan versiering geen gebrek.

Ik wens jullie allemaal een vredevolle, aangename kerst toe. Steek maar veel lichtjes en kaarsjes aan. Laat het licht in jouw hart stralen en blijf dankbaar voor alles wat je op je weg tegenkomt. Laten we er samen voor gaan, wees aardig voor iedereen, maar vooral voor jezelf! Stel je open.

Ik ben in gedachten bij jullie en schenk jullie alle liefde die in mij zit.

Warme kerstavondgroeten

De Tuinvrouw