Zondag 19 december 2021,

Dag beste lezers,

Vorige week was een echte regenweek. Vrijdag viel er maar liefst 43 liter per vierkante meter. Zaterdag startte tot onze grote opluchting zonnig.

De dag was aangebroken … onze treurwilg werd vakkundig stuk voor stuk tegen de grond gelegd.

En dat was jammer genoeg echt nodig.

Manlief en ik sleurden de dunnere takken van de voortuin tot helemaal achteraan. Daar was en is nog steeds heel veel plaats in de takkenwal. Tja, vanaf nu zal ik de specht niet meer zien pikken in zijn stam en zal ik ook geen vogels meer zien zitten in zijn takken als ik ’s morgens wakker wordt. Toch is het veiliger voor ons huis en de veranda. Maar er is geen reden tot getreur, er staan nog een heleboel grote bomen in de voortuin : de esdoorn en de donkere beuk vooraan en de notelaar aan de zijkant.

De week die volgt is vooral grijs, maar helemaal niet koud. Meestal valt er fijne miezer uit de lucht, de laatste dagen hangt er ook nog eens mist. Het zijn de donkere dagen van het jaar, nietwaar ? Maar er is hoop, heel binnenkort beginnen de dagen alweer te lengen. Gisteren was alweer zo een grijze dag. Manlief begint met de treurwilgblokken in stukken te slaan met de kliefhamer.

En dat doet ie met plezier !

Ik mag het gekliefde hout wegvoeren en stapelen. Hoera !

Maar eerst maak ik wat foto’s voor mijn nieuwe blog. Op de schors van de dode wilg groeien verschillende soorten zwammen.

Ze verschillen in vorm,

grootte

en kleuren.

Wat zijn ze mooi.

Ik kan me er echt over verwonderen en geniet er des te meer van.

Later in de namiddag houdt manlief op met klieven voor die dag en begint hij de bladeren op de oprit en de voortuin samen te blazen.

De beukenbladeren voer ik met de kruiwagen naar de moestuin.

In de achtertuin blaast manlief de eikenbladeren samen die ik dan naar de rododendrons voer.

Zo wordt onze tuin ook weer extra gevoed en dat kan je zien in de groei van de planten.

Vandaag is manlief alweer hout aan het klieven terwijl ik deze blog in mijn schriftje schrijf. Dan hoor ik manlief een praatje maken met de buren van achter ons haag. Gezellig, even pauzeren, ik ga ook even dag zeggen. “Ben je aan het schrijven ?  vraagt onze buurvrouw. “Ja zeker.” zeg ik. Dan praten we nog wat verder over koetjes en kalfjes tot de buren het krantje van Ursel gaan ronddragen in de straat en wij onze activiteiten voortzetten. De hoop gekliefde blokken groeit gestaag.

Vogels zingen een hoopvol lied, de ketel in huis slaat aan.

De Camellia staat vol nieuwe bloemknoppen voor volgend jaar. Zompend loop ik op mijn klompen door het natte gras.

De bleke Skimmia draagt rode bessen.

Druppels vallen uit  de bomen op het natte gras en de struiken. Het is vandaag alweer niet droog maar ça va nog.

De voorste zinken kuip stond vorige week helemaal onder water. Och arme de hosta’s, die houden niet van verzopen voeten ! Wat is er met de gaten aan de onderkant gebeurd ? We hebben de kuip dan maar op haar zij gedraaid en gekeken. Wortels van bomen hebben zich door de gaatjes gewurmd op zoek naar water. Manlief is de boor gaan halen en terwijl ik al dat gewicht mocht tegen houden heeft ie nieuwe gaatjes geboord. Oef, wat was ik blij als die klus geklaard was ! Vandaag is de aarde nat, maar er staat geen water meer in de kuip tot grote vreugde van de hosta’s. Parkieten kwetteren vrolijk.

Twee pimpelmezen vliegen in de sparren van de buren. In de tuin van Kjell en Lucinde ligt nog een hele verzameling van bladeren in het gras. Die zullen we nog een andere keer op moeten ruimen. Naast de kipjes ligt een berg gekliefde houtblokken te drogen.

Ik wandel op het pad dat afgeboord is met berkenstammetjes versierd met  geweizwammetjes.

Hier kijken twee stenen uilen me nauwlettend aan.

De verzameling tasjes aan de vogelkooi wordt steeds groter, maar er kunnen er nog altijd een paar bij.

Drup, drup, drup vallen de regendruppels naar beneden.

Ah, ja, ik moet nog mijn zoete aardappel opgraven voor het gaat vriezen.

Ik ben benieuwd of dat iets is geworden.

Overal blinken regendruppels aan de planten.

Achterin de struikenborder bloeit een Viburnum,

vooraan verkleurt een Cotonneaster rood.

Rond mijn hoofd vliegen een heleboel insecten.

In de rozentuin probeert een roos nog open te komen.

Kippen, kuikens en eenden roepen in hun hok “Hé, halo, wij hebben honger, waar blijft ons eten ?”.

En dan staat daar plots voor mijn neus de Eucalyptus.

Brr, een rilling loopt over mijn rug, plots krijg ik het fris. Ik besluit dan maar om terug te keren. Even opwarmen en dan aan de slag.

Dat was het dan voor vandaag …

Warme groeten

De Tuinvrouw