Woensdag 26 januari 2022,

Dag beste lezers,

De feestdagen liggen alweer een eind achter ons. De kerstversiering is afgebroken …

De winter vertoont zich als een eindeloze reeks grijze dagen op enkele uitzonderingen na. En ja, dat steekt tegen.

Ik verlang naar de lente, de zon, de mooie dagen.

Lucy zit binnen van achter het raam de vogels te bespioneren. “Mauw, mauw, mauw” babbelt ze. “Kijk daar al die mooie vogeltjes, kon ik er maar bij”. Maar nee, ze blijft gezellig binnen. Daarna wandelt ze ongeduldig door het huis. Wat zou ze nu gaan doen ? Een beetje eten, wat drinken, een beetje aandacht vragen of liever uitgestrekt in de zetel op een dekentje gaan liggen ?

Gisteren heb ik na de zoveelste grijze dag het huis vol gezet met theelichtjes. Als de zon buiten niet mag schijnen breng ik ze maar naar binnen. De sfeer voelt direct een stuk vrolijker aan.

Ook vandaag is de lucht weer saai grijs. Nog eventjes geduld en dan ga ik naar buiten de tuin verkennen.

Zo klaar. De achterdeur staat open …  Vogels roepen ” Twiet, twiet, welkom buiten in ons paradijs”. Het is grijs, maar helemaal niet koud, hoogstens een beetje kil. De tuin is veranderd in een puinhoop. Verdroogde bladeren liggen her en der verspreid over het gras, de parken en de paden. Enkel de Helleborussen heb ik al vrijgemaakt.

Een ijzeren haan kijkt  achter zich.

De meeste bomen staren me kaal aan.

Een zwerm vogels doorklieft de lucht. Een koolmees zingt in een jonge berk en vliegt dan snel verder. Ik wandel door het gras richting Cyclamen, goed kijkend waar ik mijn voeten neerzet. Hé kijk, daar staat al een eerste krokus in knop.

Maar ja, het is dan ook al bijna februari. Waar gaat de tijd toch heen ?

De lentecyclamen bloeien in grote getale, deels verstopt onder de beukenbladeren.

Ik wandel door het met bladeren en mos bedekte gras richting voortuin. In het droge park zorgen kleine rozenbotteltjes voor wat kleur.

Een kleine den kijkt me vragend aan. “Wanneer gaan we op stap naar het grote bos ?”  Ik moet er dringend werk van maken, hij wordt best al groot, hier kan ie zeker niet blijven.

De gele toverhazelaar bloeit rechts,

de oranje/rode links van mij.

Dan loop ik langs de hosta’s en de sneeuwklokjes die nu hun hoofdjes boven de grond steken.

Ze liggen bedolven onder een dikke laag bladeren. Dit park ga ik morgen aanpakken, het staat in mijn agenda.

De bruine beuk spreidt zijn armen open over de voortuin.

Zijn laatste, verdroogde bladeren wapperen in de wind.

Mijnheer en Mevrouw De Mol hebben zich duidelijk geamuseerd in de voortuin.

Ik ben benieuwd waar de krokussen dit jaar weer zullen te voorschijn komen. Zo blijft het natuurlijk extra spannend.

De laatste blokken van de treurwilg moeten nog een plaatsje krijgen. Ze wachten geduldig af.

De vijver ligt er op het eerste gezicht wat stil bij. Het lijkt alleen maar zo. Onder het wateroppervlak zitten vast veel padden, kikkers en salamanders in rust.

De kamperfoeliestruik verspreidt weer zijn heerlijke zoete geur over de tuin.

Helaas heeft ie ook dit jaar zijn bladeren niet verloren. Rien à faire. Overal waar ik langs wandel zie ik werk, maar dat moet nog maar even wachten. Nu schrijf ik eerst deze blog.

Ik loop rond het huis en kom zo weer in de achtertuin. Het zit hier vol met koolmezen. Ze zitten in Nestor, de Cherrythree, verkennen de bodem er onder en vliegen van tak naar tak. Verderop vrolijken rode bessen de bleke bladeren van de Skimmia op.

Een andere Skimmia staat vol gesloten roze bloemknoppen.

Bruine zwammen vleien zich tegen de stam van een dode Prunus.

Groene varens beschermen de grond. Voor de tweede maal hoor ik in de verte geknetter, net alsof er vuurwerk wordt afgeschoten. Of zouden er oefening zijn van het leger op het vliegveld ?

In dochterlief haar tuintje komen de sneeuwklokjes al verder boven,

sommigen staan al volledig open.

De kipjes staren me van uit hun hokje aan. De haan loopt zenuwachtig heen en weer.

Een Cyclaam komt uit een berg compost gekropen.

Dan loop ik zoonlief zijn tuintje in. Oei, wat is er met zijn vijvertje gebeurd ? Het water is zeker dertig centimeter gezakt.

Tja, er is al eens een nieuwe plastiekfolie in gelegd. Het moet dan maar zo blijven vindt zoonlief.

De takkenwal er rond ziet er in ieder geval erg mooi uit.

Ik loop verder onder de pergola, de rozenbottels laten me dromen over de zoete geuren van de rozen. Daar zal ik nog een heleboel geduld voor nodig hebben, maar die dag zal er vast ook weer snel zijn.

Een mooie varen staat voor de vogelkooi.

Duiven en merels vliegen verschrikt op als ik van achter de hoek kom.

Vorige week hebben we wat wilgen gesnoeid. Ze staan er nu weer netjes bij.

“Prrt, prrt, rrtp “. De pimpelmees verzamelt eten in de appelboom. “Geen tijd te verliezen !”.

Twee toverhazelaars versieren ons weiland met hun mooie kleuren.

Het worden best al grote struiken. Dan loop ik naar de appelboom. Ik kijk omhoog op zoek naar de maretak. Daar is ie en hij hangt vol met bessen.

Wat maakt deze ontdekking me toch gelukkig. Zoonlief mag ze plukken en op andere plaatsen gaan plakken in de hoop dat we er meerdere van krijgen.

De hulst verderop aan de rand van het weiland hangt vol rode bessen.

Hennen, hanen, kuikens en eenden bedelen om eten in hun hok. Daar zal ik zo eens naar gaan kijken.

Op het tweede weiland verschijnen reeds vele groene blaadjes van bloembollen. Er staan zelfs enkele gele krokussen in bloemknop. Nu nog wat zon en dan komen ze open.

Enkele wilgen zijn ook hier gesnoeid. Andere bomen en struiken krijgen voorrang.

Ik loop langs de wilgenhut. De liggende wilgen zijn een stuk ingekort, maar hebben nog steeds een mooie vorm.

Dan volgt ik  het brempad tot aan de bosrand.

Dode blaadjes ritselen aan de eik.  Zwarte vruchten wiegen aan de takken van de els.

De grote kerstboom kijkt me recht in de ogen.

Onder de oude perelaar staan een massa paaslelies in knop.

En dan ben ik bij de twee dennetjes. Hier is vast nog wel een plekje voor een derde. En wat nog belangrijker is … ze mogen hier groot worden. De eekhoorntjes, goudhaantjes, vleermuizen en nog zoveel andere dieren zullen me hiervoor dankbaar zijn !

Dan ga ik verder langs ons bospaadje omringd door het blad van fluitekruid en Helleborus. Op het einde kijk ik recht naar een andere kerstboom.

Onze takkenwal is ook weer mooi aangevuld en opnieuw ingevlochten.

Ik kijk en geniet nog even van onze tuin. De toren steekt boven de beukenhaag uit.

Nog wat verder steken berken, wilgen en Eucalyptus boven alles uit. Vogels zingen vrolijk hun lied. Een koude wind koelt mijn wangen en maakt mijn vingers koud van het schrijven. Ik wandel terug … terug naar mijn andere verplichtingen.

Warme wintergroeten

De Tuinvrouw