Zondag 24 januari 2021

Dag beste lezers,

Deze morgen word ik wakker met een beetje goede moed. Ons dakvenster is bedekt met een dun laagje sneeuw.

De hemel is blauw en de zon schijnt. Nieuwsgierig loop ik naar het raam, benieuwd hoe onze wereld er vandaag uitziet. Het grootste deel van de tuin is bedekt met een fijn wit poederlaagje.

Het is alsof hij mierzoet bedekt is met een laagje suiker! Een beetje sprookjesachtig, betoverend mooi. Je moet het alleen maar waarnemen!

Rond 10 uur vertrek ik met de kodak naar buiten. De tuin zit vol met vogels: kool- en pimpelmees, heggemus, roodborst en merel vormen prachtige melodieën. Raar, het is alsof er lente in de lucht hangt en toch is alles wit en groen. Als ik met mijn rode laarzen door het witte gras loop, kraakt het onder mijn voeten. Bij nader inzien zie ik allemaal ijs- of sneeuwbolletjes dicht naast elkaar.

Gisterenavond laat waren het grote sneeuwvlokken. Ze zijn later overgegaan in korrelsneeuw. Het dak, het terras, de tuintafel zijn bedekt.

Mooi is dat. En het rare bij dit alles, het voelt helemaal niet koud. Er is zon en het is windstil. Zalig hoor. Ik wandel naar de voortuin genietend van alle pracht. Voor mij ligt een hoop gesnoeide takken.

Links hebben we een nieuwe toverhazelaar geplant. Het is de Hamamelis “Orange Peel” met grote oranje bloemen. Die vind ik echt heel mooi.

Gisteren kon ik het niet echt laten … ik wou nieuwe planten voor de tuin.                                                                                                                                                                Manlief en ik zijn dan naar de Wilgenbroek  in Oostkamp gereden in de voormiddag. Er was daar geen kat. Dus konden we rustig rondkijken en mooie heesters kiezen.

Ik loop verder rond. In de voortuin ontmoet ik mijn maatje en een heleboel koolmezen zitten in bomen en struiken. Ze komen niet voor mij, maar voor de mezenbollen. Op de veranda ligt een heleboel sneeuw, even als op het glazen tafeltje.

Sneeuwklokjes komen boven

en als je goed kijkt, zie je groen van krokussen tussen al dat wit.

Dus moet ik goed uitkijken waar ik mijn voeten zet. Aan sommige struiken hangen druppels water.

Andere zijn bedekt met het koude wit. De rode botteltjes van de rozen trekken mijn aandacht.

Het prieeltje komt mooi uit. Roe koe, roe koe, roe koe, klinkt het. Geweerschoten in de verte. Ze zijn weer aan het jagen. Mensen zijn op wandel of aan het fietsen of lopen. De frisse lucht doet hen deugd.

Aan de voordeur ruik ik de ajuinachtige geur van de Tulbachia’s.

De lege houten krans vul ik nu even met het bakje bloembollen dat ik van manlief gekregen heb. De blauwe druifjes steken hun knopjes al boven. In de dakgoot hoor ik water druppen. De sneeuw is alweer aan het smelten.

Aan de andere zijde van het huis staan een heleboel sneeuwklokjes boven. Een aantal bloemknoppen maakt zich klaar tussen de groene blaadjes. Nog enkele dagen geduld hoor ik ze fluisteren. En dan kom ik bij de mooie toverhazelaar aan de achterdeur. Eigenlijk is het raar. Hij heeft donker oranje en licht oranje bloemen.

En beide takken komen van boven de ent zo te zien. Heel apart, een extraatje. Heel mooi en ze ruiken ook lekker.

Drup, drup, drup, doet het water in de goot. Ik hoor de parkieten weer volle bak vertellen. Het is toch machtig hoe die elke dag vrolijk zijn. Elke dag opnieuw. We kunnen er nog veel van leren.

Onder de bomen bewonder ik de mooie tekening van een varen.

Nu eerst even naar de cyclamen kijken.

Wat zijn ze toch veer mooi. Verwonderd kijk ik toe hoe er steeds meer in het gras verschijnen en een beetje verderop zie ik groepjes gele krokussen.

Daar zijn ze, onze lentebodes, ook al is het nog steeds winter! Ze staan in knop, komen nog niet open. Natheid, kou en wind kunnen ze verdragen. Zelfs als ze verkleumd zijn. Respect heb ik voor deze planten!

In de haag zie ik weer mijn maatje zitten. Hij achtervolgt me vast. Nee hoor, er zitten er hier best veel. In de namiddag is de meeste sneeuw verdwenen. Een cirkel van dennennaalden, noten en bruine bladeren bedekt het gras. Het is de afdruk van de grote gesmolten sneeuwbal die zoonlief vorige week maakte. Bekijk gerust nog maar eens dit filmpje.

In de schaduwtuin bloeit de Sarrococca.

Hij staat vol met kleine, witte bloemetjes. De serre ziet vandaag ook weer helemaal wit.

Het gekwetter van de parkieten klinkt steeds luider.

Een haan kraait in het hok, gevolgd door het gekraai van een andere. De sneeuw kraakt onder mijn regenlaarzen.

We zijn deze week begonnen met het onkruidvrij make van onze groente- en bloementuin.

Een beetje verderop staat manlief bij de weerhut. Even de temps en de neerslag opnemen.

Rechts staan 2 toverhazelaars rijkelijk te bloeien. De ene met al wat grotere bloemen dan de andere.                                                                                                                Manlief loopt in de namiddag rond met een spitvork. Hij voert oorlog met de brandnetels. Raar maar waar, aan roos “Zepherine Drouhin” staan nog steeds drie bloemknoppen. Die ene wordt steeds groter. Gaat ie werkelijk opnieuw bloeien?

De Cornussen schenken hun mooie kleuren aan de border.

De ijzeren badkuip ligt te wachten tot we hem naar de ijzerhandel brengen.

Hij ligt hier nu al zoveel jaar en we doen er niets mee. Het enige waar hij voor zorgde was een tragische gebeurtenis. Er verdronken kuikens in. Nu heeft ie plaats gemaakt voor een deel nieuwe struiken. Een rododendron en 3 hydrangea’s.

Eerder hadden we hier al wat Helleborussen en Heuchera’s gezet. Ik nodig manlief uit om hier nog wat netels te komen uitdoen. Er komt precies geen einde aan. Al dat kruid is op hopen gelegd en wordt later afgevoerd naar het containerpark.

Anders kunnen we bezig blijven.

Achteraan piepen groene blaadjes van de krokussen boven de sneeuw.

Mijn bankje is ook bedekt met een laagje poeder.

Ik bewonder de groene blaadjes van ons eikje,

de takkenwal en de oude perelaar.

De beukenhaag rond onze uitkijkpost licht op in de zon.

Overal zitten koolmezen, merels vliegen verschrikt weg. Onder de perelaar komen steeds meer paaslelies boven. Sommige steken hun bloemknoppen al in de lucht.

Het zal niet meer zo lang duren, denken ze. In het bos lopen wandelaars. Overal hoor ik stemmen … gedaan met de rust. Dat is voor mij soms hard aanpassen, maar ik gun het de mensen wel zolang ze maar respect hebben voor de natuur. Slechts weinigen hebben een tuin zoals wij.

Toch verlang ik naar een plaats in de natuur waar het rustig en stil is. Geen huizen of windmolens te zien in de verte. Ik betwijfel het of ik daar nog ooit zou kunnen komen, maar goed, we leven op hoop.

Maar gelukkig heb ik hier mijn eigen paradijs waar ik van kan genieten. Plots valt het me in dat ik nog naar de bibliotheek moet. Helemaal vergeten, boeken terugbrengen. Zoonlief heeft een boek nodig voor school en ik kan best ook wat nieuw leesvoer gebruiken. Gelukkig, het is nog niet te laat. Ik wandel rustig terug richting huis ….

genietend van de tuin.

Mijn blog schrijf ik dan maar na het middageten. Maar zoals jullie lezen is me dat prima gelukt.

Ik hoop dat jullie ervan hebben en genoten en kijk al uit wat ik jullie de volgende keer kan vertellen.

Warme winterse groeten

De Tuinvrouw