Zaterdag 9 januari 2020,

Dag beste lezers,

Ik heb goed geslapen deze nacht en … als ik deze morgen naar buiten kijk zie ik een winterwonderland. Alles is bedekt met een fijn laagje ijs. De meisjes boerenpaard staan in de wei aan de overkant van de straat.

Ademwolkjes ontsnappen uit hun neus.

Ik ga naar beneden een was insteken, eten, me warm aankleden en dan naar buiten. De zon komt op en zet alles in een wonderbaarlijke gloed. Ik verlaat het huis via de achterdeur. De pimpelmees vliegt net  weg bij de mezenbol. “Sorry, dat ik je stoor, kom maar snel terug!” zeg ik nog.

Als ik om me heen kijk zie ik alles in het wit. Wit gras, witte bomen, witte struiken, witte vaste planten. De tuin zit vol met vogels die op zoek zijn naar wat eten om op te warmen. Recht voor mij zit de roodborst in een klimroos onder de dennen. De lucht wordt gevuld met het vrolijk gekwetter van de parkieten. Over de Agapanthussen liggen zwarte plastiek doeken ter bescherming.

Manlief heeft zich een beetje misrekend, het is kouder dan verwacht namelijk -4°C in de lucht en -12°C aan de grond. Eigenlijk had hij dat al gezien de dag voordien toen we nog eens een mooie wandeling maakten in Keigatbossen. Maar ja, daarna moest ie nog ergens naar toe en dan is het er niet meer van gekomen om de potten binnen te zetten. Het was toen al donker dus … nu maar hopen dat de Agapanthussen het zullen overleven ! De wandeling heeft trouwens deugd gedaan en omdat het vrijdag was liep er niet zoveel volk. Lekker rustig zoals vroeger ! Ik wou ook eindelijk eens het nieuwe kunstwerk zien van onze kunstenares en buurvrouw Iryna. Ze zaagt dingen uit dode boomstammen. Het staat midden in het bos, we zagen het al van verre. Een houten man kijkt naar het bos vol verwondering met een eekhoorn op zijn schouder. Het is prachtig ! De energie straalt er van af.  Proficiat Iryna, dat heb je maar weer mooi voor elkaar. Als je in de buurt bent moet je dat eens gaan bekijken en misschien moet je dan ook eens in de Keigatstraat lopen om haar andere kunstwerken te bekijken.

Zo nu terug de tuin in. De houten tuintafel is bedekt met heel veel miniscule ijskristalletjes die een witte deken vormen.

De eenvoudige schoonheid van de natuur blijft me verbazen.

De gele krokus heeft het wachten opgegeven en ligt plat op de grond. Ik loop langs de tuintafel en kijk verwonderd naar alle planten.

Hun vormen worden geaccentueerd door een laagje ijs. Het gras kraakt onder mijn rode regenlaarzen. Naast de blauwe lucht en de zon verschijnen er nu ook enkele wolken. Het is raar, maar tijdens het fotograferen scheen de kou me niet te deren. Nu overvalt ze me plots. De koude lucht streelt mijn wangen, ik voel ze door mijn jas heen. Gelukkig, daar is de zon weer. Warme lucht ontsnapt uit mijn mond. In de vijver ligt een dun laagje ijs, de planten erin zijn wit.

De bloemen van de Choissya hangen slap.

Naast de vijver heb ik een perkje opgekuist en de bladeren van de Helleborussen afgesneden.

Ze gaan binnenkort bloeien.

De struikkamperfoelie ziet helemaal wit.

De rozenbottels zit ook onder een laagje ijs.

Ik loop over de oprit, doe het hek open en ga de straat op. Even van dichtbij naar de boerenpaarden en de witte weilanden kijken.

De buurman is ook net buiten en staat klaar om te vertrekken. Hij krijgt de deur van zijn auto met moeite open. Ik groet hem : ” Goedemorgen, buurman. Alles goed ? ” Hij wenst me een gelukkig nieuwjaar en een goede gezondheid. “Voor jullie ook zoveel” zeg ik terug “en de groetjes aan de rest van de familie!”. Dan loop ik langs het hekken de voortuin weer in. Nog even de mooie tekeningen op de planten bewonderen.

Wat een mooie kunstwerkjes zijn dat toch.

Koolmezen zitten in de beuk. Eentje zit op de mezenbol. Hij pikt er behendig in, vult zijn lege, gele buikje. Dan vliegt hij weg om plaats te maken voor andere vogeltjes. Ook hier zijn de potten met plastieken zeilen bedekt.

Ondertussen hoor ik overal gedrup, het ijs is alweer aan het smelten. Het wit verdwijnt … . Nu zit de roodborst op één van de ijzeren fietsjes. Een koolmees pikt aan de zonnebloempitten, een pimpelmees zit op de mezenbol. Het roodborstje en de heggemus zitten er onder in het bevroren gras. Zij zijn tevreden met de vallende restjes. Het is hier vogeldruk, deze morgen. Een koolmees zit eerst op en dan onder het prieeltje. Ik kijk stil toe en krijg weer warmer met de zon op mijn rug. Dan komt manlief aan met zijn kodak. “Hé, je staat midden in de krokussen” . Oeps, dat was ik vergeten, dat was niet de bedoeling. Daar gaat de rust! Ik loop verder … . “Ruik je de Tulbachia’s ?” vraagt manlief. Dat is het dus dat ik al heel de tijd ruik, maar niet kon thuis brengen.

Ik zet mijn wandeling verder langs de andere kant van het huis. Het droge park wordt versierd met witte, dode stengels van vaste planten. In de verte hoor ik de kerkklokken luiden. Is het dan al twaalf uur ? Warempel, bijna ! Nu ga ik eerst eens kijken naar de Cyclamen, ze zien er echt verkleumd uit.

Eigenlijk willen ze een warme deken vormen, maar dat lukt niet echt. Dan loop ik verder via het zwarte pad onder de bomen naar de schaduwtuin. De tekening van een varen komt prachtig uit in zijn witte jasje,

de witte bloemen van een andere plant komen dan weer minder tot hun recht.

Nu komt pas het echte winterwerk, ik loop naar zoonlief zijn tuintje, benieuwd wat ik daar te zien zal krijgen ! De Lespedeza is veranderd in een woest wit monster dat wild met zijn takken door de lucht zwaait.

De kleine rode botteltjes geven wat extra kleur aan de tuin.

De serre doemt op als een wit spook achter de takkenwal.

In dochterlief haar tuintje zitten de Cochins beduusd te kijken.

“Wat ziet alles er zo anders uit en wat is het koud!”.

Dan kijk ik uit naar achteren. Hier heeft het pas echt goed gevroren en dat merk je zo wel aan de foto’s. Doorheen de Alléé des Pomettes krijg je alvast een mooi beeld op de tuin.

Ik loop verder en voel de koude keiharde grond onder mijn rode regenlaarzen. Opletten, hoor, want het ligt hier toch een beetje glad. Rechts van mij staat het lage buxushaagje

en links bedekken fijne kristallen de kamperfoeliestruik.

Plukjes gras steken wit boven het weiland uit. De struikenborder is één geheel van wit- en grijstinten.

In de hogere struiken en bomen zit een koolmees.

Er vliegen er meerdere van struik naar struik door de tuin.

Ook de rozentuin is veranderd in een zwartwitfilm.

Prachtig, toch ? En wat een zalig, rustig, winters gevoel geeft me dit. En dan plots verschijnt dochterlief naast de vogelkooi. Ze wenkt me. Ik loop naar haar toe,

want ik weet niet goed wat ze wil. Ik sta blijkbaar in de weg. Ze wil een foto maken voor op haar instagram. “Waag het niet om een foto van mij te maken.” snauwt ze me toe. Dat doe ik dan maar beter niet. Ik hoop dat die fase snel voorbij gaat! We wachten af. Dan vraag ik haar om een foto van mij te maken, zodat ik ook eens in de blog kan verschijnen. Daar sta ik dan genietend van onze mooie tuin.

Het is winter, mijn lievelingsseizoen, zeker als het zo een weer is !

Dan gaat ze weer naar binnen en kan ik mijn wandeling voortzetten. Ik loop in de richting van het kippenhok. Daar staan drie stoelen naast elkaar, wachtend op een bezoeker.

Echt uitnodigend zijn ze niet. Ze zien er nogal koud uit en nu de kippen toch niet buiten mogen … zie ik er de zin ook niet van.

Het groepje berken met hun witte stammen gaan helemaal op in het winterlandschap.

Ik loop verder naar mijn bankje onder de linde.

In deze omgeving heeft een ware oorlog gewoed. Krokussen liggen afgebeten of in hun geheel boven op het bevroren gras verspreid.

Mijn eerste tulpje ligt plat op de grond. Dit is al de tweede keer deze week. De eerste keer stelde zoonlief dat vast. Ik heb toen een schopje gepakt en alles zoveel mogelijk terug in de grond gestopt. Tevergeefs blijkbaar, want vandaag is het weer zover. Welk beest heeft er hier zoveel fun ? Grrr… Zou het een konijn zijn ? Neen, dat denk ik niet want er zijn geen graafsporen. Zou het een groep muizen zijn die hier een feestje heeft gebouwd. Maar waarom hebben ze dan niet alle bollen opgegeten ? Of zou het de eekhoorn zijn, die op zoek was naar zijn wintervoorraad ? Of misschien is één of andere vogel wel de dader. Ik gis alleen maar wat, weet het niet echt. Er leven hier zoveel dieren en diertjes. We zullen er eens de wildcamera op moeten richten. Benieuwd wat we dan te zien zullen krijgen. Ik vrees dat mijn bloembollenveld niet het gewenste resultaat zal opleveren waarop we gehoopt hadden. Maar zo is het nu eenmaal. Als we niet nieuws proberen weten we ook niet of het zal lukken, vandaar .. . Het is met vallen en opstaan, maar dat is ook het mooie er aan !

Ik kijk verder de tuin in en zie de Eucalyptus in volle glorie.

Rechts staat de speciale eik, mooier dan ooit met dat witte randje rond zijn blad.

Ik bekijk hem van wat dichter. Het is echt een plaatje. Als ik wat meer talent had en wat meer tijd zou ik het best wel eens willen tekenen met potlood op een blad. Ik heb al de raad gekregen om het gewoon eens te doen. Maar ja,  het is niet echt mijn ding. Laat mij maar verhalen schrijven, maar misschien doe ik het toch nog wel een keer.

Grote bremstruiken beperken mijn zicht links van mij,

rechts staat een klein wit sparretje.

Zo, schattig, mijn kleintje. Ik hoop dat ie kan uitgroeien tot een volwassen exemplaar. Lieve spar, beschermer tegen verkoudheden en virussen. Konden de anderen ook eindelijk eens tot dit inzicht komen, hé ! Maar ja, waarom zou ik me daarover druk maken. Nu ga ik verder langs de bosrand, tussen de mooie, kleurige takkenwal

en wat bomen door. Hier is het minder koud en het gras nog groen.

Het weiland tussen de twee bossen in is wel  helemaal wit.

Dan loop ik verder tot aan de grote, oude perelaar. Rondom de perelaar liggen nog steeds rottende, peren. De vogels ruimen ze steeds verder op. Maar onder hem komen ook steeds meer paaslelies boven. Sommige groeien dwars door de peren heen.

Wonderbaarlijk vind ik dat, zo los door de peer heen. Ik sta ervan te kijken.

Dan ga ik maar weer eens richting huis. De gekrulde wilgendoorgang is mooi met zijn grillige vormen.

En dan is manlief daar weer met zijn kodak.

Hij maakt foto’s en geniet van het prachtige winterwonderland. Het strekt zich uit vlak voor onze neus. Wij hebben geen nood om in de sneeuw te gaan wandelen, alhoewel we dat wel erg leuk zouden vinden. Maar je bent tegenwoordig toch nergens meer welkom, dus … kunnen we beter hiervan genieten! En dat doen we … met volle teugen. Voor ik terugkeer kijk ik nog eens naar het witte gras op het weiland naast ons op zoek naar de meisjes damhert.

Helaas ze zijn in geen velden te bespeuren. Een beetje verderop komt een leeg nest goed tot zijn recht in een Spaanse aak.

Deze groeit hier goed naast de vlierstruiken die hier wat staan te suffen. Ze gaan meer dood dan ze groeien, maar ik laat ze toch maar staan.

Dan krijg ik weer een wit groot knoopkruid in het oog.

Wat ziet dat er mooi uit met al dat ijs. Eigenlijk is dit het dode bovengrondse deel dat we laten staan hebben. Zo zie je maar dat je niet alles direct moet afknippen als het dood is. Zo kan je nog van een mooi winterzicht genieten. Ik werp nog een laatste blik op het kippenhok, de twee deuren zijn netjes gesloten, de kippen zitten binnen op stok.

Dan wandel ik verder richting huis. De serre staart me nu van de andere kant aan.

In de struikenborder zit nog steeds een koolmees te zingen.

Achter de serre laat ik wat water uit de regenton lopen in de hoop dat ze niet barst. En dan zie ik dat de deur van de serre nog open staat.

Dat is maar goed ook, want op de één of andere manier wordt het er dan minder koud dan als ze volledig dicht zou zijn.

Ik loop langs de kippen

en de parkieten

onder de rozenbottels van een klimroos door.

De zaden van de blauwe regen hangen nog steeds naar beneden.

rechts in dochterlief haar tuintje staat de salie “Amistad” er maar triestig bij.

Hij laat zijn blaadjes helemaal hangen. Maar ik vertrouw erop dat hij het haalt van deze keer.

Manlief heeft hier ook iets moois gespot. Een lieveheersbeestje houdt een soort winterslaap tussen de verdroogde bloemen van een koninginnekruid.

Tenslotte wandel ik langs mijn kruiden door de achterdeur terug naar binnen.

Het is tijd om aan het middageten te beginnen. Veel stelt het niet voor, wat broodjes in de oven steken en een pot soep opwarmen. Voor vanavond heb ik een tapasplank besteld die we gezellig samen gaan opeten.

Zo dat was het voor vandaag. Ik hoop dat je ervan hebt genoten.

Koude wintergroeten

De Tuinvrouw