Donderdag 31 december 2020,

Dag beste lezers,

Het is zover, de laatste dag van het jaar is aangebroken.

De hemel links is blauw, aan de hemel rechts hangt een licht wolkendek. Het is koud. Als ik uitadem komt er een hele stoomwolk naar buiten. De parkieten zitten vrolijk te zingen zoals altijd. Wat weten zij nu ook van de tijd ? Voor hen is het een dag als een ander.

Het geluid van de kettingzaag weerklinkt in onze tuin.

Zware rukwinden vergezelden de hagelbuien op kerstavond. De hagelstenen tikten tegen de ruiten en kleurden de dakvensters wit. Het was donker, koud en nat, dus gingen we niet naar buiten. Wat we toen niet hoorden en zagen zag dochterlief op kerstdag. Onze dode krulwilg had het begeven en lag plat op de struiken en de krokussen met zijn armen wijd open gespreid.

De tuin gaf ons dit kerstgeschenk kado … . Van dichterbij zag ik dat de boom geen wortels meer had aan zijn basis.

Dat kon dus niet missen! We haalden de grote handzaag uit de garage en zaagden de dunste takken door. Dat viel nog tegen, want het hout was dood en kurkdroog. Vandaag werd de stam met de kettingzaag in stukken gedaan. Manlief is nu bezig met de kliefhamer, maar ook dat valt niet mee. Het hout is keihard en splijt niet gemakkelijk.

Ik loop in de tuin met een nieuw schrift, het oude was alweer volgeschreven. De eerste gele krokus staat in knop. Een speciale cyclaam staat te bloeien.

Het ketttingzagen is opgehouden, de boom opgeruimd.

Een es staat klaar om zijn plaats in te nemen. We weten nog niet of we hem gaan laten doen of dat we hem later gaan verwijderen. We zien nog wel. De forsythia heeft enerzijds een slag gehad, maar anderzijds krijgt ie nu veel meer licht en ruimte om te groeien.

Ik heb deze week de kippenhokken van de Sebrights en de zijdehoenders schoongemaakt. Op dit moment liggen Mevrouw en Meneer Cochin dicht bij elkaar, lekker warm en knus.

Als ik voorbij lopen springen ze allebei recht. De zijdehoenders, leghorn en haan zijn veel actiever.

De ramen van het huisje van dochterlief zijn aangeslagen. Mijn handen en voeten krijgen koud, brrr. Hiernaast roept de buurvrouw met haar zachte, liefdevolle stem “Juulke”. Hun mooie ponny loopt vast blij naar haar toe. Ik kan haar niet zien, maar wel horen.

De wolken trekken weg, de hemel trekt open. De vorst komt uit de grond, het gras bevriest. Ik wandel nog even met manlief tot achter in de tuin en dan terug. Eerst even naar binnen om wat op te warmen. En nu het toch bijna middag is soep koken, dat zal smaken ! Het wordt pompoensoep met ajuin, gember, aardappel en pompoen en nog wat kruiden. Lekker pittig en verwarmend.

Na het eten ga ik weer naar buiten. De blauwe reiger vliegt op. Ik had hem niet gezien maar … hij mij wel. Deze week had ie een kikker te pakken die ie daarna smakelijk opat. Wij keken toe van achter het keukenraam. Wat is ie toch mooi, groot en licht.

Ik zie de eerste bloemknoppen aan de helleborussen verschijnen, tijd om hun bladeren af te knippen. Manlief wees me gisteren op de toverhazelaar die begint te bloeien.

Ook de sneeuwklokjes steken hun kopjes boven tussen de verdroogde hosta’s.

Hier moeten we nog even de boel proper maken, onkruid verwijderen. Het is toch raar dat gras altijd groeit waar het niet moet en niet groeit waar men het wenst. Tja, niet veel aan te doen.

In de voortuin hangt alweer een leeg groen netje. Dat zal ik eerst even opruimen en vervangen door een nieuwe mezenbol. Zo, dat is ook alweer gedaan. Ik hoor de mezen, kijk goed rond maar zie ze niet. Roe koe, roe koe, roe koe klinkt het van verderop. Aha, daar zie ik twee pimpelmezen. Ze zitten in de sierkers en gaan van de mezenbol opzij eten. Eigenlijk hangt daar geen bol, maar een halve kokosnoot gevuld met eten. Mijn maatje (het roodborstje) wipt op en neer in de schijnhulst en vliegt van hier naar daar. “Prrt, prrt, prrt” zingt ie. Deze week heb ik hier de bladeren uit het gras gehaald en in de bladmand gestopt. De tafel en de groene stoelen heb ik aan de kant geschoven.

De ijzeren fietsjes staan weer recht. Ik kijk naar de treurwilg, zou ie nog uitlopen ? Zo niet dan zullen we hem laten verwijderen. Het is jammer, maar ik zou hem liever niet in de veranda zien belanden. De krulwilg opende de ogen van manlief. Intussen kan ik wel nog genieten van de kleine zwammetjes die op zijn stam groeien.

De zon zakt weg achter een wolkensliert. Ik wandel verder naar achteren. Een koolmees vliegt vlak voor mij uit de struiken in. De kettingzaag ligt nog  buiten. Wat zaagsel bedekt het gras en het zachte mos.

Hier staan ook een heleboel krokussen. Sommigen hebben een klop gehad, maar ze zullen het wel overleven! Ook de forsythia heeft een aantal gekraakte takken, die we afknippen met de snoeischaar. Snoeien doet groeien zeggen ze … .

Gisteren hebben we de wilgen rond zoonlief zijn takkenwal geknot.

Met de takken hebben we de wal weer bijgevuld. Op een gegeven moment kreeg ik bezoek van maar liefst twee roodborstjes samen. Als dat niet speciaal is …         Daarna heb ik de struiken aan de achterkant bevrijd van het lange gras en de kamperfoelie wat ingesnoeid.

In de serre worden de eerste zaailingen groter,

andere komen net uit.

Gaat dit echt lukken of wordt het alsnog een flop ? Het wordt wel kouder, hé! De weerkaarten van manlief gaven eerst winter met sneeuw, veel sneeuw. Kjell zag het al helemaal zitten om weer een iglo te bouwen zoals een aantal jaar geleden.

Helaas, de sneeuw verdween van de kaarten gelijk ze gekomen was. Wat een teleurstelling voor de kinderen. Voor mij was het dubbel, de vakantie loopt ten einde. Sneeuw is mooi, zolang je niet op de baan moet met de auto of de fiets. In het weekend zou het natuurlijk prima zijn dan moeten we nergens heen.

In de Ardennen ligt er nu wel sneeuw en dat hebben een heleboel mensen geweten… Maar daar moet je nu ook weer niet zijn. Te veel mensen, dus wordt er maar een verbod ingeroepen. Wat mag er eigenlijk nog de dag van vandaag ? Eerst ben je niet welkom aan de zee, nu ook al niet meer in de Hoge Venen. Wij zijn gewoon thuis gebleven hoor met onze dromen en mooie tuin om van te genieten.  Misschien komt er hier ook nog wel eens sneeuw, we zien wel. We verwachten vooral niks, laten de dingen gewoon op ons afkomen en zien dan wel hoe we ze aanpakken.

Ik zet mijn wandeling verder richting kippenhok. Ah, daar is de zon weer. De wereld licht op, de witte stam van de berk, de kornoeljes in volle gloed.

Overal hoor ik prrt, prrt, prrt, het geluid van de roodborst. Waar zou ie zitten ? Hier ergens of wat verderop ?

De Parrotia staat nog steeds mooi te bloeien. Op het centrale pad heeft een mol grote hopen gemaakt. Manlief heeft ze weer effen gemaakt.

En nu, zijn er naast manlief zijn voetsporen ook konijnensporen te zien. Dan zie ik de roodborst. Hij zit in de Gelderse roos in de struikenborder bessen te eten. Je moet dat zelf niet proberen, want die zijn giftig! Manlief komt me tegemoet met een stuk antiworteldoek van achteraan. Hij heeft zijn hand helemaal opengehaald aan een prikkeldraad. Niet slim, hé. Vooruit naar binnen, handen goed wassen en ontsmetten.

Vervolgens kijk ik naar ons werk van de laatste weken :  de gesnoeide en opgekuiste takkenwal en omgeving.

De winterjasmijn bloeit mooi geel.

Ik kan hem nu beter zien staan. Het groene blad van een kamperfoelie bedekt de takkenwal. We hebben nog een stek van de Cornus “Winter Beauty” voor de wal geplant.

Daar komt ie goed uit tussen de kale Weigelia’s. Ik wandel verder naar mijn bankje onder de linde.

Hier komen nog steeds nieuwe fopzwammen boven.

Ze verspreiden zich over heel de tuin. Wat een netwerk!

Ik moet wel zorgvuldig het denkbeeldige pad aanhouden. Een enkele wilde tulp komt al boven en het zal vast niet lang meer duren voordat de krokussen verschijnen.

Opletten, dus! Ik kijk er al naar uit. Dan loop ik verder naar de bosrand met de zon op mijn rug. In het bos lopen wandelaars. Het is nu al weken geleden dat ik de meisjes gezien heb, ik mis ze. Waar zouden ze toch zijn ? Tja, er wordt ook weer volop gejaagd, ze worden opgejaagd en steken zich weg. Hopelijk komen ze binnenkort nog eens op bezoek.

In de ene hoek aan de bosrand vormen Helleborussen donkere bloemknoppen.

Een groepje glimmerzwammen steekt hun kopje boven.

Ik draai me om, de zon verwarmt nu mijn gezicht. De hanen kraaien, roe koe, roe koe, roe koe klinkt uit het bos. Een pimpelmees zit hoog in de bomen, een merelmannetje in de takkenwal. Spinnendraden weven zich tussen de planten en blinken in de zon. De hanen kraaien tegen elkaar op. Wanneer mogen ze eindelijk weer eens naar buiten ? Mijn geduld raakt een beetje op! Manlief denkt nooit meer, maar zo negatief wil nu ook weer niet zijn.

Het pad leidt me naar en tussen de twee liggende wilgen door richting huis.

Deze wilgen hebben we ook een heel stuk terug gezet. Een groot gat is er nu tussen de twee struiken, voor mij een soort kunstwerk. Geen nood, ze zullen wel weer naar elkaar toe groeien. De moerascypres is in ieder geval blij met zijn ruimte en licht dat ie nu terug krijgt. In de wilgenhut zijn een paar dode takken omver gewaaid. Ze werden vervangen door stokken van de gesnoeide liggende wilgen. Hopelijk slaan ze dit jaar aan en blijven ze groeien.

Heel veel vogels zingen alsof het lente is. De hoge wilgen van de hut dragen katjes die mooi afsteken tegen de blauwe lucht.

Manlief wil ze snoeien, ik vind het zonde. Ok, ze worden veel te hoog, maar laat ons nog een paar dagen wachten. Ik ben er nog niet klaar voor.

Enkele koolmezen zitten op de draad, in de brem of op de rozen. Een beetje later vliegen ze kwetterend over.

Ik ben wat onrustig, heb wat ruimte nodig. Laat me nu maar even. Het is tijd om te voelen wat er speelt. Is het misschien de volle maan die gisterenavond de bomen verlichtte ? Of zou het het einde van het jaar zijn ? Afscheid nemen en loslaten is niet mijn sterkste punt. Of is de eindtijd waarin we leven de oorzaak? Ik zit op mijn bankje onder de linde met mijn ogen dicht en een glimlach op mijn gezicht en voel. Mijn rug heeft lekker warm, een licht briesje omarmt me. Vogelgezang klinkt als muziek in mijn oren. Een merelvrouwtje vliegt over en landt in de struikenborder. De tijd tikt genadeloos verder. Het roodborstje zit wat verder in de wilgen. Een klein groepje muggen of zijn het vliegen dansen op en neer in de zon. Ik leef in dualiteit, de rust van de tuin, de onrust in mij. Het verlangen naar mijn oude leven en de afkeer van de drukte. Een verlangen naar het oude weertype, wat actie, regen, wind, vorst, het mysterieuze landschap in mist en nevel, het stille landschap in de sneeuw, grachten vol met water, water dat in de tuin blijft staan. Komt die tijd nog wel terug of moet ik het gewoon loslaten ? Samenkomen, vieren met familie en vrienden, samen lachen, samen dansen, elkaar weer in de ogen kunnen kijken en omhelzen. Sneeuwballen naar elkaar smijten en een sneeuwman maken. Waar is de tijd voor een stevige wandeling aan de zee en dan opwarmen met een warme chocomelk  en een stuk appeltaart ? Onze kinderen worden groot, hun tienertijd gaat voorbij. Zullen ze binnenkort nog met ons op reis mogen, willen en kunnen ? Zoveel vragen in mijn hoofd, alles behalve rust. Wat moet ik ermee ? Maar ik zal wel niet de enigste zijn ! Oudejaarsblues …

Ik pak mezelf op en ga naar binnen. Tijd om aan het oudejaarsfeest te beginnen. Nog even douchen en een mooi kleedje aantrekken, een beetje parfum. Dochterlief helpt me een ketting kiezen. Fijn zo een dochtermomentje, dat doet me deugd! Dank je dochterlief.

De avond wordt nog gezellig ook met hapjes, fondue en een lekkere ijstaart. En dan maar samen naar een film kijken.

Twaalf uur, gelukkig nieuwjaar allemaal

Vrijdag 1 januari 2021,

Dag beste lezers,

Het is zover, het nieuwe jaar is begonnen …

Ik besluit om het deze ochtend wat rustiger aan te doen. Geen kerstfilm meer kijken, maar observeren en beleven. Om negen uur word ik wakker. Ik neem wat stuifmeelkorrels en een koffie. Dan ga ik wat buiten aan de achterdeur staan. Hoe voelt dit nu, dit nieuwe jaar ?

De blauwe reiger vliegt weg van Kjell zijn vijvertje. Het is koud.

Ik ga weer naar binnen. Dan maar in de zetel neerploffen en door het raam naar buiten kijken. Hé, wat is dat daar ? Twee duiven zitten op elkaar op de electriciteitskabel, hoog en droog. Die laten er ook geen gras over groeien dit jaar. Er komt een derde bij zitten, maar die wordt al snel weggejaagd. De tweede vertrekt ook, een enkeling blijft achter. Aan de rode bottels van de rozen hangen er  druppels water.

Ze blinken in het licht. Als ik wat beter rondkijk zie ik overal druppels : aan het prieel, aan de struiken aan de groene tuinstoelen, … .

De duif is nu verhuisd en zit in de beuk op haar gemak rond te kijken. Een roodborstje probeert tevergeefs te eten van de mezenbol, maar het lukt niet goed. Wat een knoeier zou dochterlief zeggen. Dan komt er een koolmees, dan weer de roodborst. Ze wisselen elkaar telkens af. De ene keer aan de mezenbol, de andere keer in de Skimmia of tussen de rozen.  Een tweede roodborst komt erbij. Dat moet de eerste niet weten. “Prrt, prrt, prrt, … weg jij, ik was hier eerst !”

Ik kleed mij aan, neem de kodak en ga naar buiten. De koude lucht komt me tegemoet. Een groep duiven vliegt weg uit de dennen. Die ene gele krokus staat te wachten op zijn vriendjes in het gras.

Waar blijven ze toch ? De zon komt op achter een laaghangende wolkenband. De lucht boven mij is gevuld met lichte, witte wolkjes op een lichtblauwe achtergrond. Als ik op de oprit sta zie ik dat de auto’s bedekt zijn met een dun laagje ijs.

Twee duiven vechten boven op de draad. Een derde zit wat verderop en kijkt verbaasd toe. Een pimpelmees komt kijken of de kust veilig is in de notelaar. Nee, toch niet, ik sta daar, hé! De zon klimt verder omhoog. Wat is alles toch mooi, de zon die opkomt, de druppels op de planten

en ik die dit mag beleven. Het vervult me met een rust die ik gisteren niet vond en met dankbaarheid. Warme wolkjes damp verlaten me als ik uitadem. Nu pas voel ik de kou. Ik luister … Roe koe, roe koe, roe koe, een haan die kraait, de auto’s op de baan en … kijk verwonderd naar de hemel. Een nieuw jaar, een nieuwe dag, nieuwe kansen om er iets moois en intens van te maken.

Gelukkig nieuwjaar, allemaal ! Laten we er een warm, wild en wijs jaar van maken. Neem de tijd om stil te staan en te voelen, gewoon hier te zijn.

De kerkklokken luiden het nieuwe jaar in, zoals ze gisteren het oude jaar vaarwel luidden. De vogels zingen hun lied, de verwarmingsketel slaat aan. Ik ben weer vertrokken, kan het weer aan.

Het winterkeerpunt is voorbij, moeder aarde steekt weer energie naar boven. We zien het misschien nog niet zo duidelijk, maar het nieuwe groeijaar is terug begonnen. De dagen zijn alweer aan het lengen.  Ik adem in en … adem uit. De zon staat een stukje hoger aan de hemel. Met een zachte, liefdevolle blik kijk ik de wereld aan. Verwonderd en dankbaar om wat is, niets maar dan ook niets verwachtend.

Een zwerm vogels vliegt door de lucht. De es staat daar rustig achter de wilde kastanje beladen met vruchten en zaden.

De ijzeren kikkerprins houdt trouw de wacht bij de hosta’s die nu onder de grond zitten.

De Chaenomelis bloeit?

Een paar gesnoeide Forsythiatakken liggen op de grond te wachten tot ik ze in een vaas zet.

Oeps, vergeten!

De takkenwal van zoonlief is versierd met regendruppels.

Het centrale pad richting bos wordt gekleurd door de zon. Achter mij klinkt een schot of is het een motor die ontploft ? Het gras kraakt onder mijn voeten. Even in de serre piepen … mijn zaailingen zien nog steeds groen. Ik loop nog even naar achteren. De Eucalyptus steekt fier boven alles uit. De Cornussen stralen in de zon. Wat een prachtig kleurenpallet.

De kippen wachten op eten, de eenden leggen het uit. Ze zitten met teveel opgesloten, manlief wil ze wegdoen. Dat maakt me intens verdrietig. Laat ons nog wat afwachten alstublieft. Als ze in de zomer niet naar buiten gaan kunnen, zullen ze sterven van de warmte … . We wachten af, ik blijf hopen.

De beukenhaag verdeelt het tweede weiland in twee. Ze omarmt de wilgenhut en de uitkijktoren en scheidt ze van de oude perelaar en de bosrand.

Ze vormt kamers (schuilplaatsen) en gangen. Ik wandel tussen de liggende wilgen door, links staat een els vol met vruchten, recht voor mij onze eerste kerstboom.

De vogels zingen, de hanen kraaien, de auto’s razen, de tijd loopt door… . De bomen reiken naar de hemel met hun wortels stevig in de grond. Een goede basis zorgt dat ze stevig staan en kunnen groeien. Een jogger loopt voorbij, hij ziet me niet, is in beweging. De roodborst zit in het elfenbos te zingen. Prrt, prrt, prrt.  Een beetje verderop hoor ik geritsel en zie wat takken bewegen. Wat is het en waar gaat het naartoe ? Ik loop tot waar de takkenwal een beetje lager is en zie  Piet konijn terug het het bos in huppelen met zijn donzige, witte staart in de lucht. Met een beetje fantasie voel ik me net bij Alice in Wonderland. Ik geniet van het moment, want het konijn is alweer verdwenen en ik blijf achter in onze tuin. “Tie tuu, tie tuu, tie tuu, …. , tie tuu, tie tuu, tie tuu weerklinkt het en zo gaat het maar door. Wees gerust het is geen ziekenwagen, maar een vogel. Ik ben er alleen nog niet achter welke het is ! De tuin lacht me bemoedigend toe. Dan hoor ik weer de mezen, een pimpelmees zit in de oude perelaar.

Zo nu keer ik maar eens weer. Mijn gevoel zegt me dat we ons niet moeten laten leiden door al het negatieve nieuws. Laten we ons focussen op het positieve. Alles heeft namelijk twee zijden, hoe je het ook draait of keert. Ook al zien we niet altijd wat dat precies is. Geef de moed niet op, jullie zijn sterker dan jullie denken! Ga verder op het ingeslagen pad en vergeet niet dat positief denken positieve energie geeft. Dat is mijn nieuwjaarswens voor jullie. En goede gezondheid uiteraard!

Ik leg mijn schriftje neer en ga de soep opwarmen. We hebben ook nog enkele aperitiefhapjes en kerstboombroodjes voor in de oven. Dat zal weer smaken. Aan eten hebben we nog altijd geen gebrek en binnen is het lekker warm.

In de namiddag gaan manlief en ik nog wat kornoelje snoeien in de struikenborder. Dat doen we iedere winter opnieuw. En de gesnoeide takken geven een mooie kleur aan de takkenwal tussen tuin en bos.

Maar voor we dit doen wandelen we traag door de tuin tot achteraan. Daar worden we verrast door de kuifmezen

en een goudhaantje.

Wat een mooie vogeltjes zijn dat toch, die zien we niet elke dag.

Deze ontmoetingen maken het leven echt de moeite waard!

Zo hier sluit ik eens af.

Warme nieuwjaarsgroeten

De Tuinvrouw