Zondag 7 februari 2021,
Dag beste lezers,
Na de mislukte winterinval van vorig weekend krijgen we weer warme lentetemperaturen. Dag na dag verschijnen er meer krokussen boven de grond.
Woensdag is manlief jarig. Ons knuffelkontakt komt onverwachts langs met een kadootje. We maken het die dag gezellig. Delen kaartjes en pakjes uit aan manlief. Hij krijgt een massa verjaardagwensen op fb en andere media die hij allemaal persoonlijk wil beantwoorden. Hij liever dan ik, maar hij heeft zo zijn bezigheid.
Donderdag verzamelen we alle afvalhopen op de aanhangwagen en rijden naar het groenpark. Daar staan we voor een gesloten poort. Geen probleem, dan komen we morgen wel terug. Vrijdag lukt het dan toch om van ons afval af te raken. We nemen nieuwe compost mee naar huis. Daar moedig ik zoonlief aan om de nieuwe vogelhuisjes op te hangen. Ze kunnen gebruikt worden als schuilplaatsen voor de vogeltjes en later als nestkastjes. Dat zijn zo van die dingen die leuk zijn om te geven en te krijgen, hé manlief ? Na het openvoeren van de compost beginnen manlief en ik de Agapanthussen in de aanhangwagen te laden. Eindelijk gaat de winter beginnen. En van deze keer is het menens. Sneeuw en lage temperaturen worden aangekondigd door verschillende modellen. De planten moeten nu echt naar binnen. Een volle aanhangwagen wordt vervolgens in de garage geduwd. Daarna worden de Agapanthussen, de oleander, de olijfwilg uit de achtertuin door man- en zoonlief naar het tuinhuis verhuisd.
Ik hoop dat het daarin maar niet gaat vriezen. Desnoods moeten we er nog extra plastic overleggen. Tenslotte leggen we nog een stuk drijvende isomo in Kjell zijn vijvertje
en voorzie ik de vogeltjes van voldoende mezenbollen, zaadjes en nootjes. Ze zullen dat binnenkort goed kunnen gebruiken. Zolang er sneeuw is kunnen ze sneeuw drinken, dus dat is niet zo een groot probleem.
Dan ga ik nog wat foto’s maken van de groene tuin. Aan de achterdeur staat een roze flamingo met een klein regenmetertje aan.
We kunnen hem zien vanuit het keukenraam. Daar tegenover staan verschillende Helleborussen te bloeien : een witte
en één met roze en groen.
Ze doen het hier niet schitterend, maar komen toch ieder jaar terug.
Verderop staan krokussen in gele, witte en blauwe kleuren in knop.
Ze komen helaas niet helemaal open. De cyclamen staan in grote groepen te stralen. Onder de beuk en naast de Skimmia staat een enkele sneeuwklok te bloeien.
Ik loop wat verder naar de andere kant van de tuin. Maar kijk daar staat de speciale witte krokus toch open.
De andere witte waren kapot, maar er is een nieuwe bovengekomen ! Fantastisch, wat een meevaller.
De speciale paarse in de zijborder daarentegen komen niet helemaal open.
De toverhazelaar staat nog steeds vol met geurende bloemen.
Als ik naar de andere kant kijk zie ik tot mijn verbazing dat de gele ook bloeit.
Deze toverhazelaar doet het niet zo goed. Hij groeit amper, maar toch doet ie zijn best.
Dan loop ik even richting tuinhuis. Ook hier staan verschillende krokussen boven en een speciale Helleborus staat in knop.
Dan loop ik terug richting voortuin langs de tuintafel. Oei, daar liggen nog een paar eieren op.
Die neem ik straks wel mee naar binnen.
In de voortuin staan nog een deel Helleborussen, ik kan er maar niet genoeg van krijgen. Ook de grote gele krokussen zijn bovengekomen.
Maar ach, die rieten zeteltjes staan er midden in. Ik neem ze vast en wil ze opzij zetten. Ze zijn al zo ver heen dat een armleuning het begeeft en er nu troosteloos los aan hangt. Ze zijn oud, van mijn grootouders nog, maar ze mogen nog altijd blijven. Ik loop verder langs het huis terug naar achteren. Aan een paal hangt een eerste nestkastje half beschermd door de groene struiken. Het fijne eraan is dat we het kunnen zien vanuit de buro.
Zaterdagmorgen gaan we kleren kopen voor de kinderen. Manlief samen met zoonlief, ik samen met dochterlief. En het is echt uit noodzaak, hoor. Lucinde heeft geen winterjas meer en kan nog wat nieuwe broeken gebruiken. Zoonlief is dringend toe aan nieuwe T-shirts met lange mouwen, truien en broeken. Ik kan ook nog een nieuwe broek gebruiken. Manlief heeft niets nodig. Het zijn nog solden, dat is een meevaller. Maar het is rustig in de winkels. We moeten nergens wachten. Nu nog even dat mondmasker en die gel vergeten en het zou een leuk winkelmoment zijn. Hoor wie het zegt. Ik hou helemaal niet van winkelen !
In de namiddag valt het weer nog best mee. We gaan opnieuw naar buiten. Net op tijd om onze zwarte watertonnen te laten leeglopen.
Het is jammer, al dat water dat we hebben opgevangen weg, de grond in. Het kan niet anders, anders gaan al onze tonnen stuk en dan staan we er nog slechter voor. Nu maar hopen dat het na de vorst nog wat gaat regenen.
Nog even wat foto’s maken van de krokussen in Kjell zijn tuin.
Ze hebben zo een mooie oranje kleuren.
En een toertje maken in de tuin. Zo kom ik nog langs de twee andere vogelhuisjes. Deze week heeft zoonlief ook nog de bessen van de maretakken in de bomen geplakt. Ik ben benieuwd of er een paar van zullen lukken.
En dan … als het donker wordt … begint het! Rond 23 uur dwarrelt de eerste sneeuw naar beneden.
Zondagmorgen bij het opstaan ligt er slechts een dun laagje sneeuw. Het is een beetje een teleurstelling, want er was tien centimeter verwacht. Een fijne motsneeuw valt gestaag naar beneden. De grote sneeuwzone ligt boven de Noordzee, maar ze schuift op. Wat later worden de sneeuwvlokken groter en groter. Ze dwarrelen naar beneden. De toppen van de dennen steken donkergroen af tegen het witte laagje sneeuw dat ze bedekt. Krokussen steken nog net boven de sneeuw uit.
Ondertussen daalt de temperatuur. Goed ingepakt trek ik met mijn schriftje de tuin in. Manlief maakt foto’s. Het is – 2,5°C . De bodem voelt nog zacht aan onder mijn voeten. Hij is nog warm. De sneeuw smelt van onderaan weg.
Een koude wind blaast over dit winterwonderland.
Ik loop naar de vogelkooi, doe de deur open en stap er naar binnen. Het is er donkerder dan anders door de laag sneeuw op het dak. Een dun laagje sneeuw bedekt een deel van de bodem van hun volière.
Dat is goed want hun drinkwater bevriest. Ze kunnen zich voorlopig nog wel laven aan de sneeuw. De meeste parkieten zitten in hun slaaphok te zingen. Het is daar nog best groot en veel meer beschut dan het andere deel. Ze zetten hun pluimen open om zich warm te houden. Wat een kleurrijke, vrolijke bende is het toch.
De tuin daarentegen verandert steeds meer in zwart wit tinten. Een magisch, koud winterwonderland strekt zich voor mij uit.
Ik verlaat de vogelkooi en loop naar de serre om daar verder te schrijven. Hier is het ook nog net iets warmer dan buiten zonder die ijzige oostenwind. De deur laten we echter open voor de warmte. De aluminium stoel nodigt me uit, dus ga ik zitten. Ik hoor de parkieten zingen. In de verte hoor ik het verkeer. Waar gaat iedereen toch naar toe vraag ik me af. Het dak en de zijkanten van de serre zijn bedekt met een laag sneeuw.
Het gras wordt er door de sneeuw tegenaan gedrukt. Mijn zaailingen zijn voorlopig nog altijd groen.
Voor mij zie ik de sneeuw vallen in het gras. De bruine bladeren van de beukenhaag worden bedolven onder een steeds dikkere laag sneeuw. Het hekje van de moestuin staat open en geeft me het zicht op de scheefgezakte ronde vaas.
Tiens, dat was me nog niet opgevallen dat die zo scheef stond.
Als ik mijn stoel draai zie ik de leeggelopen zwarte regenton. De sneeuw jaagt over het weiland. Groene grassprieten steken nog net uit boven de sneeuw. De struiken en bomen zijn bedekt met een centimeter of twee witte poeder. Het voelt allemaal een beetje dubbel. Sommige struiken begonnen al uit te lopen … . De natuur doet weer een stap achteruit. Gelukkig isoleert en beschermt de sneeuw de planten tegen de koude temperaturen. Maar anderzijds zorgt de sneeuw ook voor extra lage temperaturen. Ik voel me klein in dit fantastische systeem van de natuur en blij dat ik er deel van mag uitmaken. Eén ding is zeker we zijn vertrokken voor een echte winterse week, de kaarten liegen er niet om. Ik hoop dat jullie de nodige maatregelen hebben getroffen !
In de namiddag stopt het even met sneeuwen. Ik grijp mijn kans en loop met de kodak naar buiten. Het eerste wat ik zie is de roze flamingo van manlief.
Ik loop verder en verwonder mij over de schoonheid van de tuin. De sneeuw ligt in een dikke laag over de planten uitgespreid.
Er is er ook wel een deel van het dak gestoven. Gele krokussen piepen nog net boven de sneeuw.
Ze knipogen naar mij.” Het is nog geen drama, we zijn er nog.” fluisteren ze me toe.
De vijver ziet er uit als een witte put.
Sneeuw schuift van het verandaraam naar beneden, een spoor van ijs achterlatend.
De mezenbollen zijn bedekt met een laagje sneeuw. In de tuin vliegen vogels nog weg en weer. Ze zijn veranderd in schattige bolletjes, zo met hun pluimen open. Ze trotseren de kou. Het schijnt hun niet te deren, maar zorgt vast voor een extra uitdaging. Dus moeten we ze deze week extra verwennen.
Aan de voordeur komen de druifjes en paaslelies verder open.
De rozenbottels kan ik bijna niet meer onderscheiden onder de sneeuwlaag.
Ik wandel even tot op straat. De boerenpaarden lopen in een witte wei.
Ik draai me om en bekijk de wonderlijke vorm van de Taxushaag.
Vervolgens wandel langs de ondergesneeuwde sneeuwklokjes, cotoneaster
tot aan onze toverhazelaar.
Ze zien er helemaal anders uit dan enkele dagen geleden.
Paarse en gele krokussen piepen net beven de sneeuw uit. De Cyclamen hebben hun wintermuts aan of zijn helemaal verstopt.
Ik wandel richting weiland. Als ik voorbij de Sebrights loop ligt Mevrouw zilversebright op haar buik met haar kop in een rare houding.
Een fijn laagje sneeuw bedekt haar rug. Ocharm, wat zal ze zich hopeloos en verkleumd voelen. Ze heeft marek, een genetische ziekte waar je niet veel aan kan doen. Ik vraag aan manlief om haar uit haar lijden te verlossen. Het beestje zal toch sterven.
Naast de serre staan de toverhazelaars nog steeds te bloeien.
Nu met een extra laagje wit erop.
Op weg naar achteren kom ik dochterlief tegen. Ze draagt haar nieuwe lilawinterjas en maakt foto’s. En wonder boven wonder is ze goedgezind want ik mag een paar foto’s van haar maken. Helaas kan ik ze niet met jullie delen, ze zijn voor mijn eigen verzameling. Zij maakt ook foto’s van mij. “Kijk mama”, zegt ze, “een nieuwe profielfoto voor jou”. Ik maak nog een foto van het nieuwe huisje voor de roodborst en wandel dan samen met dochterlief de tuin in.
We gaan samen foto’s maken. De kaardenbollen trekken onze aandacht.
Ze bewegen heen en weer in de wind.
We wandelen verder tot we een spoor van een konijn vinden achter het kippenhok.
Waar is Piet konijn naartoe ? Nieuwsgierig volgen we zijn spoor. Het houdt op bij de perelaar naast het kippenhok. Daar zit een soort hol, maar niet al te diep. Plots begint dochterlief een beetje te graven in een ander putje en haalt een beetje later een ijzeren speelgoedautootje uit de grond.
Hoe is dat daar gekomen en hoe lang zit dat daar al ? Geen idee. We lopen nog wat verder het weiland in. Ook hier staan enkele krokussen boven.
We genieten samen van al de sneeuw die zich voor ons uitstrekt. Hier was de bodem blijkbaar kouder, want het sneeuwtapijt is hier duidelijk dikker.
Terwijl we naar de bosrand wandelen
komen we langs de oude perelaar.
Ook hij draagt zijn sneeuwkostuum met terechte fierheid. Onderaan houden de paaslelies zich kranig rechtop.
We staan er verbaasd naar te kijken. We zien vogeltjes vanuit het bos onze tuin in vliegen. Ze vallen door dit weer des te meer op. Een beetje verderop zien we een groep vogels in de grote van een merel. Maar ze hebben andere kleuren. Het zijn koperwieken, die nu wat dichterbij komen om eten te zoeken.
Dochterlief en ik krijgen koud aan onze handen, dus besluiten we maar terug naar binnen te gaan. Op de terugweg komen we manlief tegen, die net ook wat foto’s wil maken.
“Geen probleem” zegt dochterlief “ik was toch net klaar”. Al babbelend en om ons heen kijkend gaan we richting huis.
En zo gaan we ons nu samen verwarmen aan een lekker warm drankje. Ik heb wel eens zin in een warme chocomelk en dochterlief neemt een koffietje.
Daarna ga ik strijken. Dochterlief houdt me gezelschap terwijl ze een wiskundetaak maakt.
Ik hoop dat jullie van deze blog hebben genoten. En vooruit ga naar buiten, geniet van deze winterperiode. Wees niet bang van de kou, ze bijt niet.
Koude tuingroeten
De Tuinvrouw