Zaterdag 29 februari 2020,

Dag beste lezers,

De dag begint grijs, maar droog. Er is best weer veel wind. Het is het moment om naar buiten te gaan met de kodak en nog snel een blog te schrijven op deze laatste dag van februari. Geloof mij, ik ben al verschillende keren begonnen, maar het weer zat niet echt mee. Loop ik even de tuin in, begint het te regenen, gedaan met foto’s maken en de inspiratie was ook een beetje zoek.

Maar vandaag zie ik het helemaal zitten.  Dus snel ontbijten, aankleden en naar buiten. De krokussen zijn dit jaar heel onregelmatig naar boven gekomen en staan nu in grote groepen in voor- en achtertuin. De vroege krokussen aan het tuinhuis zijn alweer verdwenen.  Veel plezier hebben we er niet aan beleefd. Nu zijn het vooral de donkerpaarse, grote witte en streepjes die achteraan bloeien met hier en daar nog late sneeuwklokken tussen.

Ze vormen bonte tapijten in het gras. Een beetje verder steken de winterakonieten hun kleine, gele bloemhoofdjes boven de grond.

Ieder jaar hoop ik dat er meer bovenkomen, maar dat valt nog wel eens tegen.

Nog eens goed kijken hoe alle groepen verspreid in het gras liggen om ze in mijn geheugen vast te leggen. In oktober willen we er nog een heleboel krokussen tussen planten en er best nog genoeg plaats! Maar ja, dan kan je ze natuurlijk niet meer zien.

De vogels zingen dat het een lieve lust is. Deze morgen zagen we nog de vlaamse gaai in de kerselaar zitten en de bonte specht ging in de dode krulwilg pikken. De mezen beginnen de nestkastjes te verkennen. Waar zullen ze dit jaar broeden? Wat kan ik die vogels toch bewonderen, steeds in de weer, altijd alert, eten en drinken zoeken, schuilen voor het slechte weer,… .

Ik besluit om eens naar de voortuin te wandelen. De forsythia in de zijborder staat volledig te bloeien, de struik ernaast loopt frisgroen uit.

Daarnaast moet ik nog een heleboel dood materiaal afknippen, maar dat is voor straks. Een paaslelie ligt omver, geknakt door de wind. Als ik hem straks in een vaasje zet heb ik er binnen ook nog iets aan. De sneeuwklokjes hier opzij zijn al wat versleten, geteisterd door weer en wind. En het houdt maar niet op met waaien!  De witte primula onder de treurwilg staat mooi te bloeien, de treurwilg loopt langzaam uit.

Een prunus bloeit roze. De grote krokussen staan in groepen, sommigen nog fier rechtop, anderen tegen de grond geslagen.

De helleborussen staan nog mooi te bloeien terwijl de struikkamperfoelie al is uitgebloeid en in blad komt.

Eén van de damherten heeft een stuk van zijn hoofd verloren, het ligt in het gras.

Ik loop rond het huis terug naar achteren. De wind blaast in mijn rug. De sneeuwklokjes hier staan in het zaad. Een beetje verder staat een rode ribes te bloeien

en in het gras een hele donkere krokus.

In het parkje verderop staat een rood met gele primula te bloeien.

Dan kom ik aan de tamme kastanje, de verzamelplaats van nieuwe aanwinsten.  Gisteren heb ik nog wat helleborussen aangeschaft. Ze staan geduldig te wachten om geplant te worden.

Een mooi werkje om straks samen met manlief te doen. Maar die is eerst nog achter wat zinken emmers. Allemaal om onze tuin extra mooi te maken.

Zo nu ben ik in Kjell zijn tuintje, hier staan nog verschillende krokussen.

Hé, hé, hé, wat moet dat? Daar wandelen drie eenden de tuin in. Hup, hup, hup terug naar jullie deel van de tuin. Veel zin hebben ze niet. Tja, dat komt ervan als je het hekken open laat staan. Hoe krijg ik ze nu weer terug? Geduld en nog eens geduld. Ze hebben vooral geen HAAST. Een beetje later waggelen ze dan toch weer door het hekken, netjes op een rij.

Nu ga ik eerst even de vogels eten geven en dan de kippen. Ja, ja eenden, jullie krijgen ook een handje. Dan loop ik langs de moestuin achterom naar het weiland. Een viertal hennen en een haan scharten onder de struiken. In de struiken zit een koolmees. Aha, de andere kippen hebben mij ook gezien en plots zitten ze allemaal aan mijn voeten. Ze hebben vandaag nog geen graantjes gehad. De koolmees vliegt weg, een pimpelmees zit in de kleine eik. De Viburnum beweegt mee met de wind.

De amandelbomen beginnen te bloeien. Ik wandel samen met de kippen en eenden door de rozentuin naar het kippenhok. Ik zal ze maar eerst wat graantjes geven dan is iedereen content.  Blij tokkend pikken ze hun graantjes.

Ik loop verder het weiland in, hier vormt een sleedoorn met zijn kleine, witte bloemetjes een witte wolk.

In de verte hoor ik de buizerd. De zon probeert een gat in de grijze lucht te boren. Helaas, tevergeefs.  Zo kom ik bij de oude perelaar aan. Een heleboel paaslelies vormen een dicht tapijt aan zijn voeten.

Te vroeg, maar wel heel mooi!

Ook de lupines zijn er weer. Regendruppels blinken op hun bladeren. In de gracht achteraan staat eindelijk een beetje water, na al die uren regen mag dat wel.

Maar het helaas nog steeds te droog, moeilijk te geloven, maar toch is het zo.

De schaapjes verderop grazen in de wei en de wind blijft maar blazen.

Maar het is voorlopig nog altijd droog. Ik kijk nog eens naar onze perelaar en de paaslelies vanuit een andere hoek.

Dan keer ik terug. Een witte struik staat aan de scheiding van de twee weilanden. Het is de witte Chaenomelis en hij bloeit heel uitbundig, prachtig.

Een beetje verder bloeit een lichtgele forsythia.

犀利士
ntent/uploads/2020/02/IMG_5031-lichtgele-forsythia-1024×683.jpg” alt=”” width=”1024″ height=”683″ />

De kippen zitten alweer buiten onder de struiken. Er moet toch veel lekkers te vinden zijn.

Kleine paaslelies bloeien in het gras onder de fruitbomen.

De lucht vult zich op en wordt steeds donkerder. De oranje toverhazelaar staat volledig open en ruikt heerlijk.

Ik zou er uren naar kunnen kijken. Ik word echt blij van die kleur. En daar staan de Sebrights alweer te dansen in hun hok.

Wat is er toch aan de hand, jullie hebben net eten gekregen.

De kamperfoelies staan hier ook nog eens frisgroen.

En nu nog langs de rode Chaenomelis recht naar binnen.

Zo dat was het dan, nu ga ik nog wat opkuisen in de tuin.

Tot later

Natte, winderige groeten

De Tuinvrouw