zaterdag 25 april 2020

Dag beste lezers,

De dag start met een grijze lucht. “Geen probleem”, zegt manlief. “De lucht trekt straks wel open!”. In het vogelhuisje onder ‘Nestor’ komt een vrouwtje van de bonte vliegenvanger op verkenning. Het mannetje zit te zingen in de boom. “Kijk eens vrouwtje lief, is dit een goede plaats om jouw nest te bouwen?”

Nog even afwachten? Ik hoop het alvast.

Vandaag hebben manlief en ik hetzelfde plan: gras afrijden en het naar het containerpark brengen. Zo gezegd, zo gedaan. Manlief is alvast begonnen, maar al snel neem ik het van hem over. Er moet een heleboel verplaatst worden. Dus rij ik met de machine, terwijl manlief alles verplaatst en het gras naar de aanhangwagen brengt.

“Prrt, prrrt, prrrt”, klinkt het hier plots. Ik denk dat het het mannetje van de bonte vliegenvanger is die hier alarm slaat. Of zou het de zwartkop zijn? Dan maar ergens anders mijn stoel neerzetten. Plaats genoeg!

Zo en nu verder. Waar was ik ook alweer gebleven?

In de voortuin. Daar ben ik begonnen met het gras rond de vijver en de krokussen af te rijden.

De blaadjes van de krokussen zijn nog niet helemaal afgestorven, dus blijven ze nog even staan. Nu komen de planten wat beter uit met het gras kort gemaaid. Het ziet er weer ‘gelekt’ uit.

De rode azalea komt steeds verder open.

In de border vooraan bloeit onze sneeuwklokjesboom

en de meidoorn ernaast komt ook open.

De fijnbladige choisya bloeit en verspreidt een zoete geur.

De beuk is van bleek naar donkerbruin verkleurd.

De takken van de treurwilg zwaaien wat heen en weer. Oef, wat is het hier warm in de zon.

In de vijver bloeit het waterdrieblad.

Ik loop verder naar de treurwilg en kijk links om. Daar staat de boompioen te bloeien. hij is zacht lilaroze.

Er boven begint de bloei van de blauwe regen.

En geuren dat ie doet, stinken volgens dochterlief, maar daar ben ik het niet mee eens!

De blauwe regen is minstens een tiental meter lang.

Het is een fantastisch, sprookjesachtig zicht.

Je zou het zelf eens moeten komen bekijken. Kan helaas niet, blijf in je kot, nietwaar …

Onder de blauwe regen staan nog steeds de hosta’s.

Een beetje te dicht naar mijn gedacht. Ze vangen de afgevallen bloemblaadjes die een blauwe kleurstof afzetten op hun bladeren. Manlief, kom maar met je borsteltje!

Ik loop verder door het smalle paadje naar de tuin achter het huis.

Een beetje verder staat een rododendron te bloeien

met daarnaast twee bremstruiken en de paarse magnolia.

Aan de achterkant van het huis hebben we nog een deel gras laten staan. De cyclamen en de winterakonieten krijgen zo de kans om zich uit te zaaien. Het donkere zenegroen staat te bloeien

en geeft een blauwe kleur aan deze border. Een beetje hoger bloeit de sering en de gouden regen.

Welk vogeltje zit hier zo mooi te zingen in de eik? Er vliegen twee vogeltjes richting de dennen.

Een speciale kamperfoelie staat te bloeien naast een clematis.

Dan weer sta ik bij de muurbloemen. De donkere geranium ernaast bloeit ook al. Er zit een hommel op. Nu kijk ik recht de schaduwtuin in.

De choiseya staat gedeeltelijk te blinken in de avondzon.

Woensdag en donderdag ben ik hier aan het wieden geslagen. Manlief heeft ook een handje gehoplen. Donderdagnamiddag dacht ik nog “waarom doe ik dit toch allemaal?”. Maar dan komen er plantjes tevoorschijn die je vooraf niet zag. Varens ontrollen hun nieuwe bladeren.

Je kan alles veel beter bekijken van op de grond. Kijk maar eens naar die groene tekeningen op het witte blad van de corydalis. En hoe mooie zijn zijn fijne, gele meeldraden en stamper!

Met het gezoem van bijen en hommels boven je hoofd die op de bloesems van de wilde kastanje zitten.

Ik ben precies in een paradijs terecht gekomen.

In Kjell zijn tuintje bloeien de paarse

en witte smeerwortel.

Terwijl de blauwe in de schaduwtuin helemaal achteraan staat.

In Lucy’s tuintje begint het oranje nagelkruid te bloeien. Haar roze regen heeft zich breed uitgespreid over de pergola.

Hij moet nog open komen. Op het einde staat een paarse regen te bloeien

naast een gele waterval van fijne roosjes, lady banksiae.

Ieder jaar sterft ze een stukje af om dan weer een stuk bij te groeien. Bizar … en iedere keer denken we “we raken ze kwijt”, maar neen hoor. We hebben ook de witte variëteit, maar die bloeit nog niet. Dan maar verder achter de vogelkooi, de moestuin in.

Een paarse judaspenning bloeit naast de compost.

In de moestuin komen er aardappelen boven

en de radijzen groeien goed.

De aardbeien bloeien. Hier moet ik nog wat verder wieden, maar ik ben al best tevreden met wat ik zie. In de serre hebben we onze tomatenplanten uitgeplant

en pompoenen gezaaid. We zitten op schema (dat we niet hebben). Geen bloemen meer in Allée des Pommettes, maar ‘Jacques Lebel’

en ‘Melrose’ beginnen.

Dat zijn onze oude appelaars.

De appelbessen geven een witte kleur aan de zijborder.

Dan kom ik in de rozentuin. Hier heb ik het laatst gras gereden en dat maakt het ook helemaal af.

Vrijdagnamiddag heb ik hier ook nog wat gewied. Het resultaat mag er wezen! De blauwe regen op de pergola bloeit. Het is slechts een fijn blauw exemplaar.

Hoe jammer, dit moest ‘black dragon’ zijn. Niets aan te doen. Het nestkastje is weer bewoond door een koppeltje pimpelmezen. Terwijl ik hier sta te schrijven, ligt er een eend aan mijn voeten en lopen de kippen heen en weer. We genieten van elkaars gezelschap. Gek hé? Rechts staat de ‘Fred’ appel te bloeien

en links is de pruikenboom donker uitgelopen.

Achter het kippenhok bloeit een tweede sneeuwklokjesboom met een bont blad.

Deze komt uit Kjell zijn tuintje. Hij werd er helemaal verdrongen. Nu staat ie op zijn gemak. Overal in het weiland staat brem te bloeien: licht- en donkergeel, rood met geel,

geel met rood, wit en donkerrood. Ze trekken een heleboel insecten aan: bijen, hommels, motjes en anderen.

Het fluitekruid bloeit in het paadje achteraan.

Als ik een beetje verder naar het bos kijk zie ik precies een gezicht, gevormd in een afgezaagd stuk boomstam.

Zie je het ook met een beetje fantasie? De tjif-tjaf zingt hoog in de bomen. Een pimpelmees vliegt voorbij. Daar tussen de ossentong staat een blauwe smeerwortel. Het lupineveld komt langzaam maar zeker in bloei.

Het is droog, maar manlief voorziet regen voor volgende week of liever buien. In de verte zie ik de Jacques Lebel schitteren in de zon. Het blad van de tulpenboom wordt steeds groter.

Zou hij dit jaar voor het eerst bloeien? Een beetje verder staan de dagkoekoeksbloemen te bloeien naast een nog kale beukenhaag.

Onze linde begint eindelijk een mooie boom te worden.

Het is mijn droom om er ooit eens een houten bank rond te bouwen. Maar dat is nog maar een idee. Nu weer terug langs de “Fred” appel met zicht op de “Melrose”. De bloemen van de viburnum mariessii lopen groen uit.

Die van molly schröder donkerrood.

De calycanthus begint te bloeien.

De zon gaat onder…

De schaapjes aan de overkant van de straat hebben lammetjes.

En ook hier in huis is er nieuw leven! Achttien nieuwe kuikens zijn geboren.

Helaas was er eentje niet levensvatbaar, dus zijn het er zeventien. Ze zitten gezellig te piepen in een grote bak met een broedplaat en eten en drinken.

Zo houden we de moed erin, jullie toch ook?

Warme groeten

De Tuinvrouw