vrijdag 1 mei 2020,

Dag beste lezers,

Alweer een nieuwe maand. En de meiklokjes bloeien al… .

Vandaag is het de dag van de arbeid en plantendag in Bokrijk. Daar hadden we zo naar uitgekeken, helaas afgelast. Een gat in onze agenda.

“Wat gaan we doen vandaag?” vraagt manlief. “Ik kan een blog schrijven” antwoord ik. “Misschien een wandeling of een fietstocht maken. Voor dat laatste is er nogal veel wind, dus dat toch liever niet.”

Dus eerst maar een wandeling maken in eigen tuin. Vertrekpunt: de achterdeur.

Het mannetje van de bonte vliegenvanger zat deze week nog in “Nestor”. Vandaag zit Suskewiet erin te zingen. Op de grond staat de wolfsmelk geel, de ossetong

en het kattenkruid blauw te bloeien. De koolmees komt even kijken. De wind waait stevig door bomen, struiken en bloemen.

Voor de verandering loop ik meteen door naar achteren. Ik loop langs de crèmekleurige rododendron,

de zinken badkuip met hosta’s,

een witte

en een roze azalea.

Het paadje verderop ligt bezaaid met afgevallen bloemblaadjes van de wilde kastanje.

Wat een romantische uitstraling!

Op de pergola begint de roze regen voorzichtig open te komen,

de paarse verderop gaat al over zijn hoogtepunt. De calycanthus draagt prachtige bloemen.

Twee watervallen van rozen zijn in zicht: links een witte

en recht voor mij een gele. Ik ga verder rechtdoor. In de serre groeien de tomatenplanten vlijtig door.

Gisteren heb ik ze gediefd. Aan hun voeten kiemen een heleboel posteleinplantjes. Mmm, lekker voor in een slaatje.

Ook de pompoenplantjes steken hun kiemblaadjes boven de grond.

Links in de moestuin worden de patatjes en de radijzen steeds groter. De spinazie is met dat beetje regen gekiemd en de aardbeien bloeien. De meeste hebben witte bloemen, eentje heeft er donker roze.

Hier voeren we oorlog met de buxusmot. Manlief heeft het al een beetje opgegeven dus neem ik het over. Verdorie, wat zitten er toch nog veel van die rupsen! We hebben ook twee mottenvallen gekocht op het internet. Binnenkort als de buxusmot uitkomt gaan we ze ophangen.

Nu loop ik verder door een groene Alléé des pommettes. Verdorie, nu begint het te regenen. Het is slechts een klein buitje, maar meer dan welkom. Er is nog niet veel gevallen hier, een schamele 17 liter terwijl er eerst 130 liter was voorzien. Zo zie je maar. Ik loop snel naar het kippenhok en laat de kippen buiten. Eerst een paar potjes graan geven en in de deuropening verder schrijven. De kippen zijn aan het eten, hanen worden weggejaagd, eten of wachten geduldig hun beurt af.  Iedere avond voor we de deur van het kippenhok sluiten worden de kippen geteld. Normaal zijn dat er 22. De laatste tijd tellen we er slechts 21. Wie komt er niet binnen slapen. We weten het niet, het is een raadsel. Dus beginnen we met de kippen overdag te observeren en zoeken in de tuin naar een nest. Heel de tuin wordt bekeken onder struiken,

tussen het lange gras, maar helaas… . We vinden wel twee nesten met eieren, maar die zijn koud. We nemen ze weg. ’s Avonds zitten er nog steeds maar 21 kippen in het hok. We  beginnen te twijfelen, hadden we dan toch maar 21 kippen ? Nee, toch niet. Op een middag zien we een hen die zich helemaal bol zet en tokt. Ze is broeds, dus houden we haar in de gaten. Waar gaat ze naar toe ? Helaas dit leidt nergens heen. We zijn alweer te laat. ’s Avonds zit de hen die we gevolgd zijn in het hok en nog steeds maar 21 kippen aanwezig. Het is een mysterie. De volgende middag zetten we onze zoektocht verder. En dan ziet manlief de dader.

Het is de kleine, zwarte hen die niet in het hok zat. En zo hebben we er nochtans maar één. Ze loopt al tokkend rond en zet al haar pluimen open. Manlief houdt de zwarte hen nauwlettend in de gaten terwijl ik foto’s maak. Af en toe kom ik ook eens kijken. De zwarte hen neemt haar tijd, ze heeft duidelijk geen haast. Hier een beetje rondscharrelen,

daar een beetje. Nu zit ze samen met andere kippen onder de wilgenhut.

Ze schuift dus op naar achteren. Terwijl de andere kippen verdwijnen gaat zij nog een beetje onder de grote wilgenstruik verder scharrelen.

“Wanneer zou het veilig zijn om naar mijn nest terug te gaan ?” schijnt ze te denken.

En dan plots begint ze te lopen. Wij gaan er voorzichtig achteraan, ik linksom, manlief rechtsom. Ze loopt recht naar de oude perelaar en zet zich daar neer tussen de paaslelies. Je kan zelfs nog een paar eieren naast haar zien liggen.

Ze zit niet eens goed verstopt! En wij maar zoeken naar een goed verborgen plek. Zo is het niet moeilijk dat we haar niet vinden. In ieder geval, hier kan ze niet blijven. Als de vos passeert zal ze snel naar de heilige velden zijn. We laten ze voorlopig nog wat zitten, maar tegen de avond … als het donker wordt … en ze niet goed meer ziet … . Dan halen we de kip van het nest. Lucinde draagt ze terug naar het hok. De zwarte hen is boos en maakt luidkeels van haar oren. Snel, Lucy, zet ze op een stok, licht weg en dan de deur dicht. Ondertussen heeft manlief de eieren bekeken met een zaklamp. Ze zat maar liefst op vierentwintig eieren. Dat gaat toch niet! Enkele hadden warm, andere koud, maar in geen enkel ei groeide een kuiken. Samen brengen we de eieren naar de composthoop in de schaduwtuin. En wat zit er daar ? In het schijnsel van de zaklamp zitten twee egels. Deze verdwijnen snel onder de haag als we dichterbij komen.

Oei, is het al half twaalf. Eerst even naar binnen en voor het middageten zorgen. Ik maak een slaatje van maïs, groene paprika, tomaatjes, ajuin en avocado met een dressing van olijfolie en limoen. Na het middagmaal ga ik weer naar buiten met het afval voor de kippen. Even is het droog en schijnt de zon. Maar er is een bui op komst. Achter mij kleurt de hemel donkergrijs en de wind neemt toe. Manlief keert huiswaarts met zijn kodak, ik ga in het kippenhok schuilen. De kippen eten verder van het afval. De bui stelt niet veel voor. Terug naar buiten, enkele boterbloemen bloeien in de bloemenwei.

Manlief heeft vorige zondag paadjes gereden op het weiland.

Nu kan ik ze gewoon volgen. Onder de oude perelaar staan nog wat akkerviooltjes te bloeien, die had ik nog niet gezien hier. Een beetje verder staat het lupineveld te bloeien.

En weet je nog die afgezaagde boom met dat gezicht in het bos van vorige week ? Wel daar achter staat nu een lijsterbes te bloeien.

Voorbij het lupineveld staat de donkerrode brem al een heel klein beetje te bloeien.

Verderop staan dan weer twee seringen voor de takkenwal prachtig, geurend paars te bloeien.

Ik loop naar rechts door een rozenboog de achtertuin van het kippenhok in. We kunnen hier tussen de takkenwal en kippenhok bijna niet meer door. En nee, de cersis blijft hier staan. Maar man- en zoonlief hebben de doorgang achter het kippenhok weer vrij gemaakt. Kijk maar eens.

Mooi, hé? Goed gedaan, jongens. Ik loop achter het hok en dan zijwaarts en ga dan rechts richting rozenpergola. De fijne blauwe regen bedekt al een heel deel ervan.

Een enkele roos staat al te bloeien.

Vele andere hebben al bloemknoppen gevormd… toch is het pas 1 mei.

De bladluizen zijn er ook al. Ik reken op de hulp van de pimpelmezen. Gisteren is ons pakketje rozenmest aangekomen. Net op tijd, we hebben ze nog snel ingewerkt voor de buien. Het is hier dan ook erg arme grond en dat kan je zien aan de meeste rozen.

De pawpaw bloeit

aan de ene kant en de viburnum “Mariesi” aan de andere kant van de pergola.

Ik laat hem in zijn natuurlijke vorm uitgroeien. Hij heeft hier plaats genoeg. Verderop staat onze oude appelaar “Melrose” nog mooi te bloeien.

De tuin staat er nog steeds prachtig bij, al vindt manlief dat het al wat minder is. Het is maar een gedacht, hij is gewoon anders.

Nog even zitten bij de kippen en genieten van de zon. Deze week hebben we hier weer een raar tafereel mogen aanschouwen. Onze haan Black and White probeerde een eend te verleiden die op haar buik lag. Hij paradeerde er rond,en ging er bijna bovenop zitten. En de eend vond het nog leuk ook. Hoe gefrustreerd kan je zijn ? Manlief had het moeten kunnen filmen. Maar ja, dan heb je natuurlijk geen camera bij.

Nu weer richting huis. Ik loop onder de oude appelaar, via de achterkant van de serre zo naar de viburnum “Molly Shröder”.

Kijk maar eens hoe hij alweer veranderd is.  Een beetje verder staat nog een appelbes te bloeien. Dan door het hekken naar Lucy’s tuintje. De donker roze brandende liefde

en het feloranje nagelkruid lokken me.

Hier wordt alweer een wiedende hand gevraagd en het gras staat ook weer lang.

In de schaduwtuin bloeit een donkerblauwe corydalis

en een roze akelei. Het blauwe vincatapijt is uitgebloeid en vervangen door een roze tapijt van robertskruid.

Een beetje verderop bloeit de stinkende gauwe. Geen idee waarom ze zo noemt, maar als je een stengel doormidden breekt komt er oranje sap uit.

Ik draai me om en loop richting tuinhuis. Een donkere brem bloeit voor de ligusterhaag. Een citroentje fladdert wat rond en gaat dan met gesloten vleugels zitten in de hazelaar. Een beetje verderop staan wat goudsbloemen te bloeien in een pot.

Tegenwoordig verdwijnen ze niet meer in de grond in de winter. Naast het huis lopen de hosta’s rustig verder uit,

een spirea staat te bloeien.

Langs de oprit bloeien akeleien in roze tinten.

Hier staan ook de meiklokjes te bloeien. Zal ik er straks aan denken om er een paar mee te nemen naar binnen ? Vast niet.

De rozen hier staan ook al vol met bloemknoppen en ze staan hoog. Ze hebben hun jaarlijkse snoeibeurt gemist. Het lavendelhaagje er rond staat ook al vol met bloemknoppen.

Het is nog slechts een kwestie van tijd en alles zal ook hier ontploffen.

De donker roze azalea staat prachtig met al zijn grote bloemen.

De donker geelrode brem geeft nog wat kleur aan de border in de voortuin. De meidoorn bloeit donker roze en komt het best uit van langs de straatkant.

In de bermen staat het fluitenkruid te bloeien.

En wat ruikt er hier zo heerlijk in de tuin ? Dat is de choisya natuurlijk.

Onder de krentenboom komen de hosta’s mooi tot hun recht.

Het is op en top hun weer, een beetje frisser en wat regen. Helaas dat hebben de slakken ook graag en die zijn er op verlekkerd. De boompioen is volledig uitgebloeid, de witte spin is verhuisd. Hier heeft ze nochtans verschillende bijen kunnen vangen. Maar er staan planten genoeg in de tuin, dus geen probleem. De blauwe regen is over haar hoogtepunt, maar nog steeds mooi.

Zeker als je er onder staat. De hommels en bijen zijn ook nog talrijk aanwezig.

Tot zover de tuin.

De kuikens groeien zienderogen.

Het zijn echte deugnieten. Ze hebben het gevonden om uit hun bak te springen. Met stront op de vloer als gevolg. Mama zal wel poetsen! We hebben dan maar het deksel gedeeltelijk op hun bak gelegd en de broedplaat wat verlaagd. Zo blijven ze er in!

Op dit moment komt er nog een ei open in de broedmachine. Ik ben benieuwd of het helemaal zal lukken.

Zo dat was het dan alweer.

Nog een fijn weekend en  hou de moed erin.

Warme groeten

De Tuinvrouw