Vrijdag 12 november 2021,

Dag beste lezers,

Het is herfst en … eindelijk maak ik weer eens tijd om een nieuwe blog te schrijven. De herfstvakantie is voorbijgevlogen al ben ik hem heel rustig en stil begonnen. Manlief en ik hebben een paar mooie wandelingen gemaakt in de bossen. Er staan weer volop paddenstoelen ! Ga zelf maar eens kijken, het is er zo mooi ! En dan ben ik ook nog eens gaan shoppen met de dochter. Zoonlief amuseerde zich ondertussen op monitorcursus in Deurne. Veel tijd bleef er dus niet over.

De dag start zonnig. De stralen van de zon verlichten de tuin en zetten hem in een gouden gloed. Ondertussen zijn er lage wolkenslierten verschenen die zich uitstrekken in de blauwe hemel.

De bomen worden steeds kaler. Het gras is bedekt met een flinke laag verdroogde bladeren. Een Persicaria zorgt voor wat roze tinten tussen zijn groene en gele bladeren.

Nestor, the Cherrytree heeft al zijn bladeren reeds verloren en kijkt me wat weemoedig aan.

Hij is al helemaal klaar voor de winter. Enkele Salvia’s zetten er nog hun beste beentje voor.

De eik aan de rand van de tuin staart me imposant aan.

Amai, wat wordt ie groot ! Zijn bladeren wapperen in de wind. “Tjirp” klinkt het van uit een boom of struik. Ik kijk aandachtig rond maar … zie de vogel niet. “Tjiep, tjiep, tjiep”. Een meesje vliegt van Nestor over de tuin weg naar achteren.

Een fijne, paarse aster geeft aan de droge border nog wat kleur.

De meeste planten zijn uitgebloeid en sterven langzaam maar zeker af. Bovengronds althans. Onder de grond zit het belangrijkste … hun wortels en die wachten geduldig tot het weer lente wordt. Ze moeten toch nergens naartoe. We kunnen er nog wat van leren !

Ik wandel al schoppend door de bladeren richting voortuin. De hortensia hangt nog vol bloemen.

De wind streelt mijn blote benen en gezicht. Roze rozen bloeien aan lange stelen.

Rozenbottels worden steeds donkerder van kleur.

En geloof het of niet maar onze dode treurwilg staat hier nog steeds.

Vele vogels komen nog graag even rusten in zijn dode kruin en de bonte specht pikt maar wat graag in zijn dikke takken daarboven.

De beuk is prachtig goudbruin verkleurd.

De Forsythia geeft dan weer een gele aanblik aan de voortuin.

Het gras is bedekt met een tapijt van bruine bladeren.

En daar zijn ze weer … de honingzwammen aan de voet van de treurwilg.

Ze zijn best mooi, ook al kondigen ze de dood aan. Niets is voor altijd, aan alles komt een einde. Dat is ook voor ons de enige zekerheid in ons leven. We weten alleen niet wanneer. Elke dag komen we een stapje dichterbij. Reden te meer om je hoofd niet te laten hangen en er het beste van te maken !

Een beetje verderop buigt een paarse Chrysant onder het gewicht van zijn bloemen nederig voorover.

Ik wandel verder onder het gebladerte van de blauwe regen.

Dan ga ik eerst even naar binnen. Het is tijd om de soep te mixen en te eten. Tegen dat alles weer opgeruimd is nodigt de zon me uit om weer naar buiten te komen. Ik trek mijn jas aan, hang de kodak rond mijn nek en neem mijn schriftje en stylo. Hup, terug naar buiten, de tuin in. In de schaduw en de wind valt de temperatuur wel wat tegen. Maar waar zijn mijn gedachten, het is bijna midden november ! Ik loop richting herfstcyclamen. Sommigen steken hun kleine bloemetjes net boven de verdroogde bladeren uit.

Wat zijn ze lief en dapper. Dan zet ik mijn wandeling verder. De verdroogde bladeren knetteren onder mijn voeten. Hé, daar staan de herfstkrokussen te bloeien.

Ze zijn dan toch niet allemaal verdwenen.

Naast het tuinhuis  zwiepen hoge grassen heen en weer.

Chrysanten liggen tegen de grond geslagen.

En daar komt mijn vriend de haan aangewandeld.

Hij draait nieuwsgierig rond mij en kijkt me met een scheve kop aan. “Valt hier nog wat te verdienen ?” vraagt ie. Hij wacht geduldig af.

Bladeren dwarrelen naar beneden en landen zachtjes neer. Er hangen er nog veel meer hoog aan de bomen. Zoonlief zijn tuintje is gehuld in schaduw. Een roze Chrysant bloeit boven op zijn bergje.

De hortensia’s bieden nog een mooie aanblik.

Plots trekt de wind aan. Tientallen bladeren zweven door de lucht en dwarrelen dan zachtjes naar beneden. Ik kan daar echt van genieten. Het is net alsof er een soort neerwaartse dans wordt opgevoerd met de wind als begeleider.

In dochterlief haar tuintje buigt Salvia ‘Amistad’  nederig opzij.

Hij blijft maar bloeien, wat een prachtplant. Straks als ie afsterft zal ik zeker zijn stengel niet afknippen, integendeel … ik zal zorgen dat zijn voetjes lekker warm onder een dekentje van bladeren en compost zullen zitten. Het is een plant om te koesteren.

De parkieten zitten zoals gewoonlijk weer vrolijk te kwetteren. Via het openstaande hek loop ik het eerste weiland in. De bruine eend komt me als eerste tegemoet.

Een beetje later volgen witte en de blauwe eend.

Voor mijn voeten vormen ze kringetje en beginnen het luidkeels uit te leggen.

De beukenhaag rond de moestuin is prachtig verkleurd.

Een merel vliegt op. De kippen hebben me ook gezien. Daar komen ze aan … .

De sierappels zijn beladen met vruchtjes.

“Ja, ja, ja, kippen ik zie het al jullie hebben weer honger. Ik volg ze naar het hok en geef ze nog wat eten. Ze lijken wel uitgehongerd !

“Heb je ze wel genoeg eten gegeven deze morgen zoonlief ?” En er is ook geen druppel water meer in hun zwarte bak. Wat een geluk dat ik nog eens langskom ! Eerst eventjes een gieter water halen en de bak vullen. Zo, nu is iedereen weer tevreden.

Een Doornikse moeder heeft een nest van zeven kuikentjes uitgebroed buiten dichtbij de vogelkooi.

Toen het weer te slecht werd hebben we er een houten plank boven gelegd. De moeder had veel gelukt dat de vos niet langs is gekomen. Eens haar nestje uitgebroed was liep ze met de kuikens terug naar het hok. Op het eerste zicht zag het er geen trouwe moeder uit.  Ze heeft verplicht een lange week met haar kuikens in een afzonderlijk hokje in het kippenhok gezeten. Nu loopt ze vrij rond.

Helaas is er al één kuikentje overleden. Maar in de vrije natuur zouden er vast al meer overleden zijn. Zo gaat dat nu eenmaal in het leven. De sterksten worden groot. Na het eten is het nu tijd voor een middagdutje voor de jongsten. Moeder legt zich neer en de kuikens kruipen er dankbaar onder.

Ik kijk om en bewonder de tuin. De Miscanthussen wiegen heen en weer in de wind.

Roze

en gele Chrysanten buigen nederig door en genieten van de laatste stralen van de zon.

Hier en daar bloeien nog wat rozen.

Rode bottels van rozen lichten op.

Het gras is grotendeels afgereden en ligt op hopen te wachten om af te voeren. We zien de kippen weer beter door het weiland scharrelen. En als wij ze beter zien, zien de roofdieren ze vast ook beter. Het pampasgras heeft eindelijk weer hoge aren gevormd.

De mispel staat scheef en is zwaarbeladen met vruchten.

De hulst draagt een heleboel rode bessen.

Ik ben dankbaar dat ik van al dat moois mag genieten.

In de verte zet de zon de grote eik in een gouden gloed.

Het weiland ziet er zoveel groter, zoveel uitgestrekter  uit nu het gras weer kort is.

Twee wilde margrieten staan hier nog eenzaam te bloeien.

De oleander wordt enorm en staat volop te bloeien.

Hij maakt een verticale verbinding tussen hemel en aarde. Een opwaartse en neerwaartse stroom verbindt het geheel. Het schept een gevoel van eindeloze ruimte. De fopzwammen aan zijn voeten zien er al oud uit of zijn ze uitgedroogd ?

De toren

en de schommel worden omarmd door prachtige kleuren.

De amberboom is bloedrood verkleurd.

Op de grond in het gras ligt een top van een berk, afgerukt door een krachtige windstoot. Ik denk dat ik maar eens terug naar binnen ga. Het winteruur zorgt ervoor dat het vlugger donker wordt en bezorgt me een gevoel van weemoed. Het middagdutje van de kuikens zit er alweer op.

Al is het voor sommige wel veel te kort.

De zwarte eend neemt een bad in de zwarte bak.

Andere kippen maken zich mooi, de grote kuikens liggen op hun buik onder de struiken.

De pruikenboom staat nog vol in blad,

de Cornussen hebben al veel blad verloren. De Parrotia is geel verkleurd.

Een grote groene Rododendron piept tussen de kale takken van struiken en bomen. “Hé, eindelijk zie je me staan” zegt ie. Andere struiken vormen een kleurige border langs de zijkant van het weiland. De Viburnum tinus staat vol met witte bloemetjes. Ik kijk nog even achterom

en loop dan de moestuin in. Wat is dat hier ? Een verwilderde onkruidtuin staart me aan. Een roze Chrysant probeert het zicht toch nog een beetje op te vrolijken.

Maar ja, dat komt volgend jaar wel weer goed. We hebben toch wel wat vruchten van je kunnen plukken dit jaar. Ik kan nog heel veel pompoensoep maken, mmm lekker zoet en aards.  Dan loop ik door de bladeren achter de vogelkooi, door dochterlief haar tuintje, terug naar binnen.

Binnen wacht een lieve zwarte kat met een wit vlekje me op. Ze ligt te slapen in de zetel op haar dekentje. Dit is onze Lucy, vier jaar oud en geadopteerd uit het asiel.

Ze heeft bij ons haar gouden mandje gevonden. Het is de bedoeling dat ze binnen blijft en een binnenkat is. De tijd zal het uitwijzen of dat zal lukken. In het begin was ze wat onzeker en schuw, maar ondertussen voelt ze zich hier helemaal thuis.

Warme groeten

De Tuinvrouw