Zaterdag 3 oktober 2020,

Dag beste lezers,

Het regenseizoen is eindelijk begonnen en dat is geen minuut te vroeg.  Het vult me met vreugde als ik zie hoe de planten weer opfleuren. Dikke hommels bezoeken de gele bloemen aan de achterdeur. Een aantal wespen vliegen in en uit hun nest. Rode bessen hangen aan de cotoneaster. Een beetje verderop staan de herfstcyclamen in groepjes te bloeien.

We zien ze weer beter staan nadat we vorige week de bladeren errond voorzichtig hebben verwijderd. Het waren er een heleboel. De dennen hebben nog steeds een heleboel bruine naalden aan hun takken hangen.

De toppen zijn gelukkig nog groen, maar de takken worden steeds kaler. Jammer, het zijn zo een mooie bomen !

De Akebia hangt met zijn frisgroene bladeren over de houten pergola op het terras.

De plant wordt steeds groter. Eigenlijk zijn het er twee, een donkere en een witte. Zou dit één van de planten van de toekomst zijn ? Tja, we zullen er nog wat meer moeten planten. Ze staan blijkbaar graag in de zon. Nestor houdt zijn bladeren nog steeds goed vast. Deze zomer waren ze toegevouwen en flets van kleur. Nu zien ze er weer wat groener uit.

Het vrolijk gekwetter van de parkieten vult de tuin. We hebben er weer vier nieuwtjes bij, gekregen van Moeke. De beestjes zaten daar in een kleine kooi binnen en waren bij nader inzien toch beter af in onze volière. Geen probleem, ze zijn meer dan welkom en voelen zich al helemaal thuis.

De lucht is gevuld met grijze wolken. Enkele druppels vallen naar beneden, maar voor de rest blijft het voorlopig droog. Ik loop even rond het huis en kijk goed rond. De geuren van de herfst hangen in de lucht, lekker vochtig … . Zo hoort het ook! Een donker astertje bloeit naast het grijze blad van de Phlomis.

Rode klokjes met een paars hartje wiegen in de wind heen en weer. Aan de andere kant staan fijne astertjes te bloeien.

In het droge park heeft de toverhazelaar al een heleboel mooi gekleurd blad laten vallen.

Hij maakt zich klaar voor de winter en zal binnen enkele maanden gaan bloeien. Ondertussen zijn de meeste noten uit de notelaar gevallen. Vorig weekend hebben we de oprit en de goten schoongemaakt, nu kunnen we nog eens herbeginnen. Maar het is niet meer zo erg als toen. Ik kan je verzekeren dat het niet leuk is als je met zo een stuk van de notenbolster aan je schoenen binnenkomt. De smurrie blijft overal aan de vloer plakken. De noten hebben we in de living op kranten op de vloer gelegd om te drogen. Het valt nog tegen, ze drogen niet snel.

De vuurdoorn hangt nog steeds vol met bessen.

Een deel rozen bloeit nog, andere dragen een heleboel bottels die beginnen te verkleuren. Langs de rand bloeit de hemelsleutel en het haagje van lavendel vormt een boord eromheen.

Het is vandaag rustig op de weg. Veel wandelaars en fietsers zie je niet met dit weer en de maïs is ondertussen ook af. Ik loop naar de stenen schaapjes naast de vijver. Ze kijken mij gelaten aan.

Dan draai ik me om. Een lage aster vormt een paars tapijt in de border.

Best mooi, vind ik dat. Een vliegtuigje vliegt brommend over en laat me achter met de zingende vogels. De tuin zit er vol van. Sommige blijven, anderen trekken weg naar warmere oorden. Hier in onze tuin vind ik rust, maak ik verbinding met de aarde en de hemel. Hier voel je de energie rondom ons.

De struiken zijn weer opgeveerd, de forsythia’s hebben weer een frissere kleur. De krentenboom heeft al veel bladeren verloren. Het is herfst … . Hé, welk vogeltje zit daar zo mooi te zingen ? Het is mijn maatje, het roodborstje. Het water in de vijver is alweer wat gestegen. Hij is nog niet helemaal gevuld, daarvoor zal er nog een heleboel moeten vallen. De treurwilg hangt er kaal over. De zon komt even piepen. Het is nog best warm genoeg.  Overal waar ik kijk zie ik kleine vogeltjes opvliegen of in bomen en struiken zitten. Een notelaar heeft zich in de border vlakbij het huis genesteld.

Sorry, maar daar kan je echt niet groot worden ! Deze gaan we er eens moeten uithalen, dat zal nog een lastige klus worden.

Tot mijn opluchting zie ik dat de rododendrons het gehaald hebben met een beetje hulp van ons.

De prunus heeft zo goed als al zijn bladeren verloren door de droogte. De hosta’s zien er weer fris uit.

Binnenkort zullen ze weer onder de grond kruipen, maar eerst gaan ze nog wat krachten opdoen. Er moet nog een rondje gras gereden worden, alles moet goed kort de winter in. We hebben nog even tijd. Een groepje paddestoelen steekt de kopjes omhoog.

Op de kale plekken in het gras verschijnen kleine, groene zaailingen. Geen idee wat het zijn. Voor het tuinhuis heeft een woelmuis gangen gegraven in het gras.

Kweeperen liggen op de grond, de meesten zijn rot. Onder de eik ligt het vol met noten. Af en toe zie ik de eekhoorn voorbij lopen met al dan niet een noot in zijn snoet. En als je van den duvel spreekt, dan zie je hem. Net als ik hier foto’s maak loopt de eekhoorn met een grote okkernoot langs. Ik schrik en hij ook.  Hij blijft even staan en rent dan snel onder de ligusterhaag. Pech, hij is me weer te snel af om hem op een foto vast te leggen. Ik leer het ook nooit. Maar ik heb hem toch maar weer ontmoet vandaag.

Naast het tuinhuis staan verschillende asters te bloeien.

Raar, er komen drie verschillende kleuren uit ongeveer dezelfde plek.

De Chrysanten vormen bloemknoppen. Nog even geduld en dan gaan ze bloeien.

De varens kleuren de schaduwtuin groen. De theeplant staat te bloeien.

In Kjell zijn tuintje kom ik Mevrouw Doornik tegen. Ze protesteert : “Tok, tok, tok, to…k”. De rijk bebloemde takken van de Lespedeza buigen onder hun gewicht.

In de knotwilgjes van de takkenwal zitten vogeltjes te zingen. De hortensia’s zijn ook blij met de regen. Eindelijk kunnen ze er voluit voor gaan. En dat doen ze ook met hun bloemen.  De persicaria heeft ook zijn tweede adem gevonden. Zijn bladeren hangen niet meer slap tegen de grond. Hij richt zich weer frisgroen op. De kogeldistels daarentgegen hebben het helemaal gehad. Hun bloemen staan er grijs en triestig hangend bij. Een roze aster staat of hangt in Lucy’s tuintje.

Haar vuurdoorntje draagt zijn geel-oranje besjes naar beneden, zijn blad weer fris groen.

Die heeft ook erg afgezien van de droogte ! Via de wilde bloementuin kom ik bij de serre. De kippen hebben mij al in de gaten en komen op me af. Eerst even wat druifjes snoepen, de kippen en eenden lusten ook wel wat. Ik strooi ze wat rond, ze sprinten er naar toe. Eerlijk delen, hé !

Dan roept manlief me dat ie weg moet. Ondertussen wijst hij naar een groepje kleine paddestoelen in het gras.

We hebben daarnet een wandeling gemaakt in het bos op zoek naar paddestoelen. Veel hebben we er niet gevonden, het is nog steeds te droog. Dat zou je niet zeggen, hé ? Maar schijn bedriegt, het is enkel het bovenste laagje dat nat is. Neem maar eens een schopje en maak een putje. Je zult versteld staan hoe droog het nog is !

In het gangje naast de vogelkooi staat een witte persicaria te bloeien. Zijn fijne bloemetjes zien eruit als sterretjes.

Ik wandel verder door Alléé des Pommettes. Links en rechts staan asters en hortensia’s te bloeien.

Een eend loopt voor mij uit. Hup, hup, dat ik niet over je val. Waggel, waggel, waggel. Onder de ‘Frett’ appel staat een donkerroze aster te bloeien.

Op de afgevallen appels zitten wespen hun buikje te vullen en te vechten. Een horzel lust ook wel wat. Kippen en hanen wandelen samen door de tuin op zoek naar insecten en ander lekkers. In de rozentuin bloeien nog steeds rozen, asters en hemelsleutels.

De kippen komen rond mij staan. “Krijgen we nog een potje mais” bedelen ze. “Oke, dan omdat jullie het zo mooi komen vragen. De kleine, grijze kip is gestopt met broeden, haar nest is geroofd. Ze slaapt weer veilig binnen. Nu zit er een bruine kip te broeden in het hok. Zo blijven we bezig. Hebben die beesten dat nu echt niet door dat het winter wordt ? Tja, het zijn kippen, hé. Ondertussen wordt de lucht boven mij steeds donkerder. Een beetje dreigend zelf. Ik loop verder het tweede weiland op. Hier wordt het gras steeds groener.  Verderop zie je nog waar mijn tent gestaan heeft.

Helaas, door de storm was ik gedwongen om ze af te breken. Jammer, ik mis het nog steeds om buiten te slapen, maar ja het is niet anders. Onder de grote perelaar liggen een heleboel peren en er hangen er nog steeds in de top !

Ongelofelijk. Deze week heb ik op een avond een aanval gedaan op de bramen

en de ratelpopulieren.

Maar ik ben er nog niet. Maar het is alvast een begin. Manlief moet later ook nog eens met de grote grasmaaier langskomen. Een heleboel bremstruiken worden steeds groter. We zullen er toch nog een deel moeten verwijderen. Ze komen overal uit waar ze denken.

De kippen hebben hun graantjes op en lopen weer rond. Twee zitten op mijn bankje onder de linde.  Een kornoelje is mooi rood verkleurd.

De krentenboompjes zijn bijna kaal. De mais is van het land verdwenen, we kunnen de huizen verderop weer zien staan. Het is dan ook al oktober. Wat een raar jaar is het toch !

Tiens, het pampasgras heeft pluimen gekregen.

Wanneer is dat gebeurd, heb ik dat gemist ? Ik ga even van dichterbij kijken. En ja hoor, mooie, roze pluimen zijn aan het ontluiken. Ik loop door de rozenpergola terug en kijk nog eens goed rond. Verderop bloeit nog een paarse geranium achter de serre.

Dan loop ik verder met mijn schoenen door de bladeren en de bolsters van de kastanjes terug naar binnen. Het is tijd om eten te maken. Het wordt een lekkere spaghetti met vers gemaakte saus. En ondertussen maak ik ook nog paprikasoep met zoete aardappel voor zondag.

Vele warme groeten

De Tuinvrouw