Zaterdag 6 juni 2020,

Hola Paula,

Wat een wind blaast er vandaag over de tuin?

Precies zoals manlief voorspeld heeft. Misschien zelfs nog iets straffer!

Donderdag vielen slechts enkele druppels water naar beneden. Als dat regen is? Amai, amai. De bermen in de straat en het weiland staan geel van droogte. Een beetje verderop bloeit een aardappelveld.

In de verte zie ik de kerk van Ursel. Nu Aalter genoemd. Vrijdagmorgen krijgen we gelukkig wat meer water uit de lucht cadeau. Zeven liter water per vierkante meter. Het is nog niet veel, maar beter dan niets! In de namiddag maak ik nog wat foto’s en ga wat uitgebloeide lupine afsnijden.

Af en toe valt er nog een klein beetje. Uiteindelijk eindigen we met 8 liter in de regenmeter. Het water dringt maar moeilijk in de keiharde grond. En vandaag … wordt alles weer weggeblazen.

Deze morgen heeft manlief besloten om eens aan de paplaurierhaag te beginnen. Zo gezegd, zo gedaan. Na een tijdje zijn we de kinderen gaan halen om te helpen. Alles moest toch in de aanhangwagen geraken. Zo, nu is alvast de buitenkant en de bovenkant langs één kant gedaan.

En het afval ligt op het containerpark. Op de terugweg zijn we wat ijs bij Eefke gaan halen om thuis op te eten. Een kleine beloning voor het harde werk. Nu zit ik op mijn bankje onder de linde met voor en naast mij de bolderik die bloeit.

Het is nog niet eenvoudig om hier te schrijven. De bladzijden van mijn schriftje wapperen in de wind en echt warm heb ik het ook niet.

Enkele pluimen liggen op het pad.

Hier hebben vast een paar hanen gevochten! Het tweede nest kuikens is deze week ook uitgekomen. Ze zitten in de sluis bij de andere kippen.

In het nog steeds veel te droge weiland bloeien enkele havikskruiden.

De wilde rode bloeit naast de wilgenhut.

Ik wandel maar eens door op zoek naar wat beschutting. Hier is het toch iets beter.

Ik luister naar de wind. Een vogeltje zit te piepen in de beukenhaag om dan plots weg te vliegen. Een andere vogel zingt verderop. Ik hoor nog steeds gepiep. Het zijn jonge nestjes. De zwartkop zat gisteren met zijn gezin in Nestor kersen te eten. Dat hadden twee eksters ook gezien … Maar manlief snelde naar buiten om ze weg te jagen. Zo konden ze rustig verder snoepen. Zou ik het wagen om de wilgenhut te verlaten, de wind trekt steeds meer aan. Zo zal het straks niet veel meer regenen. Hup, weer eruit. Het is direct wel weer klaarder. Maar de wind is verschrikkelijk. Het zand stuift over de velden. Tonnen worden verzet.

Een hen en een haan trekken er zich niet veel van aan. Rond de takkenwal bloeit de spirea.

De krenten kleuren verder rood aan de krentenboom.

Rosa “Perennial Blue” staat nog prachtig tussen de uitgebloeide, verdroogde witte roosjes.

De grote witte roos staat ook nog prachtig. Amai, wat ruikt hier zo lekker? Ja, het zijn de witte rozen.

Ik ga even zitten bij het kippenhok. De kippen scharrelen aan mijn voeten. Altijd maar grasjes pikken. De zwarte eend maakt zich mooi. Heeft ze straks misschien een rendez-vous? Weinig kans, we hebben geen mannetje. De bruine eend wandelt er langs, het hok binnen. Samen met de blauwe eend wat graantjes eten!

Voor mij staat een speciale kamperfoelie te bloeien.

Als ik een beetje verder kijk zie ik rosa “American Pillar”.

Als ik er naar toe loop, zie ik ook de roos “Gardens of Hex”, dat is een speciale.

En de roos “Frau Eva Schubert” bloeit ook mooi.

Dan voel ik wat spetters. Ik ga dan maar naar binnen. Uiteindelijk valt er niet veel, te veel wind, nietwaar? Voor mij is het genoeg geweest vandaag. Nog even wat frietjes bestellen en gezellig een film bekijken met dochterlief. Later op de avond als alle kippen op stok zitten, verhuizen we de kuikens naar het kippenhok. Ik ben benieuwd wat het morgen zal geven. Zullen ze vlug aanvaard worden? We zien wel.

Zondag 7 juni 2020,

Halfacht, ik word wakker … De lucht is donker, de wind weer minder.

Enkele druppels hangen tegen het dakvenster. Ik val weer in slaap. Om tien voor acht, terug wakker. De lucht is helderblauw en de zon schijnt. Goedemorgen allemaal, ik ga opstaan. Eerst even een was insteken, eten en douchen en dan zet ik mijn wandeling buiten verder.

Halftien ondertussen, ik ga door de voordeur naar buiten … voor mij staan de lavendels en rozen te bloeien,

rechts van mij torenen twee zwarte toortsen boven mij uit.

Zijn dit de twee wachters aan de deur?

Op de berg langs de oprit bloei de hertshooi, hun bladeren bruin getint door de zon.

Er zitten een heleboel bijen en hommels op. Terug via de toortsen naar de voortuin. De vijver staat vol met bloeiende moerasboterbloem.

Aan de rand vormt de moerasaardbei een bordeaux-rode boord.

Twee nieuwe pioenrozen bloeien.

Tussen de puntwederiken verschijnen de eerste witte phloxen.

De wikke wordt wat te hevig, dus die moet er straks uit.

De wind en de bewolking nemen toe, het wordt weer frisser. Zal ik een trui halen? Ik loop rond het huis.

De spirea bloeit nog steeds. Het is één roze boeket van bloemen.

Een vogel vliegt langs, eentje piepte in de hoge hulst. Een ander zingt vrolijk zijn lied.

Een hosta bloeit wit.

Er liggen wat druppels op de bladeren. De natuur ademt in en geniet van het kleine beetje water.

Een boerenjasmijn bloeit aan een lange, overhangende tak.

De lichtgroene spirea bloeit roze.

Het gras vertoont nog steeds veel gele plekken. Maar ze worden hier en daar al een beetje groener.

De Santolina staat vol met bloemknopjes, klaar om te openen.

De kersen aan Nestor zijn al goed opgeruimd.

Ik heb toch ook mijn kans gegrepen en er enkele van gegeten. Onder de boom liggen er een heleboel. Deels opgegeten. Die zal ik straks verzamelen en aan de kippen geven. Achter mij piept de zon, voor mij vormt zich een donkere wolk.

De rode roos in Nestor bloeit meer en meer.

En hier staat het moederkruid te bloeien.

De vink zingt aan één stuk door zijn liedje. Een andere vogel antwoordt.

Deze week zat een groene specht in het gras. Net te laat voor een foto.

De prikneuzen staan overal te bloeien. Ze fleuren de tuin op met hun felle kleuren.

Op het tuinhuis bloeit Bobbie James, onze witte rambler roos.

Hij is heel geliefd door de bijen met zijn best wel grote, witte bloemen. Wat is het toch een prachtstruik.

In het park naast het tuinhuis bloeit een anjer, een witte geranium, vingerhoedskruiden en de vrouwenmantel.

De schaduwtuin is gevuld met vingerhoedskruiden, de blauwe klokjes, varens

en witte vlaggetjes.

In Kjell zijn tuintje zitten een grijze kip en een zwarte te scharrelen onder de wijnbes. Dat mag niet, maar daar trekken ze zich niets van aan! De kans is groot dat ze hier ergens eieren leggen voor de egels.

Er verschijnen een heleboel trosjes aan de druivelaar op de driehoek.

Oh, Kjell zijn roosje bloeit nu echt mooi, evenals zijn kamperfoelie.

Wat een geuren verspreiden zich  hier!

Nu even naar de hokjes in Lucy’s tuintje. In het eerste hokje zit een tokkende moederhen met haar vijf kleine kuikentjes.

Het zijn allemaal bleke en ze krijgen al vleugels.

Daarnaast zit meneer Sebright me al dreigend aan te kijken.

De zijdehoenders en witte leghorn trekken er zich niets van aan.

En Ferdinand staat weer eens dom te kijken. Zijn vrouw had deze week één kuiken uitgebroed, maar de domme hen heeft het dood gepikt. Hoe jammer, het was nochtans een cochin! Nu zit ze nog op wat eieren die we binnenkort gaan wegnemen. Dit wordt niks en ze moet zich ook niet dood broeden.

In Lucy’s tuintje bloeit een nieuwe roos,

geraniums, kogeldistels, enz …  Aan de zijkant staat ook nog een kaasjeskruid te bloeien.

Achter het hek zit plots een blauwe eend. Goedemorgen lieve dame. Ze kijkt me aan en loopt dan verder.

Op de berg, waar de pompoenen moeten komen, staan enorme papavers te bloeien.

Ze zijn zo groot als mijn handen.

In de border staan vuurrode vruchten op de donkere sneeuwbalspirea.

Wat een kleur!  Naast het weerhuisje staat een blekere variant.

Voor de rozentuin staan enkele struiken vol met gele bloemen. Ze trekken heel veel insecten aan.

Ik loop langs de buxushaag de rozentuin in. Sinds we onze mottenvallen hebben opgehangen, hebben we nog steeds geen enkele buxusmot gezien.

Plots word ik omringd door vele kleuren, roze in verschillende tinten,

paars, wit, rood,

blauw en oranje.

De zon is er ook weer. Het wordt weer warm. Black and White kraait.

De kuikens lopen vrolijk rond in de tuin, nog wat verstopt onder de struiken. Een andere groep ligt samen in de zon dicht bij het hok. Sommigen slapen, anderen nemen een zandbad. Ze zien er allemaal tevreden uit. Een pak van mijn hart, daar word ik gelukkig van! Misschien hebben ze wel dorst. Ik vul de zwarte bak en zet die voor hun neus. Ze komen allemaal drinken.

Het klaart weer uit met hier en daar nog wat wolken.

Op de vogelkooi ligt een enorme paarse roos “Veilchenblau”. Zelfs van hier is ze goed te zien.

Van dichterbij ziet hij er zo uit.

Nog even samen door de rozenpergola lopen. Manlief ziet daar een mooie mot zitten, het is een legaatvlinder.

                 Onder de Melrose terug, langs het pad achter de serre. Rechts krijg ik nog een mooi zicht op de oranje roos en de “Veilchenblau”,

links op de rozen door de doorgang.

En wat zijn de bruine en blauwe eend nu weer aan het uitvreten bij de Sebrights? Tja, ze doen maar …

Zo, nu ga ik maar naar binnen. Ik wens jullie allemaal nog een fijne dag. Geniet ervan!

Warme groeten

De Tuinvrouw