Donderdag 8 juli 2021,

Dag beste lezers,

De zomervakantie voor de kinderen is begonnen. Ze hebben allebei een mooi eindresultaat op school behaald. We zijn trots. Ze hebben hun vakantie dubbel en dik verdiend.

De tuin is over haar hoogtepunt. Bobby James ligt uitgebloeid over het tuinhuis uitgespreid. Zijn roosjes zijn dit jaar helemaal uitgeregend … . Tja het is geen zomer zoals de vorige jaren, maar je hoort mij niet klagen. De planten zijn enorm gegroeid en hun kleuren komen veel beter uit. Ik geniet er evenveel van als onze tuin.

Oei, op het bankje voor het tuinhuis staat nog de benzine.

Ik heb gisteren gras afgereden en die ben ik vergeten binnen te zetten. Dat doe ik later wel … .

Rode daglelies bloeien onder de Magnolia.

Hogerop bloeit een trosje oranje rozen.

Mijn mooie bloempot houdt niet van al die regen, maar de Millionbells daarentegen bloeien uitbundig.

De andere bloempotten doen het wel nog goed.

Dan hoor ik de roep van de tjif tjaf. De parkieten hebben ook weer veel te vertellen.

Het gras staat vol met gele bloemen en witte klavers.

De kamperfoelie verspreidt haar zoete geur over de tuin.

De puntwederik kleurt het park opzij geel. De bloemen van de daglelies staan in knop.

Sommige hosta’s bloeien,

andere niet.

Ze hebben er een nieuwe vijand bijgekregen. Naast slakken worden ze in het donker ook nog eens aangevallen door de taxuskever. Grrr …. we weten weer wat te doen als het donker is. Manlief trekt dan met de zaklamp en een schaar de tuin in. Soms wordt ie vergezeld door zoonlief.

In de voortuin bloeien de zoetgeurende, witte Phloxen en blauwe Campanula’s.

Vlinders, bijen en talrijke andere insecten bezoeken al deze bloemenpracht. De lucht is warm en doef. Links van mij vult de lucht zich op met donkere wolken. Voor de taxushaag bloeit een paarse vlinderstruik.

Raar dat hij me nu pas opvalt.

Op de grond vormen Geraniums roze tapijten. De Calicarpa staat vol kleine, paarse bloemetjes.

Het L-vormige rozenpark wordt afgeboord met een bloeiende lavendelhaag en donkerroze prikneuzen.

Hier en daar steken wilgenroosjes hoog bovenuit. Bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders zijn druk in de weer. “Twiet, twiet, twiet, suskewiet” zingt de vink. De ijzeren vaasjes aan de voordeur mogen weer gezien worden.

Langs de oprit komen er steeds meer bloemen op de Hydrangea open.

Deze is echt in zijn nopjes met al die regen.  Hij heeft de laatste jaren echt afgezien, maar dit jaar voelt als een feest.

De aanhangwagen ligt alweer vol met tuinafval. We zijn de laatste tijd druk in de weer in de tuin. Manlief heeft de paplaurier geschoren. De hosta’s zijn weer tevoorschijn gekomen en lachen me toe. “Dank je wel” hoor ik ze zeggen, “we horen er weer bij !”.

In het droge park bloeien prikneuzen, gele daglelie en Zeeuws knoopje.

Verderop bloeit een roze roosje uitbundig.

Aan de andere kant ligt een paarse Galega tegen  de grond geslagen.

Hij trekt het zich niet aan, maar bloeit dapper door.

Ondertussen blijft de vink maar zingen. Geraniums, geelblaadjes en prikneuzen vormen een aaneengesloten bloemenstrook langs het gras. Verderop bloeit het biggenkruid in het veel te hoge gras.

Man, dat dat nu nog niet gemaaid is, straks komt het in zaad en zijn we gezien !

Aan de voet van de dennen staan hosta’s zij aan zij in zinken badkuipen.

Sommige worden echt veel te groot. Het zal kiezen of delen worden, ofwel blijven de grote staan ofwel de kleine.

In de schaduwtuin ligt de geitenbaard schuin boven de varens.

Grote lichtgroene vruchten bungelen aan hun struik.

Donkerrode lelies bloeien voor het tuinhuis.

Wauw, zo mooi !

Nu wandel ik Kjell zijn tuintje in. Een zoet geurend roosje bedekt zijn dobbelsteen.

Naast zijn vijver bloeit zijn Salvia hians

met op de achtergrond een nieuwe klimroos.

In de middengang overvalt me de geur van de bloeiende tamme kastanje. Daar hou ik echt niet van ! Maar de mooie bloemen van een hortensia  leiden me gelukkig af.

In Lucy haar tuintje bloeien margrieten,

geraniums,

een rode roos

en een roze daglelie.

Aan kleuren geen gebrek !

Tok, tok, tok, tok, piep, piep, piep klinkt het uit de hokjes.

De moederhennen en kuikens kijken me nieuwsgierig aan. “Wat zit die daar te doen ?” vragen ze zich af. Als ik wat dichterbij kom zie ik dat ze geen eten en drinken meer hebben. Och arme, daar ga ik eerst wat aan doen. Ik open de deur van de vogelkooi en loop voorzichtig de gang in.  In de sluis en achteraan de gang hebben we rattenvallen opgesteld en daar trap ik liever niet in ! Met een stukje chocolade lokken we de beestjes naar binnen. We hebben er al vier of waren het er vijf gevangen. De dode leggen we op de composthoop en dan richten we er de camera op. Wie zou ze kunnen komen halen ? Eens kijken … de marter bezoekt de hoop, een grote rat kijkt met blinkende oogjes in de camera ( brr, die zou ik liever niet tegenkomen!) en uiteindelijk vliegt een kraai met bijna twee exemplaren weg. De tweede laat ie vallen. Toch boeiend en een beetje verontrustend wat er allemaal in onze hof paradeert !

Dan vul ik een potje kuikenmeel uit de plastic bak en neem een drinkbeker met vers water mee naar de kippen. Zo, die zijn ook weer tevreden.

In de hokjes daarnaast hebben ze wel nog genoeg eten en drinken. De witte leghorn hen heeft de kuikens van de doornikse hen afgepakt. Als die wat te dichtbij komt krijgt ze een pik. Gelukkig was de Doornikse moeder het toch al ver beu om voor de kuikens te zorgen.

Ik zet mijn wandeling verder achter de vogelkooi. Overal ligt snoeisel op de grond. Manlief heeft naast de beukenhaag rond de moestuin ook de rozen wat ingekort.

Nu kan ik terug rond de vogelkooi wandelen en krijgen de kippen opnieuw meer daglicht binnen. Het snoeisel van de beukenhaag gaat grotendeels de composthoop op, de rozen worden gehakseld of afgevoerd. We zien nog wel. De grote snoeibeurt is weer begonnen.

Een heleboel hennen zitten met blote borst bij Ferdinand.

Hij zit er maar wat beteuterd bij. Heeft ie ze niet onder controle, dan ? Manlief zegt dat dat nog van voordien is. Ik weet het niet meer … . Ik kan ze in ieder geval weer op mijn gemak bekijken.

De moestuin is weer op niets uitgedraaid. Naast een portie erwten en tuinbonen heb ik niets meer moeten oogsten of toch nog wat melde die ik kook als spinazie. De pakjes bonen liggen nog steeds op mijn bureau. Het is dit jaar geen bonenjaar, veel te nat, daar houden ze niet van. In plaats van groenten staan er wel weer bloemen.

Ik zie een heleboel vlinders en andere insecten die zich hier helemaal thuis voelen.

De eerste courgetten vormen zich aan de planten.

Het zijn gele. Vreemd, had ik dan geen groene gekocht ?  Mmm, misschien heb ik last van een korte termijn geheugenstoornis.

We hebben per abuis de courgetten en patissons verwisseld met de pompoenen. Nu moet ik me een weg banen tussen de pompoenen en de beukenhaag om de courgetten te bereiken. We zullen wel zien wat het zal geven, we lossen het wel op.

Via het hekje wandel ik het weiland in. Verschillende bloemenweitjes fleuren het lange gras op.

Een eend, drie hanen en een aantal hennen zijn hier op stap.

En daar … komen de zwarte en blauwe eend aanlopen.

Een nieuwe wilde roos staat te bloeien tussen het lange gras.

De rozentuin wenkt me met zijn vele bloemen.

Hier ben ik de laatste weken druk in de weer geweest.

Ik heb de rozen vrijgemaakt van te veel kruiden.

Sommige waren letterlijk bedolven.

Hé, daar zit ook nog een roosje onder. Sorry, maar die prikneuzen moeten er ook uit tot grote frustratie van manlief. Er volgt dan wel een woordje, dat heb je als je met twee tuiniert. Ieder heeft zijn eigen idee, zijn manier van werken en de kippen doen de rest.

De rozentuin staat prachtig en er staan nog een heleboel prikneuzen in die mogen blijven staan.

De gele moeder hen loopt met haar vier kuikens tussen de rozen. Ze heeft geen zin om zich te laten fotograferen. Ik probeer het toch.

Een druppel valt in mijn nek. Boven mijn hoofd hangt een wolk. Zou het … een bui geven ?

De lavendel bloeit voor de buxushaag met daarachter een haag van gele ganzerik.

Ik wandel onder de pergola. Voor mij zit de zwarte Cochinhaan heel alleen.

Aan de andere kant zit Black and White.

Het zijn niet de beste vrienden, gelukkig zitten de rozen tussen hun in !

Rechts van mij staat de roos “Marcel Vossen te bloeien.

Het is een prachtige late bloeier. Het is jammer dat ie slechts eenmaal bloeit, maar hij doet het ineens goed. Verderop bloeit “American Pillar”

en “Kirr Royal”.

In de takkenwal bloeit de roze roos uitbundig.

Een witte vlinder fladdert over.  En daar is de zon weer. Ze straalt met volle kracht.

Drie van de zeven kuikens zitten gezellig samen op een stoel.

Twee haantjes dagen elkaar uit op de grond. Ze moet hun rangorde bepalen. Als ze me zien aankomen maken ze zich snel uit de voeten. Wat zijn het toch angsthazen !

De witte eend is op schattenjacht.

Ze hapt de vliegen uit de lucht !

In het kippenhok lopen kleine kuikens in en uit. De deur is dicht, de moeders volgen niet, maar dat zal niet lang meer duren.

De vijg naast het hok is flink gegroeid.

Op het hok groeit en bloeit de gele klimplant

en een kamperfoelie.

De gele Clematisklokjes bedekken de takkenwal en dragen al een aantal pluizenbollen.

De zwarte moederhen zat daarpas met twee kuikens langs de verkeerde kant. Ondertussen zit ze alweer op haar nest. Ze tokt : “Kuikens, het is tijd, tijd om te gaan slapen !”. Een klein kuiken is niet akkoord en loopt nog wat rond. Een andere moeder hen loopt nog tokkend rond “Kom, kom, kom nu toch”. “Ik ben nog niet moe, hoor” piept de wijsneus. Zo klein en al tegenspreken, dat belooft voor later !

De gele moeder hen gaat met haar vier kuikens nog wat drinken uit de zwarte bak.

Er zit nog net genoeg in. De donkerste van de vier is moe, hij laat zijn kopje hangen. Hij kan niet meer zo goed volgen. “Laat ons gaan slapen” vraagt ie smekend. Nog even wat in de aarde scharten en dan … gaan ze samen naar binnen. De moeder spreidt haar vleugels uit in een hoekje en de kuikens kruipen er gezellig onder. Het is zes uur.

Zo nu ga ik eerst de drinkbak wat bijvullen. Achter het hok bloeit nog een klimroos.

Twee van de drie hortensia’s zijn goed vertrokken. De derde heeft het loodje gelegd.

De roep van de specht weerklinkt van uit het bos. Ik baan me een weg tussen het lange gras, de kruiskruiden en het knoopkruid.

Het bloemenweiland telt vele bloemen dit jaar dankzij de regen.

Tuut, tuut, tuut, tuut, … , suskewiet. De specht en de vink zijn hoorbaar aanwezig.

Zebrarupsen eten hun buikjes rond.

De gele kleur op hun lijfjes duidt op gevaar. De vogels blijven wijselijk op afstand. Binnenkort worden ze een mooie mot. Zoonlief heeft er een deel in een terrarium gestoken in de garage. Ze gaan al vlug verpoppen.

Bruine zandoogjes fladderen over het uitgebloeide gras. Sint Janskruid en Achillea nemen de taak van de lupinen over.

Hier en daar hoor ik de eerste sprinkhanen. De geur van de bloeiende kastanjes komt me tegemoet. Ik kijk verbaasd rond en denk : ” Juist, hier hebben we er ook geplant en ze worden al best groot !”.

Hé, daar staat wilde peen te bloeien. Dat is de eerste keer dat ik dat hier zie. Hier en daar verschijnen de rolklavers opnieuw.

De beukenhaag rond de uitkijktoren is ook weer bijgesnoeid. Daarboven steken wilgen en berken groen uit.

Het is hier een echt vogelparadijs.

Plots weerklinkt een gerommel uit de lucht. Het zal wel een vliegtuig boven de wolken zijn. Ik kijk naar omhoog en ja daar verderop zie ik een vliegtuig door de blauwe lucht verdwijnen. In de berken naast me zit een hele groep staartmezen. Verdorie, natuurlijk ligt mijn verrekijker weer binnen ! Maar ik heb geluk, ze komen laag in de struiken zitten. Nu kan ik ze toch nog goed bekijken. Wat een schattige bolletjes zijn het toch ! Er zitten ook nog andere vogels in de bomen. Een beetje later vliegen ze weer verder. En ik … wandel verder langs de andere kant de bloemenwei uit.

Zo kom ik terug bij de rozenpergola. Daar sla ik links af om een roze reukerwt van dichtbij te bekijken.

De witte Spirea breidt zich steeds verder uit.

De Cassis hangt vol bijna rijpe bessen.

Nog even geduld en dan smullen maar.

Voor de beukenhaag bloeit de Rudbeckia en de witte Galega. De speciale margrietjes komen open.

De Oost-Indische kers bloeit

rond de Dahlia’s.

Ieder keer dat ik er langs kom pluk en eet ik een bloem op. De eerste smaak is zacht maar daarna … mmm, pikant.

Een beetje verderop heeft de ratelaar een plaatsje veroverd. Nu draai ik me om en wandel rustig terug naar binnen.

Vrolijke, warme groeten

De Tuinvrouw