Zaterdag 11 november 2023,
Dag beste lezers,
De tijd vliegt … .
Eindelijk, … de zin om een nieuwe blog te posten is weer volop aanwezig. Zijn jullie er klaar voor ? Daar gaan we.
De herfst is in het land. Regen en wind hebben hun werk gedaan. De bovenste laag van de bodem begint goed verzadigd te geraken. Toch dringt het water er hier nog altijd goed in. De tuin neemt het dankbaar en gulzig op. Sommige bomen hebben reeds al hun bladeren los gelaten en blijven kaal achter. Ze maken zich klaar voor de winter.
Een koolmeesje zoekt vlijtig achter wat eten. Lucy komt zich tegen mijn benen vlijen. “Hé, ik ben hier ook ! ” vertelt ze me. Dan wandelt ze verder op zoek naar een muis.
Het is droog op dit moment, ideaal om een wandeling door de tuin te maken. Deze morgen kregen we nog een heleboel buien over ons heen. Er viel zelfs hagel en een donderklap zorgde voor wat extra geluid.
Ik steek mijn neus in de lucht en voel de wind in mijn gezicht. Rode bessen sieren de struiken en zorgen voor nog wat extra kleur.
De herfstcyclamen bloeien.
De paplaurier langs de zijkant is grotendeels gesnoeid. Ik zou hem verder afwerken in het herfstverlof, maar het weer stak daar een stokje voor.
Achter mij hangen donkere wolken dreigend aan de hemel. Een bui komt dichterbij. Zou ze hier vallen of drijft ze verder ?
Gelukkig, ze passeert ons.
Dankzij de regen zijn overal in de tuin paddenstoelen opgedoken. Manlief is alweer naar nieuwe soorten op zoek. Hij is samen met zoonlief een duizendsoortenlijst van de tuin aan het opstellen. En ze naderen.
Hier zie ik wat fopzwammen die hun kopjes naar boven steken. Dan wandel ik rond het huis naar de voortuin.
Een groep Hosta’s ligt er verslagen bij.
Ze kregen zomaar even een glazen deur op hun kop toen de herfststorm voorbij trok.
En kijk, wat verderop steken paarse Chrysanten hun bloemetjes fier naar boven.
In de voortuin liggen nog steeds delen van de knotwilg. Ze vormen een thuis voor een groepje fluweelpootjes
en een groepje zwerminktzwammen.
Daarnaast staan ook nog oorzwammetjes.
Het zijn allemaal onschuldige paddenstoelen die groeien op dood hout.
En … er is goed nieuws ! Van de honingzwam is er geen spoor meer. Zou hij uit onze tuin verdwenen zijn ? Ik hoop het echt ! De planten kunnen weer rustig groeien.
“Oh” roept manlief plots en hij bukt zich voorover.
Wat heeft ie daar gezien ?
Eén, twee, drie, vier oranjerode Stropharia.
“Het park staat er vol van” zegt ie blij. Ze zitten verstopt tussen de roze bloemen van de Sedum en de rozenbottels.
Vooraan staat de Camellia vol met nieuwe bloemknoppen. Sommige beginnen zelfs al kleur te tonen. Ho, ho, denk ik dan. Dat is toch nog veel en veel te vroeg.
De groene varen is nog steeds helemaal in zijn nopjes. Hij spreidt zijn bladeren wijd open.
De beuk draagt nog een mooi verkleurd, uitgedund kleed.
Veel van zijn blaadjes liggen op de grond. Klaar om te verteren tot een schitterende bladgrond. Ik verzamel ze graag en gooi ze in een bladmand of op de vroegere moestuin. Zo is de cirkel rond.
Ik wandel over het terras en kijk omhoog. Daar staat onze notelaar. Zijn overgebleven bladeren dansen in de wind tot ook zij uiteindelijk zullen loslaten en sterven. Vogels slaan alarm. Wat zou er aan de hand zijn ? Wat hebben ze gezien ?
Links van het huis heb ik de paplaurierhaag nog eens geschoren tot waar ik bij kon.
Manlief moet nog eens achter komen met de haagschaar hogerop. Sinds ik dit jaar een elektrische haagschaar gekregen heb ben ik bezig met de hagen. De Taxushaag vooraan heb ik ook gedaan. Ons buurvrouw van verderop vond het best ook wel een kunstwerk. Maar goed nu weer verder … .
De Hosta’s sterven af. Ze kruipen veilig in de grond om volgend jaar weer boven te komen.
De hulst en de Cotoneaster staan vol met bessen.
Ze zorgen ervoor dat vogels in de winter nog wat te eten hebben.
Vliegtuigen vullen de lucht met gezoem. Auto’s rijden langs. Maar in de verte hoor ik het druk gekwetter van de parkieten. Dan kijk ik voor mij naar boven en zie de groene dennen en nog wat gele bladeren aan de wilde kastanje.
Beneden komt Lucy aangelopen.
Ze streelt even tegen mijn benen en loopt dan verder naar de voortuin.
Deze morgen kon ik nog de groene specht bewonderen die in het gras naar mieren zocht. Het zo een mooie vogel, die zie je niet iedere dag. Bedankt lieve vogel om langs te komen.
Ik vervolg mijn pad. De sierappel voor het tuinhuis hangt vol met rode vruchtjes.
Zijn takken hangen laag een horizontaal. Hij wordt breder en breder. Straks kunnen we er niet meer langs. Ik zal hem toch eens moeten snoeien, maar eerst mogen de vogels zijn vruchten eten.
Onder de bomen liggen de bladeren tegen de grond geplakt.
Daar heeft de regen voor gezorgd.
Tja, ieder jaar is anders. Vorig jaar was het nog droog en moest je echt zoeken naar een paddenstoel. Dat is dit jaar wel anders. De tuin staat er vol van. Zo zie je maar dat elke situatie voor iets goed is. Alles heeft zijn voor- en nadelen. Het is dan ook de kunst om alles vanuit de positieve kant te bekijken en om te gaan met de negatieve. Zo is het in echte leven ook. De regen mag dan op dit moment al een beetje tegensteken, ik kan er toch nog van genieten als ik zie hoeveel deugd de tuin ervan heeft.
Hetzelfde geldt voor het winteruur. Plots is het zoveel vroeger donker en ja daar had ik het lastig mee. Ieder jaar opnieuw … brengt dat me uit mijn evenwicht gecombineerd met wat donkere luchten. Na vijf uur kan je niet veel meer doen in de tuin. Maar dan maken we het binnen gezellig met wat kaarsen en kleine lichtjes, wat muziek en soep.
Maar ik drijf af, terug de tuin in. Voor me ligt de doorgang naar het weiland.
Hij ziet er wat donker uit, maar verderop wenkt het licht. Eerst ga ik nog even in Lucinde haar tuin kijken. De Salvia “Amistad” draagt nog steeds zijn mooie blauwe bloemen
en de vuurdoorn hangt vol oranje bessen.
Een vliegenzwam geeft dan een derde park nog wat kleur. Enkele kogeldistels willen ook nog bloeien, maar daarvoor is het toch al veel te laat. Tegenwoordig kan alles.
Dan ga ik toch maar onder de donkere doorgang door naar het licht.
Ik passeer de vogelkooi omringd door gekwetter, getok en gekraai. De Sebrights kijken me nieuwsgierig aan.
Drup, drup, drup, het water uit de goot loopt in de zinken kuip.
Deze loopt over op het pad en de grond blijft het water maar opzuigen.
En plots komt de zon weer tussen de wolken piepen. Ze zet de tuin achteraan in een warme gloed. Alles ziet er plots zoveel leuker uit. Maar hier is er alleen maar schaduw, de stralen worden opgevangen door onze bomen. De beukenhaag kleurt in roodbruin, geel en oranje tinten tot een kleurige muur in de groene tuin.
Twee sierappelbomen hangen vol met kleine rode vruchtjes.
De andere sierappels dragen bijna geen vruchtjes. Ze hadden deze zomer last van een schimmel.
De Persicaria aan hun voeten zorgt dan wel weer voor kleur. hij blijft maar bloeien.
In de struikenborder zijn twee merelmannetjes op stap.
Ik wandel verder. De zon verwarmt mijn rug en nek. Ze strooit haar stralen uitbundig over tientallen rozenbottels.
Een blaadje dwarrelt naar beneden. De struiken kleuren de border in verschillende herfstkleuren.
De kippen en eenden zitten rond het hok. Ze lopen niet ver meer en verbergen zich onder de struiken. Hier heeft weer wat drama afgespeeld. Eén voor één werden hier kippen gepakt vlakbij het hok. De dader hebben we niet gezien. Het zou een roofvogel of een marter kunnen geweest zijn. Wie weet ?
Aan het einde van de zomer of was het al herfst kwam een mooie gespikkelde hen samen met zeven zwarte kuikens thuis in het hok. Ze had ergens in de tuin zitten broeden en werd gelukkig niet gevonden door … . We stopten ze voor enkele dagen onder een hokje, zodat ze even in het hok zouden blijven. Daarna mochten ze terug vrij in de tuin rondlopen en kwamen ze elke avond binnen. Het ging verschillende dagen goed, geen vuiltje aan de lucht. Maar dan begonnen er kippen gepakt te worden. En op een goede avond kwam moeder kip niet naar huis. Ik kon het eerst niet geloven. Het was zo een tamme, goede moeder. Wat een verlies. De volgende dag zijn we dan gaan zoeken en helaas haar pluimen lagen niet ver van het hok. De kuikens bleven als bij wonder gespaard. Maar ja, nu hadden ze geen moeder meer die hun ’s nachts warm hield. Overdag trokken ze hun plan buiten en verzamelden hun kostje bijeen. En toen werd het kouder … . Ik vond dat we de kuikens niet aan hun lot moesten overlaten en besloot om ze binnen te nemen. Voor eentje kwam mijn beslissing helaas te laat. En zo staat hier nu in onze living een grote plastieken bak met vijf kuikens in.
Hoezo vijf ? Eentje was al in het begin overleden toen de moeder nog leefde. Iedere dag moet die bak schoongemaakt worden. Een heel werk, dus. Maar binnenkort mogen ze terug naar buiten. Ze hebben ondertussen pluimen gekregen en kunnen zichzelf verwarmen.
Ondertussen heeft manlief ook zijn kodak bovengehaald.
De zon verdwijnt achter een wolk, de temperatuur daalt, ik wandel verder. Mijn zwarte klompen zoeken zich al zinkend een weg in het natte gras. Hier en daar voegen rozenbottels een rood accent aan de tuin toe. De zon wint het weer van de wolken.
De Eonymus hangt weer vol roze vruchten.
Het pampasgras steekt hoog boven me uit.
En dan wandel ik het tweede weiland in. Hier is het gras gemaaid.
De Eucalyptus heeft zijn buitenste schors afgesmeten en toont fier zijn bleke stam. Zijn takken staan vol nieuwe bloemknoppen voor volgend jaar.
Aan zijn voeten ligt een tapijt van fopzwammen.
Zo staat hij stevig in de grond, klaar voor een winter die waarschijnlijk toch niet veel zal voorstellen. Maar je weet maar nooit !
Aan de bosrand staat de grote eik nog vol in blad. Hij kleurt de rand in een oranje-bruine gloed.
Rond de wilgenhut en de beukenhaag staan een heleboel satijnzwammen.
“Kijk maar eens goed”, zegt manlief, “eens je er één ziet zie je er steeds meer !”.
Ook de zwavelkopjes zijn weer van de partij.
Dan wandel ik tussen de hoge beukenhagen naar de toren. Het is maar een smal gangetje. Gelukkig hebben we hier eens goed gesnoeid anders kon je er niet meer in. Eens kijken wat voor moois hier te vinden is.
Ben je benieuwd ? …
Op een laag eikenstammetje groeien paarse korstzwammen.
Het is precies een kunstwerkje. Wat is de natuur toch een prachtig geschenk als je je ervoor open stelt.
Dit jaar is het weer helemaal anders dan vorig jaar. Lekker nat, dat hebben de zwammen graag ! Ze steken blij hun vruchtlichamen boven de grond, die zien we dan als paddenstoelen.
Dan loop ik verder langs de beukenhaag en kom weer bij de satijnzwammen uit. Een beetje verder staan de berken en de vliegenzwammen.
Maar hoe goed ik ook rondkijk, kabouter pinnemuts is nergens te bespeuren. Zou hij in zijn huisje zitten ?
Dan maar weer verder naar achteren. Dode blaadjes knetteren onder mijn klompen. Een zacht briesje blaast door de bomen. De els heeft bijna al zijn bladeren verloren en biedt een beter zicht op de omgeving.
En dan wijst manlief me op allemaal witte draden die uit de grond steken. Je zou denken dat het witte grassprieten zijn. Het zijn echter draadknotszwammen. Er staan er honderden naast elkaar.
De laatste vuurrode bladeren hangen nog aan de Luiquidambar en voor het eerst hangen er ook vruchten aan de boom.
Is ie dan nu pas volwassen ?
Aan de bosrand groeien op de liggende boomstam de klontjestrilzwammen.
Manlief komt ook nog eens met wat speciaals aanlopen. En dan is het tijd voor een taartje, maar eerst nog wat foto’s maken van de nevelzwammen.
Ik hoop dat ook deze blog jullie kan boeien. Het zijn nogal veel zwammen, maar het is nu eenmaal herfst, niet waar ?
Warme groeten
De Tuinvrouw