Zaterdag 24 april 2021,

Dag beste lezers,

Het is al een hele tijd geleden dat jullie nog iets van ons Keigathof hoorden. Maar ik ben er weer. De tijd heeft helaas niet stil gestaan en jullie hebben wel wat gemist. Maar geen nood ik ben er weer klaar voor, jullie toch ook ?

Na een weekje vakantie ben ik alweer een paar weken aan het werk. Maar in die tijd heb ik de vogels

en de kippen

verwend met gekookte eieren.

De dag brak aan dat de kippen terug naar buiten mochten en wat was dat een feest ! Ze keken me verwonderd aan, die morgen, toen ik de buitendeur liet openstaan.

“Wat gebeurt er ? Mogen we weer naar buiten ?” tokten ze blij.

Ondertussen hebben ze heel de tuin al omgeploegd. Alles moet er aan geloven. Een bruine moeder hen maakte gebruik van de quarantainetijd om een nest met acht kuikentjes uit te broeden. Net op tijd om met ze naar buiten te gaan.

Wat hebben die kuikens geluk met zo een goede moeder kip.

Helaas is er ook wat minder goed nieuws van de kippen. De ene dag zat Smekkertje, ons gespikkelde Cochin hen nog van het zonnetje te genieten met Ferdinand

en een paar dagen later lag ze stil verstijfd in het hok. Ferdinand bleef alleen achter, ocharme. Maar zo plots was het niet want ze was al een tijdje niet goed. Dan maar een andere hen bij Ferdinand steken dacht ik zo. Ik probeerde het eerst met de witte leghorndame van het hok ernaast. Maar er was geen klik tussen die twee en de volgende dag zat Mevrouw Leghorn trouw weer in het andere hok. Dan maar twee hennen uit de vogelkooi bij Ferdinand steken, maar Ferdinand bleek ook voor hen te fel. De volgende dag zat Ferdinand alweer … alleen. Ok, dat moesten we dan op een andere manier aanpakken. De oplossing was echter simpel, geen hennen bij Ferdinand steken, maar Ferdinand bij de hennen in de vogelkooi steken. De haan die daar zat was zo zenuwachtig dat ie toch zijn hennen alleen maar opjoeg en de Doornikse haan zat steeds veilig op een plaats hoog en droog, dus … omwisselen maar. De zenuwachtige haan kreeg voorlopig een plekje in een hokje apart en de Doornikse haan mocht naar Ferdinand zijn hok. De dames in de vogelkooi werden op slag een stuk rustiger met Ferdinand en de Doornikse haan kreeg er twee Doornikse hennen van achteraan bij. Iedereen tevreden.

En nu echt naar buiten … . Ik verlaat ons huis via de achterdeur. De tuin lacht me toe. De bloeiende takken van de Akebia wapperen in de wind. Er zijn donkere en bleke bloemen

aan twee verschillende planten. Wat zijn ze mooi.

De geur van de Mahonia komt me tegemoet. De parkieten kwetteren, vogels zingen een prachtig lied, een vliegtuig maakt een brommend geluid en op de achtergrond hoor ik een tractor. De boeren werken op hun land. Het is lente ! Hommels en bijen bezoeken de bloemen van de smeerwortel

en witte dovenetel.

Een beetje hoger klimt een bij tot diep in een witte bloem van Nestor.

Doe maar, bestuif ze maar, dan wordt die binnenkort een heerlijke kers. Op de grond bloeit de ossetong, de helleborussen komen in blad, een pioen loopt donkerbruin uit.

Ik loop rond het terras en sta verbaasd naar de akebia te kijken.

Zijn blad is frisgroen, zijn bloemtrossen donker.

Dan trekt onze Japanse kerselaar mijn aandacht.

Hij bloeit, staat vol roze pomponnetjes en geeft wat kleur aan de groene hoek.

Ik loop door het gras en de mini esdoorntjes en keer op mijn passen terug naar de voortuin. Links piepen de witte bloemen van de Viburnum tussen de laatste bloemen van de paarse Magnolia.

Via het groene gangetje dat steeds smaller wordt loop ik richting voortuin. Hier zullen we toch dringend een keuze moeten maken en wat gaan snoeien. In het park rechts steken de meiklokjes massaal hun bladeren boven de grond.

De gele keizerskroon heeft gebloeid en ik heb dat gemist.

Wat een zonde ! Verderop rechts staan twee gele tulpen te bloeien.

Onder de linkerborder vormt zich een tapijt van roze dovenetel.

Verschillende primula’s bloeien in het gras onder de dode treurwilg.

Binnenkort komt er iemand kijken om de dode treurwilg met de grond gelijk te maken. We zouden er graag zo snel mogelijk een nieuwe planten, maar misschien is dat nog wat te vroeg. Ook onze vijver zouden we graag herstellen, maar daarvoor moet eerst de treurwilg weg.

En plots … zat onze vijver vol met kikkerdril.

En wij maar denken dat de kikkers verdwenen waren. Niet dus. We zullen nog wat geduld moeten hebben voor we onze vijver leeg maken en er een nieuwe folie in leggen. Het leven van de kikker krijgt voorrang.

De voortuin zit vol met vogels. De merels hebben een nest ergens in de haag. Ze vullen de maag van hun jongen met de dansende kikkervisjes uit de vijver en met lekkere regenwormen. In het berkenstammen vogelhuisje zit een koppel pimpelmezen. Hun vrolijke “suskewiet” klinkt in de lucht gevolgd door het liedje van een andere vogel. Ik pluk wat verdroogde bloemen uit de ijzeren vaasjes. De viooltjes staan nog mooi.

Een enkel blauw vergeet-mij-nietje wijst me de weg terug naar de achtertuin.

Een klein koolwitje fladdert langs. Links bloeien de paarse dovenetels.

De sierappel staat vol met bloemknoppen die popelen om open te komen.

Naast het tuinhuis bloeien een paar primula’s

en verderop bloeit het Amerikaanse vergeet-mij-nietje wit en blauw.

De Doornikse haan is fier op zijn twee hennen.

Och arme de beestjes hebben geen drinken meer. Daar ga ik eerst en vooral iets aan doen. En ze hebben dorst, grote dorst.

In de schaduwtuin bloeien de blauwe maartse viooltjes,

de witte pinksterbloem en de rode Camellia.

Maar ook hier steelt de Japanse kerselaar de show.

De knoppen van een azalea beginnen te kleuren.

Een pioen loopt bruin uit. En dit allemaal te midden van vogelgezang met een blauw dak en verwarmd door de zon.

In Lucy haar tuintje hebben we nieuwe Salvia’s, Polemonum en een longkruid geplant.

Tot mijn grote teleurstelling zie ik de Salvia “Amistad” nog steeds niet boven komen. Is ie dan voor de zoveelste keer mislukt? Dit is echt zijn laatste kans.

Kjell zijn tuintje wordt versierd door een tapijt van elfenbloem

en een gordijn van spirea.

Aan de voet van de kubus staat nog een andere soort elfenbloem te bloeien.

Via het open hekken wandel ik het weiland in. Even het vliegenraam verleggen dat daar in het gras ligt en kijk hoe mooi dat de parelstruik hier begint te bloeien.

De sebrights springen ongeduldig op en neer.

Ze willen naar buiten. Sorry, maar het is nu niet het moment.

In de serre groeien een heleboel soorten sla en radijzen.

In de moestuin verloopt het wat moeizamer. Alhoewel … vandaag zie ik voor het eerst een heleboel tuinbonen boven komen.

Hoera, dat maakt me blij. Er zijn ook een deel erwten boven gekomen, maar niet zo regelmatig.

In de verhoogde bak schieten radijzen, wortels en ajuin.

Ze hebben het lastig door de wind, de droogte en de kou. Vandaag moet ik hier dringend weer aan de slag. Achteraan staat de judaspenning uit te bloeien

en schiet de rabarber omhoog.

Ik wandel door het hekje richting rozentuin. Hier staan bleke paaslelies te bloeien. Twee blauwe Phloxen

en witte Potentilla vormen tapijtjes aan de voet van de rozen. Een gehakkelde aurelia fladdert voorbij. De kippen kakelen in hun hok. Ik ga ze eerst eens buiten laten en van eten en drinken voorzien. Ook moeder hen en de zeven kuikens mogen van onder hun slaaphok. Tja, op een dag was er plots een zwart kuikentje verdwenen. Misschien kon het niet mee of misschien is het gepakt door een ander dier. Zo gaat dat in de natuur.  Ondertussen zijn de andere kuikens al veel gegroeid en hun donsjes maken plaats voor echte veren.

In het tuintje naast het groot kippenhok bloeit de zoete kers

en de perelaar. De judasboom staat vol paarse bloemknoppen.

Het krentenboombos is uitgebloeid en loopt met bruine bladeren uit.

Bij een frisse bries vliegen zijn bloemblaadjes door de lucht. Op het weiland verderop is de boer aan het ploegen.

Hij maakt zijn land klaar. Daar komt vast weer maïs te staan. Ondertussen lopen de kippen en eenden vrij rond. Ik ga wat op mijn bankje zitten en sla ze gade. De kievietsbloemen hebben plaats gemaakt voor gele tulpjes.

De bremstruiken beginnen aarzelend te bloeien.

Hier en daar openen zich rode tulpen. Een heleboel vlinders fladderen hier rond. Er passeert net een oranjetipje. De oude perelaar staat in bloei.

Een heleboel paaslelies zijn uitgebloeid, andere beginnen nog maar net.

Voor mijn neus bloeien oranjerode en rode tulpjes.

De lupines schieten omhoog, maar vouwen hun bladeren dicht.

“Zo weinig mogelijk verdampen”, fluisteren ze.

De tulpenboom loopt uit.

Ossentong, paarse en witte dovenetel

en een enkele boshyacint

bloeit aan de bosrand. Gele paardenbloemen

en een zeer schamele opkomst van pinksterbloemen sieren het gras. Het is droog, veel te droog. Maar vooruitzicht op regen is voorlopig nog niet in zicht.

De frisgroene blaadjes van de berken dansen in de wind.

Dan komt dochterlief me halen. Het is tijd voor een drankje.

Ik wandel rustig terug en kom de zwarte Cochin haan tegen in de rozentuin.

Het ziet er zo een lief bolletje uit, maar niets is minder waar. Hij zit achter alle hennen het hele weiland door van voor naar achteren en terug. Af en toe krijgt ie er één te pakken en daarna rent hij alweer naar een volgende. Het is een felle. Gelukkig hebben we veel hennen!

Al babbelend met dochterlief bereiken we de achterdeur. We gaan naar binnen …

Dat was het dan alweer. Ik hoop dat je ervan hebt genoten.

Warme groeten

De Tuinvrouw