De distelvlinder is ook een vlinder uit de familie van de Nymphalinae en is een zusje, of broertje zo u wil, van die andere mooie verschijning: de atalanta.
Het verhaal van de distelvlinder is wel héél apart: het is een trekvlinder! De soort kan hier niet overwinteren en moet dus elk jaar opnieuw vanuit Afrika onze richting op komen. Vandaar dat de vlinder dikwijls in heel wisselende aantallen kan gezien worden. Het ene jaar zijn er amper, terwijl er het volgende jaar best een invasie kan plaatsvinden waarbij er massaal veel vlinders onze kant op komen. Eén en ander is natuurlijk zeer afhankelijk van de windrichting want het spreekt voor zich dat ze in een voorjaar met veel zuidenwinden veel gemakkelijker de weg naar ons land vinden dan in een jaar met veel noordenwinden wanneer ze dan tegen de wind in moeten vliegen. Soms gebeurt het dat ze via een omweg binnenkomen. Als er bijvoorbeeld eerst veel vlinders met zuidwestenwinden richting Centraal en Noord-Europa gevlogen zijn, dan kunnen ze later met oostelijke winden alsnog tot bij ons geraken. In jaren met heel veel vlinders, kan je er soms honderden bij elkaar zien zitten op plekken waar veel nectarrijke bloemen staan.
Hun verhaal gaat als volgt: de vlinders overwinteren in Noord-Afrika en steken na de winter de Middellandse zee over naar Zuid-Europa. Daar planten de meeste van deze volwassen vlinders van deze overwinterende generatie zich voort. Een deel trekt echter door: deze laten zich dan met zuidelijke winden naar het noorden voeren en de eerste exemplaren van deze vlinders komen bij ons meestal in de maand mei aan. Zoals hierboven geschreven: de aantallen kunnen van jaar tot jaar enorm schommelen. In sommige jaren worden ze zelfs niet of amper gezien. Afhankelijk van hoe succesvol de overwintering was in het zuiden en hoe gemakkelijk ze met zuidelijke winden tot bij ons geraakt zijn.
Weet dat deze vlinders er dan een trek op hebben zitten die gemakkelijk in de buurt van de 5.000 km kan komen en dat met zo’n frèle vleugeltjes! De eerste exemplaren die hier opduiken zijn dan ook meestal flink versleten vlinders met doffe kleuren en gescheurde vleugels … Maar je zou voor minder! Het filmpje hieronder toont zo’n gehavende vlinders. De kleuren zijn doffer dan bij jonge exemplaren en de vleugels vertonen de tekenen van slijtage van de lange vlucht. Een vlindervleugel is immers niet echt gemaakt om duizenden kilometers te vliegen en toch spelen deze jongens en meisjes dat klaar! Er kunnen echter ook meer gave exemplaren opduiken bij die eerste golf van vlinders. Dat zijn dan meestal al ‘verse’ vlinders van de eerste generatie die in het Middellandse Zeegebied geboren werden. De generaties lopen dus wel wat door elkaar heen.
De vlinders gaan zich dan hier voortplanten en leven daarbij van … jawel: distels! Ook de vlinders zelf zijn trouwens verzot op distels, vandaar ook de naam. Ze fourageren daar graag op en zetten daar hun eitjes op af. In volle zomer verschijnen dan ook de nieuwe vlinders van de nieuwe generatie en die zijn prachtig gekleurd. Zie de foto: je kunt de distelvlinder ook absoluut niet met een andere soort verwarren.
In goede jaren kan het gebeuren dat enkele van deze vlinders zich hier dan opnieuw voortplanten en zorgen voor een (zeer) gedeeltelijke najaarsgeneratie die hier vliegt in september en oktober. Die vlinders keren vervolgens samen met de zomervlinders van de eerste generatie terug naar het zuiden om daar weer te overwinteren, maar vele slagen daar helaas niet in. Het zijn dan ook vooral de zuidelijk gebleven vlinders die er het volgende jaar voor zorgen dat de cyclus van voor af aan kan herbeginnen.
Weet dus ook dat deze vlinders helemaal alleen en op het gevoel de weg terug naar het zuiden moeten vinden. Er zijn tegen dan immers geen vlinders meer in leven die de tocht naar hier gemaakt hebben, dus ze moeten dit helemaal op hun eentje klaren zonder voorbeeld van vader of moeder … Toch wel een knap staaltje voor de enkelingen die er wel in slagen de terugtocht op hun eentje aan te vatten en rond te maken.
Hieronder nog het filmpje van een vlinder die de grote overtocht heeft gemaakt (jonge exemplaren zijn dus een stuk feller gekleurd, zoals die in de foto bij dit artikel):