Woensdag 2 september 2020,

Dag beste lezers,

Na lang twijfelen besloten we toch nog van onze laatste week verlof te genieten in de Belgische Ardennen. Zo een weekje weg van huis kan toch deugd  doen en was broodnodig. Het was best wel speciaal, overnachten in eigen tent en ’s avonds samen rond een kampvuur van zelf gesprokkeld hout. ’s Morgens samen ontbijten in de B&B en daarna een uitstap maken. Het was een fijne tijd, maar zoals altijd weer veel te snel voorbij.

Ondertussen ben ik alweer aan het werk. De kinderen zijn dinsdag opnieuw met school gestart. Lucinde op een nieuwe school in Eeklo en Kjell nog steeds in Brugge. Ze zijn allebei blij en dat is een pak van mijn hart. Ik hoop dat het zo kan blijven!

En vandaag is alweer een speciale dag namelijk de dag van de appel- en perenpluk.

We hebben maar liefst acht kruiwagens met appels en twee kruiwagens met peren gevuld.

Alles zit nu netjes in de aanhangwagen.

Morgen rijden manlief en ik naar de mobiele fruitpers in Zevergem. Spannend, hoeveel dozen appelsap zullen we dit jaar hebben. Veel meer dan vorig jaar in ieder geval, want toen viel er niks te plukken.

Ondertussen is de avond al aan het vallen. Het schemert, alles wordt rustig. Gele bloemen staan als zonnetjes op lange stelen te bloeien onder Nestor.

Een enkele vogel vliegt nog over. Zoef, … , dat was een een hoornaar die langs vliegt. In de droge hoek achter het huis staan een heleboel hoge, gele bloemen te bloeien, het donker roze koninginnenkruid steekt mooi af tegen een conifeer.

Wat lager bloeien oranje zonnetjes met een bruin hart.

Een beetje verder staat de monnikspeper te bloeien.

Ik loop naar de voortuin op het pad tussen hosta’s en lonicera’s.

“Oh, my God”, wat is er met onze mooie donkerbruine beuk gebeurd. Al bijna veertig jaar staat deze mooie boom vooraan links van onze oprit. Het is echt een prachtexemplaar. Maar nu hangen er geen bladeren meer in zijn top en ook lager is zijn bladerdek sterk gedund.

Al die bladeren liggen nu bruin, verdroogd op hopen op onze oprit.

Ocharme, lieve boom, waar heb je dit aan verdiend ? De zomer was weer veel te warm, maar vooral ook veel te droog. En het is hier nog steeds zo droog. Waar blijft de regen ?

Voor mij staat de aanhangwagen volgeladen met fruit. Straks gaan we hem afdekken, want het kan later gaan regenen.

Eerst even het hekken sluiten.

De notelaar laat al zijn eerste noten vallen. “Ze zijn al rijp” zegt manlief. Aan  de voordeur draagt de vuurdoorn een heleboel rode bessen

en rechts staan een heleboel roze rozen te bloeien in hun park.

Verdorie, we zijn de lavendel vergeten snoeien. Rustig, het komt wel goed.

In de border vooraan komen hele groepen colchicums of herfstijlloos open.

Ze kondigen de herfst aan. Met hun mooie kleur vrolijken ze de groene border vooraan op. Ik moet nu wel stoppen, want ik zie niet meer wat ik schrijf.

Tot morgen

Donderdag 3 september 2020,

Dag beste lezers,

Ik zet mijn wandeling verder om 14u30. Het is warm vandaag en  er waait een zwoele, uitdrogende wind. Deze morgen heeft het een klein beetje gemiezerd, het spreken niet waard. Alles is ondertussen alweer lang verdampt.

In de blauwe potten vooraan bloeien fijne, roze bloemetjes. Een paarse lupine geeft ook nog wat kleur. Dan wandel ik rechtsom langs het huis. Ook hier staan de colchicums te blinken.

Een paar bijen zoeken in hun hart naar nectar. Ze lijken er bijna in te verdrinken. Als ik omhoog kijk zie ik nog enkele bloemen in de blauwe regen. Het zijn er niet veel, maar hij bloeit toch wel lang dit jaar. Ik loop verder langs de trampoline naar achteren. Daar zijn ze weer, de herfstcyclamen. Ze zijn met een heleboel, ieder jaar meer en meer. Met hun witte, licht of donker roze tinten vormen ze een kleurig tapijt in het gras naast de bruine, verdroogde bladeren van de groene beuk.

De lucht ademt herfst uit, gedaan met die mooie zomer. Alleen, … , het wil niet regenen. Zwijg, zouden de kinderen zeggen, we moeten wel met onze fiets naar school, hé!

Verderop in de border voor het tuinhuis staat een oranje bloemetje met een donkerbruin hart te bloeien.

De grond is ook hier kurkdroog. Als ik er met mijn vinger over wrijf komen er een heleboel kleine geel-oranje miertjes te voorschijn. Ze zijn druk in de weer. Al dat leven zo een centimeter onder de grond, wie had dat gedacht! Zo zie je maar, hoe wij allemaal naast elkaar leven in dezelfde tijd, op onze eigen manier. Toch raar, niet ?

Een beetje verder staat een fijn wit astertje te bloeien.

Dan is het tijd om te vertrekken naar Zevergem. De aanhangwagen is goed gevuld en dat voel je. Niet te snel rijden, manlief. Daar aangekomen, mondmasker aan, moeten we eerst ons appelen en peren overladen in een groene palletbox. En dan wachten tot het onze beurt is. En dan is het zover. Daar gaan ze.  Onze palletbox wordt op de machine geplaatst. De bak wordt beetje bij beetje gelost  in een bak met water. Het fruit wordt gewassen en gaat dan op een band omhoog naar de pers. Het sap gaat dan in een groot vat en het afval komt er langs opzij uit. Als het sap geperst is wordt het gepasteuriseerd en dan worden de dozen gevuld. We bekijken het van op afstand. Dit jaar mogen we niet dichterbij komen vanwege de coronacrisis. Een aantal jaren geleden heeft manlief er nog een filmpje van gemaakt.

Ondertussen hebben ze rond de machine een laag muurtje in natuursteen gemetst en er een dak over gebouwd. Er zitten ook drie poorten rond. Zo is het vast ook iets aangenamer werken voor de mannen.

En nu is de vraag : hoeveel dozen sap komen er uit de machine ? Het zijn er maar liefst 50 van 5 liter. Ze zullen weer blij zijn thuis. Nu alles in de koffer van de auto steken. Het hadden er niet veel meer in gekund. Nog even betalen en dan naar huis met onze oogst. Het wordt al snel warm in de auto. Thuis wordt alles netjes gestapeld in de garage.

Nu nog een dagje wachten tot alles is afgekoeld en dan … proeven. Ik ben benieuwd. Ieder jaar smaakt het sap anders naargelang de samenstelling. Maar het is wel altijd lekker.

Om acht uur ga ik dan pas weer de tuin in. Nog even de kippen een restje van het avondeten geven. Ze komen al aangelopen. Degene die al op stok zaten komen weer naar buiten. En terwijl ik naar onze beestjes kijk geniet ik van de wind die door mijn haren strijkt. Het koelt ook precies niet af. Ik loop nog steeds in t-shirt buiten alsof het een zomeravond is. En de sprinkhanen tjirpen : ” Laat de zomer nog maar lang duren!” . Zalig vind ik dat. Ik loop nog even rond het kippenhok. Achteraan ligt nog een heleboel hakseling die we moeten verder open trekken. De kippen hebben al een deel van het werk gedaan. Links buigt een lijsterbes onder het gewicht van zijn bessen

en een beetje verderop staat de Rosa rubignosa vol met bottels.

Rechts kijk ik op een kale plek.

Waar enkele weken nog de enorme wilde roos stond is nu nog zand en natuurlijk nog wat ingeknipte roos. We hebben hem helemaal teruggezet. Volgend jaar kan hij opnieuw beginnen. Veel bloemen zullen er niet op staan. Dat zal voor het jaar nadien zijn. Maar ja, het was nodig en het komt wel goed. Ondertussen hebben we ook het dak op het kippenhok vervangen. Het was helemaal rot. Nu liggen er metalen platen op. Zo kunnen we nog een hele tijd voort.

De perelaars buigen nog onder het gewicht van hun vruchten.

Ik heb slechts een klein deel geplukt voor sap.

Hier en daar staan paddestoelen in het gras.

Ze vormen heksenkringen rond de bomen en struiken.

Wel verdorie, die wind houdt maar niet op met waaien. Bomen en struiken zwaaien heen en weer. In de rozentuin bloeien nog verschillende rozen.

De hemelsleutels kleuren steeds donkerder.

Daar loopt de zwarte cochinhaan met zijn bruine hennetje.

Ze zijn van kuiken af samen opgegroeid. Het waren onze achterkomertjes. Als je de één ziet zie je ook de andere. Of er zou iets grondig mis zijn.

Aan een struik hangen witte bessen. De siergrassen dragen donkere pluimen, wat een mooie groep.

Verderop staan enkele rozen met mooie bottels.

Ik loop verder door de Alléé des Pommettes”. De sierappels krijgen meer kleur. Manlief wilt ze wat snoeien, hun takken hangen te laag. Tussenin staat een pluimhortensia te bloeien.

Ik loop nog even de serre in. Amai, de tomaten en paprika’s staan helemaal te verdrogen. Snel wat gieters water halen! Er hangen nu toch nog een heleboel rijpe tomaten aan. We hadden ze nochtans al opgegeven. Die ga ik nog snel even plukken. Ik snij ook nog enkele trosjes druiven af. Mmm, wat zijn ze toch lekker.

Dan nog even het kippenhok afsluiten. En dan naar binnen. Het is ondertussen donker. Ik begin nog aan mijn blog op de computer tot ik ga slapen. Morgen doe ik verder.

Fijn dat je er weer bij was, meer nieuws en hoe het appelsap smaakt vertel ik je in een volgende blog.

Warme groeten

De tuinvrouw