Donderdag 10 januari 2019
Dag beste lezers,
Eerst en vooral mijn beste wensen voor het nieuwe jaar, een goede gezondheid en veel leesplezier.
Het is donderdag en het is koud, dus heb ik me maar warm aangekleed om straks naar de markt te gaan. Als ik door het raam van de strijkkamer naar buiten kijk zie ik de boerenpaarden in een witte wei staan. Hun adem dampt door de koude lucht. Ook op de auto van de buren ligt een dun laagje ijs. Dat wordt dan krabben straks en opletten voor een gladde plek op de weg. De wind is nu wel gevallen, alles is rustig in tegenstelling tot de afgelopen dagen. De noorderwind van Will Tura heeft zich laten voelen. Daar heb ik dinsdag volop kunnen van genieten op mijn werk! Heerlijk vind ik dat, als het zo waait, dan wil ik buiten zijn.
Tegen dat ik naar de markt vertrek is het ijs op de auto alweer verdwenen, 3°C zegt de thermometer.
In de namiddag ga ik dan de tuin in om de beesten te verzorgen. De lucht is nog steeds grijs, geen wind en af en toe een klein spatje gemiezer dat op mijn gezicht valt. Niet veel bijzonder dus. En eigenlijk jammer dat het eens niet wil regenen, want het is dringend nodig!
Terwijl ik bij de vogels ben vliegt de mannetjes fazant al kukelend over de moestuin en het weiland. Terug buiten zie ik een paar koolmezen in de struikenborder. Ze zitten er lustig te zingen, uit het bos komt de roep van de buizerd. Het mag dan wel rustig weer zijn, er zit hier toch een heleboel leven, meer dan dat je op het eerste zicht zou zeggen!
Dan laat ik de kippen achteraan buiten, ze krijgen wat brood en zoeken achter insecten in de tuin. Straks krijgen ze ook nog wat maïs. Ik loop verder naar achteren, richting perenboom. Op de grond aan zijn stam hebben we in het verlof een lege kogelhuls gevonden. Er heeft hier dus iemand op onze grond geschoten. Daar ben ik niet zo blij mee, want we hebben nu net ons perceel laten uitkleuren en dan vind je dit. Maar ok, ik wil dit nog wel door de vingers zien, hoop alleen dat dit niet meer gebeurt! Ik zou niet graag hebben dat ze onze eenden afschieten, want die vliegen dikwijls over de tuin.
Vandaag zie ik dat er onder de boom gegraven is, en ook verder in het weiland stel ik hetzelfde vast.
Welk beest zou dit gedaan hebben? Zou het een konijn zijn? Die zitten hier zeker. Of zou het een ander beest zijn?
Dan draai ik me om en keer terug, ik kom langs de Cornus Winter Beauty, die staat nu op zijn mooist,
langs het pampasgras met zijn witte pluimen, langs de kippen, die me prompt volgen. “Maïs”, tokken ze,” Wij willen maïs”. Ok, jullie krijgen nog wat!
De kamperfoeliestruik staat volop te bloeien en de roze bessen hangen nog steeds aan de Symphoricarpos.
Hier moet ik het maar voorlopig mee doen. De lucht is grijs, het gras is groen.
De kippen eten maïs, de hanen kraaien, de parkieten kwetteren er maar op los.
In de achtertuin trekt een varenblad mijn aandacht, wat is het mooi van vorm!
Aan de andere kant van de haag staan nu de lentecyclamen te bloeien in roze, paarse en witte tinten.
Ik speur het gras af en zie slechts één geel knopje van een krokus. Ik weet, het is nog vroeg, maar vorig jaar waren er al meer! Maar niet getreurd ze komen er nog wel aan. Ieder jaar is anders en toch is dit dezelfde tuin, dat maakt het net zo boeiend!
Plots vliegt de mannetjesfazant weer op, nu vanuit een grote hulststruik, het is hier vast leuk toeven. Later hoor ik dat Lucinde hem ook is tegengekomen op weg naar huis.
Ik ga tenslotte nog eens naar de voortuin. Daar zijn weer een heleboel takken uit de treurwilg gewaaid. Ja, hij is nog steeds niet gesnoeid, maar dat komt nog wel. Tussen die takken ontdek ik een groepje oranjebruine zwammen.
Eigenlijk is de tuin nog een boeltje, ik moet er dringend eens invliegen, maar de tijd is te kort of gaat te snel. Het is maar hoe je het bekijkt. Ondertussen geniet ik van het vrolijke gefluit van de vogels. Er zit een hele groep in de sierkerselaar. Ik denk dat ze wachten tot ik wegga, zodat ze van de mezenbollen kunnen komen eten. Deze vogels vinden het heerlijk in onze tuin, dus wat zou ik me druk maken, ..
Zo dat was het dan alweer,
tot de volgende keer,
groetjes
de tuinvrouw