Zaterdag 7 maart 2020,
Dag beste lezers,
Maandag begint met licht gemiezer dat al snel overgaat in felle regen. Ik word kletsnat… Dinsdag begint met een blauwe lucht, een heerlijk zonnetje verwarmt mijn rug terwijl ik kruid wied. Heerlijk dat eerste lentegevoel, ik geniet. Woensdagmorgen, alweer heerlijk weer, ik besluit dan maar aan onze voortuin te beginnen. Eerst even dat hoekje aan de oprit met de grote krokussen en de tête-à-têtjes vrijmaken
en dan het park voor de veranda.
Al de dode stengels van de vaste planten afknippen of afbreken en de boterbloemen verwijderen. Ondertussen zingen de vogels hun lied en ook de buurman fluit een vrolijk deuntje terwijl hij in zijn tuin werkt. Wat wil een mens eigenlijk nog meer. Gewoon blij zijn als je ziet hoe alles weer begint te groeien.
Tegen de middag staan de krokussen open en zitten er een heleboel bijen op.
Ook de winterakonieten komen voorzichtig open. Overal in de tuin staan helleborussen te bloeien van in de voortuin
tot helemaal achteraan, aan de bosrand.
In de namiddag en avond had ik geen tijd meer om in de tuin te werken. Morgen kan het weer, dacht ik. Helaas, donderdag begon nog met een licht gemiezer, maar tegen de middag viel de regen alweer met bakken uit de hemel. De krokussen deden hun best om hun knopjes fier rechtop te houden. Dat lukte deels, maar grotendeels vielen ze plat.
Teveel regen, een dertigtal liter. Ik bleef wijselijk binnen. Vrijdag was de regenzone nog niet voorbij, dus begonnen we alweer nat aan onze dag. In de namiddag werden we alsnog beloond met een lieflijk zonnetje. Manlief was ook thuis, dus zitten we, of liever, zijn we bezig in de tuin. Achter de rozentuin gaan we de rozengalerij nog een beetje verlengen, deels open,
deels overdekt.
De houten palen en latten liggen al maanden te wachten tot we er eens aan zouden beginnen. Ik had het eigenlijk niet meer verwacht, maar eindelijk is het dan zover, we beginnen er gewoon aan. Dan moet Lucinde opgehaald worden en verhuizen we naar de voortuin. Tja, ik ben altijd een beetje overal bezig. Structuur en planning is niet mijn sterkste kant, maar uiteindelijk komt alles goed. Het is een hobby, geen verplichting! En zo blijft het ook leuk. Dus doen we nog wat verder in de voortuin en we planten twee stekken van Chrysanten. Tegen de tijd dat Kjell moet opgehaald worden stoppen we er allebei mee. Wel nog even een wandeling door de tuin maken en ons werk bekijken. Zaterdagmorgen schijnt de zon en het heeft lichtjes gevroren aan de grond. Ik maak dochterlief wakker zodat ze wat foto’s kan maken.
Even later staat ze met de kodak en een kussen buiten. Regendruppels liggen bevroren als mini-ijsblokjes op de planten.
Tegen tien uur doen wij verder met de rozengalerij, maar zoonlief helpt nu ook mee. Zo kan ik ondertussen het park met de stekelbezen netjes maken.
Ik haal er maar even de spa bij, want overal komen er frambozen uit. Ik stek ze uit en leg ze op een hoop. We moeten ze later maar eens naar het containerpark brengen.
Nu sta ik naast de moestuin en kijk richting bos. Overal fleuren gele mini-paaslelies het gras op.
De hennen en hanen lopen door de tuin: door de rozentuin, onder de appelbomen, achter hun hok,
ze zijn overal. Drie eenden zijn ook weer eens op stap. Nee, het hek staat deze keer niet open.
Dan gaan ze maar achter de serre neuzen.
Een beetje later lopen ze weer verder. De vierde eend zit achteraan bij de zwarte bak met water aan het hok.
De donkerbladige sierappels lopen uit. De twee amandelbomen staan een beetje verderop te bloeien.
In de zijborder loopt een struik geelgroen uit en daarachter staan twee sleedoorns te bloeien. De helleborus er onder heeft gebloeid. Ik moet nog de oude bladeren afsnijden, want de nieuwe lopen al uit. De buxushaag rond de rozentuin ziet er maar triestig uit, het gras is frisgroen. Ik kijk naar de rozengalerij
en zie alweer verschillende paaslelies in vrolijke gele kleuren. Daarachter loopt een groep hennen met twee hanen.
Ondertussen is de lucht weer grijs en is de wind weer terug. Dat schijnt de dieren niet te deren. Ik loop de galerij in. Zo krijg ik direct een ander gevoel. Knusser zou ik zeggen, meer beschermd. Al is dat maar een idee. Ik loop verder door het nieuwe deel, hier moeten nu nog klimplanten rond komen. Eerst nog kiezen welke we zullen gebruiken. Spannend!
En daar komen de bruine en blauwe eend weer aangewaggeld met hun snavel in het gras. Een beetje verder komt dan de derde eend hen achterna. De wind blaast door. Wat is het toch leuk om de dieren zo te zien genieten van de tuin, wat hebben ze geluk. En wij ook, uiteraard.
Op het einde van de galerij kijk ik uit naar de bosrand.Voor mij staat de witte Chaenomelis die langzaam maar zeker in blad komt, evenals de vlier. Nu moet ik wel even opletten waar ik mijn voeten zet. De daglelies steken net boven het gras uit. De lupines beginnen best al hoog te worden, maar ze komen weer overal uit waar ze niet moeten staan. Ik trek er ondertussen weer een deel uit. Dat doe ik iedere keer als ik hier langs kom. Onder de oude perelaar staat een heel boeket paaslelies, steeds meer bloemen komen open.
In de verte hoor ik de buizerd, een hond blaft, vogels zingen, auto’s razen verder. Ik kijk nog eens naar al die mooie helleborussen.
Er zitten echt prachtige exemplaren tussen. Hopelijk staan er volgend jaar terug zoveel of nog meer, we zullen zien. Dan ga ik maar weer eens verder. Daar staan ze weer de mooie, witte berkenstammen, pioniers in de natuur.
Ze lopen nog niet uit, maar dat zal vast niet lang meer duren.
Ondertussen luister ik naar het gezang van de vogels. Wat zouden het zijn en waar zitten ze? Ik kijk wat rond, maar zie ze niet op het eerste gezicht. Nu word ik achtervolgd door de kippen. Daar vliegt een meesje door de lucht. De eenden volgen aan de zijlijn. Gezellig, samen op stap. Twee koolmezen zitten in de kleine eik naast de moestuin. Ze zingen niet, maar welke vogel zingt er dan wel zo mooi? En dan duikt manlief plots weer op met zijn kodak en natuurlijk hij kent het antwoord op mijn vraag. Het is mijn maatje, het roodborstje en hij zit te zingen in de top van die appelboom. Ok, ik heb nog heel wat te leren. Dan loop ik verder richting achtertuin. Gisteren landde de sperwer in de krulwilg terwijl ik aan het tuinhuis stond. Een ogenblik kon ik hem van dichtbij bekijken en dan vloog hij weg. Prachtig verenkleed, maar de parkieten zijn er bang van!
Een donkere helleborus staat naast de ligusterhaag.
Overal in de tuin staan Mahonia’s te bloeien.
Dat vinden de bijen leuk, al die nectar. In de voortuin komen de phloxen frisgroen boven. En wat is die doordringende geur? Juist dat is de keizerskroon, die binnenkort gaat bloeien, de Fritillaria imperialis.
Ik noem hem soms ook een mollenplant omdat mollen er niet dol op zijn. Zondag begint trouwens het nieuw seizoen van de mol om eens wat anders te zeggen en dan zitten we weer samen voor de tv.
En dan nu nog wat ander dierennieuws :
Deze week hebben we een grote groep damherten gezien op een weiland hier verderop. Eén van de mannetjes had plots een groot stuk plastiek aan zijn gewei. Daar schrokken al die dieren zo hard van dat ze allemaal van het mannetje wegliepen. Ook het mannetje wist niet wat er gebeurde en sprintte weg. Ik hoop dat hij het stuk plastiek gemakkelijk weer kwijt geraakt! Och arme dat damhert. Dat zal wel niet zijn beste dag geweest zijn.
Maandagavond lag ons oud Sebrighthennetje dood in het hok. Ik heb het er pas de volgende avond uitgehaald, zodat Meneer Sebright afscheid kon nemen. Meneer Sebright was toen heel erg kwaad op mij, hij sprong zelfs naar mijn benen. Gelukkig had ik een lange broek en mijn rode regenlaarzen aan. Ik had echt met hem te doen… en zou er direct een ander hennetje bijgestoken hebben. Toch besloot manlief om nog even te wachten en uit te kijken naar nieuwe hennetjes. Dit bleek duidelijk een goed idee. Donderdagavond kreeg meneer Sebright gezelschap van twee witte zijdehoenders en vrijdagavond kreeg hij er nog een witte leghornkriel bij. Je moet hem nu eens zien, zo trots met zijn dames.
Hij is weer helemaal in zijn nopjes.
Zo dat was het dan
Vele zonnige groeten
De Tuinvrouw