Donderdag 2 maart 2023,

Dag beste lezers,

Wat een prachtige dag is het vandaag. De hemel is blauw, de zon straalt. De krokussen hebben hun bloemen geopend en vormen een kleurrijk tapijt in het gras.

Het is dan misschien niet superwarm, slechts een graad of acht, maar toch zeker de moeite om naar buiten te komen.

De bijtjes zijn hier weer druk in de weer.

Het aanbod is groot. Er zijn witte,

paarse

gestreepte en krokussen in pasteltinten

om uit te kiezen. En als dat niet genoeg is kunnen ze nog kiezen uit de vele sneeuwklokjes die overal in de tuin verspreid staan.

Het is NU echt DE MOMENT om ervan te genieten. Allemaal naar buiten … . Ik kijk en kijk en kijk, …. . Mooi, mooi, zo kan ik nog even door gaan.

De blauwe parasol staat er wat scheef en versleten bij. Hij is wel eens aan vervanging toe. Ik wandel wat rond en zie steeds meer krokussen.

De lentecyclamen verdwijnen op de achtergrond.

Vorige week ben ik begonnen met de opkuis van de tuin rond het huis. Sommige parken kregen reeds een dun laagje compost.

De blauwe mini-irissen vallen nu extra op.

Stillaan begint de tuin op zijn plooien te komen. Stap voor stap. Werk genoeg !

De gele Hamamelis bloeit nog steeds uitbundig.

Een lief klein vogeltje zingt dat het een lieve lust is. Zou hij een ander vogeltje willen verleiden ? Of maakt hij plannen om een nestje te gaan bouwen ? Een beetje verder antwoordt een ander vogeltje. Tja, deze week is de meteorologische lente begonnen en dat heeft Annie niet vergeten … .

Bedankt Annie voor het mooie kaartje.

Manlief is ook in actie geschoten. Hij bekijkt zijn geliefde Hosta’s stuk voor stuk. Ze krijgen allemaal een laagje compost en worden in hun groepen herschikt.

De meesten komen nog niet boven, gelukkig maar. De nachten zijn nog te koud voor de bovenkomende neuzen. De sneeuwklokjes errond zijn in hun nopjes.

In de voortuin klinkt muziek uit de radio van de aannemer. Tja, hij is hier opnieuw aan het werk, maar het einde is nu echt wel in zicht. Met een nieuwe voor- en achterdeur sluiten we de werken af. Ik zing wat mee met de radio. Het geeft direct een andere sfeer, alhoewel ik geen muziek hoef in de tuin vind ik het deze keer wel ok.

Kleine vliegjes of mugjes dansen in het zonlicht. In de voortuin zijn de meeste krokussen verdwenen. Maar degene die er wel nog zijn doen enorm hun best op te overleven.

Ons ijzeren bankje staat uitnodigend in de zon. Ik heb het op ons nieuwe terras voor het huis gezet. Het is daar heerlijk vertoeven.

Ik hurk neer om een foto te maken van de sneeuwklokjes en voel me plots omringd.

De groep vliegjes heeft me gevonden. Op zo een moment denk ik dan weer aan Moeke. Zo jammer dat ze er niet meer is. Ze zou ook genoten hebben van al de bloemen in de tuin en onze nieuwbouw. Ik zie ze zo voor mij op het bankje zitten in het zonnetje met een boekje. Slik. Helaas het is nu zo. Ik word getroost door de vliegjes en besluit om dubbel te genieten van dit allemaal.  Ik sta recht en ga verder. Rechts van mij staan nu nog lege zinken potten met een laagje compost.

Binnenkort komen de Hosta’s hun neus boven steken. Hoe zullen ze er dit jaar weer gaan uitzien ? Ik ben benieuwd.

Op dit moment is het de tekening  een van een aronskelkblad die mijn aandacht trekt.

Dan wandel ik verder langs de vele sneeuwklokjes naar achteren. Hier ben ik gisteren nog aan het werk geweest, genietend van de wind en de zon. De sneeuwklokjes, Helleborussen en een traffic van bijen vergezellen me. Dan kijk ik naar boven en zie de uitgestrektheid in de blauwe lucht. De zon zet de dennen in de kijker.

Ik ga wat dichterbij en zie … verdorie de Magnolia begint al kleur te krijgen. “Wacht” roep ik. “Het is nog te vroeg, het gaat nog vriezen !” . “Hmm, zou ie me gehoord hebben ?”.

Ik wandel verder tussen de krokussen. Dan hoor ik het belletje van Lucy. Ze komt naar me toe, even goedendag zeggen. Een aaitje geven tegen mijn benen en dan weer verder. Nu ruikt ze iets bij de vazen.

Haar neus tegen de grond, haar oren gespitst. Wat zou het kunnen zijn ?

Eén enkele winterakoniet bloeit in het gras.

Waar zijn zijn vriendjes toch gebleven ? Het is hier vast veel te droog in de zomer. Enkel de sterksten kunnen overleven.

In de schaduwtuin bloeit de witte Corydalis.

De groepen Hosta’s  hier wachten nog op hun onderhoudsbeurt. Sommige kippen hebben het weer gevonden om in de schaduwtuin te komen. En … ze hebben natuurlijk weer in de potten gezeten. “Grr”, dat vindt manlief helemaal niet leuk. “Ze gaan ze weer helemaal kapot maken” zegt ie verontwaardigd. En ze hebben ook weer de naamkaartjes uit de potten getrokken. Dat is helemaal niet handig. Het wordt dus weer puzzelen eens ze weer in blad staan. En zo blijft een mens bezig.

De sneeuwklokjes in Lucinde haar tuintje beginnen te gaan. De parkieten zitten weer vrolijk te tetteren. De haan in het hok ernaast kraait. De rozen maken nieuwe bladeren, de irissen rijzen uit de grond. De aarde geeft weer energie af, de planten reageren … .

Sneeuwklokjes en een Helleborus vormen een tapijt onder de es.

In Kjell zijn tuintje staan minstens 400 krokussen. Het zijn voornamelijk donker paarse. Elke krokus vecht om zijn plaatsje in zijn groep. Het wordt tijd dat we ze eens gaan splitsen en weer verspreiden.

Even kijken om de hoek … helaas Mevrouw Damhert en Juulke de Ponny zijn niet aanwezig. Dan maar verder het weiland in. De maan is hoog aan de blauwe hemel geprikt. Het is bijna 16 uur. De roodborst vliegt over en landt in de appelboom. De serre staat nog steeds vol met Agapanthussen. Ze mogen nog even blijven staan, want maart is toch nog net niet zo warm in de nachten.

Naast de serre staat een gele Hamamelis te bloeien.

Een koude bries blaast zijn pittige geur tot bij mij. De rode Hamamelissen zijn ondertussen uitgebloeid. Achter de serre staat nog een oranje Hamamelis te bloeien.

Deze plant is een echte vechter. Zijn stam is beschadigd maar desalniettemin is hij vorige zomer een stuk bijgegroeid en nu straalt hij in zijn bloemenjas.

In de Melrose appelboom hangt de maretak vol met bessen.

Onder de appelboom liggen nog steeds de witte pluimen van de haan die destijds is gepakt. De natuur kan mooi zijn, maar is ook hard net zoals het leven. Het is zoals men ermee omgaat.

De vroege Forsythia staat volledig open.

“Tok, tok, tok” klinkt het uit het kippenhok. “Wanneer mogen wij naar buiten, het is zo een mooi weer ?”. Ik ga ze bevrijden. Ik open de deur en … ze rennen naar buiten. Ze hebben honger. De vrouwtjes hebben weer goed gewerkt. Ik tel een zestal eitjes. Die kom ik straks wel ophalen.

Familie Koolmees zit in de rozen achter het kippenhok, een pimpelmees landt in de perenboom. Sommige wilgen vormen grijze, wollige katjes,

anderen hebben al bloeiende, gele katjes.

Ze vormen een heus feestmaal voor de bijen en hommels. Ik zie ze aan en af vliegen. De koolmezen landen er ook in op zoek naar een hapje.

De witte stammen van de berken lichten op in de zon.

Dan kijk ik verwonderd naar de stam van de Eucalyptus. Wanneer is die zo dik geworden ?

In het kippenhok gaat het niet goed. Welke hanen zijn er nu weer aan het vechten ? Tja, zal wel weer die donkere Cochinhaan zijn zeker. Ik haal hem eruit

en het is onmiddellijk een stuk rustiger. Hij moet dan maar wat wachten om te gaan eten.

De krokussen op het weiland zijn uitgebloeid. Het is nu wachten op de volgende bloeironde. Ik wandel verder om de andere bloeiende wilgen te gaan bewonderen.

Ook hier is er een heuse bijenbijeenkomst.

Hé, daar is Lucy weer. Ze komt van de bosrand. Onze poes geniet weer ten volle van onze tuin, verder gaat ze niet, althans dat is wat wij denken.

De gele paaslelies komen geleidelijk aan open.

En val nu dood. Vliegt er hier net een atalanta langs. Waar heeft Meneer Vlinder overwinterd ? En waar gaat ie vannacht slapen ? Hopelijk vindt hij ergens een beschut plekje. Ik ben er wel gerust in.

“Tjingelingeling” “Miauw”. Daar is Lucy weer.

Ze hoort al die geluiden van vogels, muizen en wie weet wat nog meer. Maar toch kiest ze voor mij. Ik voel me vereerd. Ze slijpt haar nagels op de gevallen boomstam. Ik ga naast haar zitten  en geef haar met veel plezier wat aandacht. Lang blijft ze hier echter niet zitten. Ze hoort wat in de takkenwal achter ons. Dan loopt ze nog even over de boomstam en gaat dan wat verder in het gras zitten. Ik blijf nog even zitten. Een klein bruin vogeltje klimt langs een boomstam naar omhoog. Ergens in het bos hoor ik het geklop van spechten. “Kra, kra, kra” roepen de kraaien, “valt er hier nog iets te verdienen ?”. Een dikke bosduif landt in een spar. Er is hier zoveel te horen, zoveel te zien als je maar eventjes oplet.

Een beetje verderop zit een bruine hen, helemaal in haar eentje de grond om te woelen. Wat doet ze hier, zo zonder beschermend gezelschap ? Waar zitten al die hanen ? Ik loop haar tegemoet langs een paar voorover gebogen Helleborussen.

De hen sprint weg richting hok. Mijn lieve moes wandelt aan mijn zij. En zo keren we samen terug.

s’Avonds zie ik plots een kolibrievlinder vliegen tegen de warme muur vooraan. “Wat doet ie daar ?” vraag ik me af. Ik ga wat dichterbij en plots duikt hij weg achter de pauw die aan de muur hangt.

Wauw, wat ben ik blij dat ik hier getuige van mocht zijn. Nu ken ik zijn geheime hotel. Ik hoop dat het daar vannacht niet te koud wordt.

Zo dat was het dan weer voor deze keer.

Tot de volgende

Warme groeten

De Tuinvrouw