Woensdag 31 maart 2021,
Goedemorgen beste lezers,
Een zomerse dag kondigt zich aan, dus sta ik vroeg op. Na een koffietje en een paar boterhammen trek ik met de kodak naar buiten. De Magnolia staat nu volledig open.
Wat een pracht. Ik zou er uren naar kunnen kijken. Op de één of andere manier straalt hij een mystieke sfeer, iets oosters uit. Hij doet me aan ying en yang denken, aan evenwicht … .
In Nestor, the Cherrytree, landt een koolmees. Hij kijkt snel om zich heen. “Heeft iemand mij in de gaten ?” fluit hij. “Nee, de kust is veilig. Dan duikt ie vlug het vogelhuisje in. Af en toe piept ie met zijn bekje naar buiten. Ik denk dat hij het huisje aan het mooi maken is voor een nieuw broedseizoen. Een beetje lager lopen de bladeren van een pioen donker uit.
Een beetje verderop staat het longkruid te bloeien.
Manlief heeft het natuurlijk weer eerst gezien. Het stond verscholen tussen de lange, verdroogde stengels van de asters. Daar moest ik wat aan doen, dus ging ik aan de slag met de snoeischaar en een schopje om het onkruid te verwijderen. Met een zaagje werd er een dode tak van de brem ingekort. Zo, nu komt het longkruid weer volledig tot zijn recht.
Vervolgens heb ik ook nog het tweede deel van de border langs het huis aangepakt. Dode takken en onkruid werden verwijderd. Planten werden vrijgemaakt van planten die te veel woekeren. Zo krijgen ze allemaal een kans. Tot mijn groot plezier zag ik dat de vaste chrysant die ik hier vorig jaar plantte het zeer goed doen.
Deze mag van mij hier flink uitbreiden tot in zekere mate natuurlijk. Aan de zijkant van dit park hebben we blijkbaar nog een gele keizerskroon geplant. Die was ik helemaal vergeten en komt als aangename verrassing te voorschijn.
Een beetje verderop steken de hosta’s hun neuzen nieuwsgierig in de lucht.
De geur van de bloeiende keizerkroon verderop hangt in de lucht.
Links en rechts bloeien de ribessen
en een beetje verderop vult een wolk van gele bloemetjes de border op.
Je kan hem zien staan van verre als je met de auto door de straat rijdt.
Een pimpelmees landt in de blauwe regen. Voorzichtig komt ie dichterbij. Een tweede komt hem vergezellen. Het is vast een koppeltje. Sta ik in de weg misschien ? Ik wandel een klein stukje verder omringd door gezoem van hommels. Dan draai ik me om. En ja hoor, al gauw gaat een meesje naar het berken boomstamnestkastje kijken. Hij gaat er echter niet in, maar inspecteert het geheel. Vorige week heeft manlief gezien hoe de mezen het nestkastje helemaal schoon maakten. Al het nestmateriaal van vorig jaar werd zorgvuldig over de voortuin verdeeld. Vorig jaar zat hier een hommelnest in. Nu krijgt het duidelijk een andere bestemming. Ik laat ze maar, zodat ze verder kunnen werken. Het nest moet vast nog ingericht worden. De pimpelmezen vliegen weg en weer. Eerst denk ik nog dat er al jongen in zitten, maar ik hoor geen gepiep. Later zie ik ze met nestmateriaal naar binnen vliegen. Nu zal het niet lang meer duren voor dat het vrouwtje eitjes gaat leggen en het broeden kan beginnen alhoewel … er staat kou op de kaarten van volgende week.
In de border vooraan komt de Camellia steeds verder open.
Daarnaast nog een gele en een frisgroene wolk. Dit is een typische voorjaarsborder, maar ik heb er dit jaar nog wat vaste chrysanten tussen geplant. Zo krijgen we nog wat kleur in de herfst. Een pimpelmees zit hoog op een tak in de treurwilg. Wat heeft ie daar te zoeken ? Ik zie nog altijd geen bladeren aan zijn takken verschijnen. Met mijn rug naar de treurwilg kijk ik naar de bloemenpracht van de Magnolia van de buren.
Wat ben ik toch gelukkig dat ze die niet gesnoeid hebben. Hij is zo mooi in zijn natuurlijke vorm. Ook hier weer dat gevoel van eenvoud en evenwicht. Dat is zo belangrijk in het leven. Daarnaast kleurt hun treurwilg mooi frisgroen.
Een gehakkelde aurelia fladdert door de tuin. “Wat is het lekker warm in het zonnetje.” zingt ie. Ook ik geniet van de zachte temperatuur op mijn wandeling terug naar achteren. In de achtertuin klinkt muziek. Zoonlief zit aan de tuintafel te verven met zijn gsm naast zich. Hij recupereert een oud kadertje van een Sarah Kay spiegeltje dat kapot is. Misschien weet mijn mama nog wel wat ik bedoel ? Tja, soms moet je dingen loslaten, het spiegeltje kreeg allemaal donkere vlekken, dus … . Het houten kadertje liet ik echter liggen. Het bruin verandert stilaan in een witte kleur. Later knipt Kjell een zwart vierkant kartonnen achtergrond uit een oude schoendoos en dat gaat ie op zoek naar een stukje plexiglas. We hebben nog een overschotje in de garage liggen. Zo nu moet ie nog iets hebben om te drogen. Hij vraagt al een hele tijd wanneer de rozen gaan bloeien en nu weet ik eindelijk waarom. Hij wou er één drogen, maar daar gaat ie nog wat geduld moeten hebben. Hij kiest dan maar voor iets anders. Nu moet hij nog afwachten. Het resultaat van zijn creativiteit laat ik jullie in één van mijn volgende blogs zien.
Dan zie ik het tuinhuis met zijn prachtige kleuren.
De bruine potten staan weer op hun plaats. De witte emmers met stenen onder de dikke balk die ons bankje vormt vloeken op het geheel. Daar moeten we iets anders op vinden, misschien wat boomstammetjes of zo. We vinden nog wel wat.
De zoete geur van de Osmanthus werkt hier bedwelmend.
Een klein bruin vogeltje (KBV) zit in de kale hazelaar. Dan landt er ook nog een merelmannetje met zijn kleurrijke oranje bek in. Het is druk in de tuin, vogels alom.
In de schaduwtuin bloeit een donkerrode Camellia, een tweede staat in knop.
De witte maartse viooltjes bloeien uitbundig, voor de blauwe is het nog te vroeg of hebben ze toch al gebloeid ? Dan kom ik langs Kjell en Lucinde hun tuintje. Hier is heel wat veranderd. Naast Lucinde haar huisje staat nu een houten rozenboog. Manlief heeft er een groen lantaarntje aangehangen en een tweede hangt voor haar huisje.
De rozenboog wordt door planken en houten palen verbonden met de pergola van het middenpad.
En deze laatste wordt dan verderop weer door planken en palen verbonden met Kjell zijn tuintje.
Hier tussen wordt de stroom voorzien naar Kjell zijn huisje. “Het ziet er allemaal een beetje druk uit.” denk ik de eerste dagen. Typisch mij, maar na een paar dagen ben ik er al aan gewend. Het is de bedoeling dat er nog klimmers langs de palen en planken gaan groeien, maar alles op zijn tijd. Het komt goed. En nu ze toch bezig zijn heb ik voorgesteld om stroom te trekken naar de serre. En zo heb ik daar nu ook een lampje. Maar wat nog belangrijker is is de dompelpomp in de waterbak achter de serre die verbonden is met een darm in de serre. Gedaan met sleuren met gieters hier ! Wat ben ik daar blij om. Het zijn hele werken. Ze houden manlief gezond, want verveling en piekeren zijn dodelijk ! En het zit niet in ons bloed om veel stil te zitten.
Meneer en Mevrouw Cochin zitten te slapen op de bovenste plank. Hebben ze een zware nacht gehad ? De kipjes ernaast zitten rustig keuvelend in hun hok. Binnenkort mogen de kippen weer naar buiten. We tellen de dagen af. Gedaan met hun quarantaine, het heeft lang genoeg geduurd.
Vorige zondag heb ik Kjell zijn tuintje gewied terwijl manlief bezig was met de palen.
Zo kon ik hem wat helpen als het nodig was. Nu ligt Kjell zijn tuintje er grotendeels netjes bij.
Ik moet enkel nog wat dode takken verwijderen. Kjell zat toen nog te studeren voor zijn examens. Maar na drie dagen examens is zoonlief zijn vakantie nu ook begonnen. Hij is bezig in zijn huisje met opruimen, schoonmaken en electriciteit installeren. Aan zijn huisje mag manlief niet komen. Het is een pietje precies. Het moet allemaal netjes volgens zijn gedacht gebeuren. Laat hem maar doen, hij is echt handig en beleeft er veel plezier aan. Hij toont dan vol trots het resultaat aan iedereen. Maar dat zal voor de volgende keer zijn … .
“Suskewiet” klinkt het vrolijke gezang van de vink. Ik zie hem niet direct zitten maar hij is er wel. In de serre komen er steeds meer zaailingen boven.
De eerste radijzen zijn bijna op.
De tweede lichting is gekiemd maar moet nog beginnen groeien. Dat heb ik blijkbaar een beetje verkeerd ingeschat. Op de tafels in de serre staan vijf zaaibakken: vier met hosta’s
en één met kardoen in.
Het is nu enkel de kunst om ze vochtig te houden.
De familie Sebright loopt zenuwachtig heen en weer in hun hok.
Het kleine zwarte hennetje van moeke blijft wiebelend zitten op de drinkemmer. Af en toe komt ie er af om snel iets te eten of te drinken om er dan weer snel op te gaan zitten. Dat is toch ook geen leven. Waarom heeft ze toch zoveel schrik ?
Van de erwten, bonen, wortelen en ajuinen is er nog geen spoor in de moestuin.
Er komen wel spontaan zaailingen van radijzen en een bieslookplantje boven in het andere deel van de moestuin.
We hebben ook een viertal slaplantjes verzet die op het pad uitkwamen. Daarna heb ik er wat verbrokkelde eierschaal rondgestrooid.
Amai, het wordt ondertussen wel echt warm in de zon. Het is dan ook al middag. De kerkklokken hebben net twaalf uur geslagen. Mijn buikje grolt. Ik ga naar binnen om voor de lunch te zorgen. We eten de rest van de quiche op die ik gisteren gemaakt heb met een slaatje uit eigen tuin en een glaasje wijn. De quiche smaakt zelfs beter nu hij koud is. Wat kan er beter zijn ! Met een beetje verbeelding waan ik me in het zuiden van Frankrijk. Genieten in eigen tuin, we mogen toch niet op reis … dat doen we.
Dan zie ik een KBV dat in Nestor naar omhoog klimt. Het is de boomkruiper op zoek naar insecten.
Na het middageten neemt manlief een pauze. Hij haalt de ligzetel uit en leest een strip. Een beetje later is hij vertrokken naar dromenland.
De lucht is vandaag niet helder blauw maar heiig zoals manlief dat noemt. Er hangt te veel stof in de lucht, de boeren bewerken hun land. Niets om je druk over te maken. Ik loop langs manlief en ruik een zoete bloemengeur. Het is de Skimmia die hier staat te bloeien onder de Forsythia.
Als ik door het hek loop zie ik dat het ijzeren poortje open staat. Eerst even sluiten. Zo heb ik dat het liefste. De zon staat hoog. Ze brandt op mijn armen. Straks verbrand ik hier nog en dat voor de laatste dag van maart.
Links in de struikenborder bloeit de Forsythia en de Viburnum tinus, struiken lopen frisgroen of lichtgeel uit.
Nu dacht ik toch dat wilgen ondertussen zouden uitgebloeid zijn maar niets is minder waar. Het is er een drukte van jewelste. Bijen en hommels zijn er druk in de weer. De witte bloemen van de sleedoorn kleuren en geuren tegen de achtergrond van de border. In de rozentuin staat nog een nieuwe rozenboog aan de ingang van een zijpad.
De buxushaag is weer vergeven met de rupsen van de buxusmot. Hier stopt het, het verdict valt. Ze moet eruit. Dat zal een volgend groot project worden. Jammer want ze is best al hoog, maar ik vertik het om product te gebruiken en de vallen hebben ook niet gewerkt. Dan is het maar zo … .
In de perkjes tussen de rozen bloeien roze Hyacinten
en speciale paaslelies.
Dan sla ik rechtsaf en loop door de “Alléé de Pommettes “richting serre. Voor mij staat een ligzetel aan de rand van het pad. Hier heeft dochterlief liggen lezen in één van haar boeken. Nu wil ze weer nieuwe boeken bestellen van Stephen King. Ze leest vooral in het Engels. Raar, ik vraag me af of haar “roots” in Engeland liggen.
In de verte zie ik de paarse bloemen van de Magnolia tussen de bomen en struiken door.
In de serre beginnen de druivelaars uit te lopen. Voor de frambozen sla ik links af. De nieuwe kruisbessen lopen uit naast de andere bessenstruiken. De liggende wilgen komen in blad. Een groepje paaslelies bloeit naast de serre.
Rechts bloeit de zalmroze Chaenomelis.
Het heeft even geduurd maar nu begint ie toch echt groot te worden.
Ik ga even op het bankje zitten onder de oude appelaar. Veel meer dan een plank op een paar boomstammetjes is het niet. De verf is bijna helemaal verdwenen en heeft plaats gemaakt voor prachtige korstmossen.
De Nashipeer staat vol bloemknoppen. De Forsythia en Ribes komen al in blad. Tiens, was dat vanmorgen ook al. Wat gaat het plots hard.
Links bloeien twee honingbessen
en aan een nieuwe regen beginnen de bloemknoppen te zwellen. Deze is ongetwijfeld vertrokken door onze goede zorgen vorig jaar. Dan landt er een gehakkelde aurelia op de vlier. Nog geen minuut later is hij alweer verdwenen. Het zijn zenuwachtige beestjes, ze leven niet lang en moeten voortdoen.
De Forsythia achteraan bloeit nog steeds uitbundig en vertoont geen spoor van bladgroen.
Het ronde groepje bleke paaslelies bloeit in het gras.
De kievietsbloem bloeit.
En plots uit het niets komen er nieuwe te voorschijn.
Ik tel er ondertussen al zeven ! Voor mij een feest, voor manlief een teleurstelling. “We hebben er tweehonderd geplant, waar zijn de andere ?” vraagt ie beteuterd. Het is natuurlijk hoe je het bekijkt, hé. Ik bekijk het positief in ieder geval. Degene die er nog niet zijn kunnen nog komen. Het enige wat me een beetje tegenvalt is dat ze zo laag zijn. Ik dacht dat ze hoger zouden zijn maar ben desondanks toch heel tevreden. Dan loop ik verder richting bosrand met zicht op het steeds hoger wordende lupineveld.
Onder de oude perelaar staan een heleboel lichtgele paaslelies met een oranje hart te bloeien.
In het midden bloeien een aantal dubbele paaslelies
en een kleinere bloemsoort.
De eerste paaslelies hangen verdroogd aan hun stelen. Aan de perelaar verschijnen de bloemknoppen. Het zijn er veel minder dan vorig jaar, veel minder peren voor dit jaar … . Maar dat is typisch voor deze boom, hoor !
Op de terugweg bewonder ik de witte bloem aan de stermagnolia.
Hij is nog erg klein en groeit zeer traag, maar hij bloeit !
Dat maakt van mij een gelukkig mens. De witte sleedoornwolk is uitgebloeid en hij was nog zo mooi. Maar geen paniek, de bloemen van de krentenboom beginnen uit te lopen. Binnenkort zal dan mijn krentenboombos voor meer kleur zorgen. Ik loop achter het kippenhok door langs de groene Sorbaria
en de witte sleedoornwolk die hier nog bloeit en geurt.
Langs de zijkant van het hok begint de vijg uit te lopen.
En dan word ik geroepen en stopt mijn blog … .
Ik vind nog een klein geschreven en onderlijnde “Love you” met een hartje achter in mijn schriftje. Dat is vast van dochterlief.
Hoe lief !
Ja dochterlief ik zie je ook heel graag.
Zo sluit ik maar af bij deze. Ik wens jullie allemaal een fijne Pasen.
Warme tuingroeten
De tuinvrouw