Vrijdag 15 december 2023,
Dag beste lezers,
Mijn hoofd zit vol, ons huis is een bende. De tuin die wenkt, de rest kan wachten.
Ik open de achterdeur en laat een donker huis achter. Buiten is het niet veel klaarder, maar toch …
Binnen voelt zo doods, buiten is er leven.
De vogels zingen, de lucht is grijs. Ik adem de frisse lucht in en luister. Zalig zo een ochtendconcert. Rustig loop ik over het terras. Mijn zwarte klompen tikken tegen het hout. Een pimpelmees zit in de kale Magnolia. Hij loert naar de mezenbol. Als ie denkt dat de kust veilig is vliegt ie er naar toe. “Mmm, wat een lekker, lui ontbijt.” denkt ie en hij pikt er gretig in. “Kra, kra, kra, ik lust ook wel wat !” roept een kraai van hoog in de toppen van een spar. Maar dan ziet hij mij met mijn kodak en vliegt hij snel weg. Ik wandel wat rond in de achtertuin om een foto te schieten van de pimpelmees, maar helaas, te laat. Hij is alweer gaan vliegen. Dan loop ik even rond het huis naar voren. Links zie ik de kale plek onder de opgesnoeide spar. Deze wil ik graag vullen met sneeuwklokjes, heide, een azalea en wat herfstcyclamen. Manlief denkt dat er hier niets zal groeien. Het is toch het proberen waard ?!
Bruine, natte bladeren liggen verspreid in het gras geplakt. Hosta’s, hangen slap over hun potten.
De natuur trekt zich terug. Hij wijst ons de weg. Het is tijd om te rusten, tijd om te zijn. En wat is dat toch moeilijk in deze drukke tijd van doen.
De Rododendron staat vol met dikke, groene bloemknoppen te wachten tot het lente wordt. De voederplank nodigt vogels uit om te genieten van een rijk gedekte tafel. Maar ze zijn daar niet. Jonge en oude zwammen houden elkaar gezelschap op de dode houtblok.
Twee kraaien zitten in de top van een eik bij Staf en Chris.
Ze hebben daar een weids uitzicht en houden alles in de gaten. Dan vliegt er één weg, de ander blijft zitten.
De bomen tonen hun ware ik, zonder veel franje geven ze zich bloot.
Donkere schimmen tegen een grijze achtergrond.
Auto’s, fietsers, bestelwagens en ander verkeer razen verder langs de best wel drukke baan verderop.
Ik ben blij om hier te zijn, te vertragen, te schrijven, te voelen en te delen.
De stoelen op het terras staan eenzaam te wachten.
Ze zijn nat en koud.
Een schildpad kijkt me lachend aan.
Rozenbottels en bruin verkleurde bloemen geven zich helemaal over. Och, wat is het toch heerlijk rustig, hier buiten. Mijn hoofd komt langzaam tot rust en is al niet meer zo vol.
De Hosta in de blauwe kookpot is aan het verzuipen.
Ik leg hem even op zijn zij tot ie helemaal uitgelekt is. Dan zet ik hem weer rechtop en hoop dat hij het redt.
Ik kijk naar boven en zie hier en daar een piepklein streepje blauwe lucht. Er is altijd hoop, zelfs in de meest duistere tijden.
En nu weer verder, samen naar dochterlief haar tuintje. Hier liggen massa’s natte, bruine bladeren nog dik als een tapijt verspreid. Onder de schijnbeuk bloeien de eerste sneeuwklokjes en andere duwen zich onder de omgevallen, houten paddenstoel omhoog.
Bovenop de paddenstoel staan nog wat grijze geweizwammetjes. Er is zoveel leven onder, boven en rond mij. Hier ben ik nooit alleen.
Het vrolijk gekwetter van de parkieten omringd mij. Ze zitten hier dan ook vlakbij en zingen uit volle borst.
Daarnaast zitten onze kuikens bij de andere kippen.
Ze hebben hun nieuwe thuis gevonden. Eerst wat aarzelend, in hun groepje van vijf dicht bijeen. Ondertussen mengen ze zich al goed tussen de anderen. En ze groeien goed.
De Franse klimroos voor de kooi is gigantisch geworden.
Ze spreidt haar takken boven Lucinde haar tuintje uit. De arme planten eronder krijgen amper licht. Hier moet eens grondig gesnoeid worden.
In zoonlief zijn tuintje zorgt enkel zijn huisje voor een vrolijke tint.
Dan wandel ik verder. Het pad is nat en modderig. De tuin heeft nu toch wel even genoeg water over zich heen gekregen. Maar ik ga niet te luid roepen … . Straks stopt het vast met regenen en regent het verder niet meer.
De hanen kraaien. Het gras is groen. Links van mij licht de weerhut wit op tussen al dat grijs en groen.
Rechts staan de appelaars met daarachter een wijds zicht op de velden.
Ruimte, dat heb ik nodig, hier en nu en in mijn hoofd. Even niet denken maar voelen, niet doen maar zijn.
Beuken en Cornus geven wat extra kleur,
fijne rozenbottels wil ik van wat dichterbij bekijken.
Mijn gedachten vliegen van links naar rechts. Niets wil ik missen. Hmm, zal ik het dan nooit leren. Dan kom ik bij het kippenhok aan. Ik ga de kippen eerst wat te eten geven. Ze zitten al te kijken. “Kukelekuu, tok, tok, tok” groeten ze mij. Terug buiten bekijk ik eerst mijn werk van de laatste dagen. De takkenwal is weer wat bijgevuld en je ziet het kippenhok ook weer beter staan.
De Weigeliaborder kreeg een eerste knip, maar daar is nog meer werk aan de winkel.
De witte stammen van de berken rijzen vertikaal omhoog.
Ze wuiven naar de hemel terwijl ze stevig met hun voeten in de grond staan. Mijn lieve berken, mijn elfenbos.
In de kale wilgenhut tref ik een verlaten vogelnest aan.
Het is zorgvuldig gebouwd met fijne takjes. Hoeveel kleintjes werden er hier geboren ? Dit vormde hun eerste thuis. Ondertussen zijn ze al lang uitgevlogen en misschien kom ik ze onbewust in de tuin nog wel eens tegen.
Bladeren en takjes knetteren onder mijn voeten, takjes van de haag weven zich in mijn haar. Ben ik aan het versmelten met de natuur hier en daar ? Ik maak mijn haar voorzichtig los en wandel verder door het smalle beukengangetje. En zo sta ik plots weer op een open plek afgeboord door de bosrand.
Ik voel de ruimte en draai wat in het rond. Dan luister ik nog even naar de vogels. De tijd verstrijkt. Hoog boven mij vliegt een zwerm vogels van oost naar west.
Ook voor mij is het tijd om langzaam om te keren. Ik wandel langs brem, pampasgras en ons bankje onder de linde.
Het groene gras verbergt een heleboel bollen, bloemen voor in het voorjaar onder zijn voeten. En kijk daar boven, de lucht klaart toch nog een beetje op.
Zo sta ik nu voor onze pergola met links en rechts nog wat rozenbottels.
Een hulst heeft zich als een kat in de zetel als een bolletje tegen de grond gevleid.
De mispel hangt helemaal scheef alsof hij het allemaal niet meer ziet zitten. Een heleboel roze besjes houden de moed erin.
De maretak hangt vol onrijpe bessen in de kale appelboom.
En dan kom ik weer bij het peperkoekenhuisje van Kjell. De bamboehaag doet me denken aan moeke.
Moeke, die zoveel van kerst hield, ze is hier nog steeds bij ons diep in ons hart. We missen haar nu meer dan ooit. Misschien is de bamboehaag wel de geschikte plaats om haar en opa te herdenken. Een plaats om even stil te worden en een paar beeldjes te zetten. Want ook hem missen we nog steeds, maar de herinneringen blijven …
Een beetje verder groet ik de Sebrights en de vogels nog even.
Nog even kijken of alles daar ok is.
Zo dan rest me nog enkel een korte wandeling naar de achterdeur en het binnen weer gezellig maken met wat kaarsen en de kerstboomlichtjes.
En dan wens ik jullie tenslotte nog een vredevolle kerst vol warmte en genegenheid.
Warme groeten
De Tuinvrouw