Woensdag 16 maart 2022,
Goedemorgen beste lezers,
Terwijl Lucy, onze poes, door het raam van de keuken naar buiten kijkt wandel ik door de achterdeur naar buiten.
Het is fris. De zon klimt naar omhoog aan een besluierde hemel. Ze straalt met volle kracht maar een witte stofwolk van Saharazand belemmert haar licht.
De tuin baadt in een speciale gloed. En dat hebben we allemaal te danken aan de jaarlijks terugkomende Saharastormen. Niets abnormaals dus. Toch moet het dit jaar een stevige storm zijn. De anders zo blauwe lucht is nu wit grijs.
De Akebia opent aarzelend zijn eerste bloemen.
De plant is nog bedekt met dauwdruppels.
De bloemknoppen van de Magnolia zwellen.
Het zal niet lang meer duren voor ze open komen.
De lucht is gevuld met vogelgezang alom. Hier en daar steken Hosta’s nieuwsgierig hun neuzen boven de grond.
Anderen wachten nog even. “Het gaat allemaal mislukken !” grapt manlief ongeduldig. “Nog even geduld, alles gaat al zo snel.” zeg ik dan.
De Forsythia’s vormen felle gele wolken links en voor mij.
Genieten maar, het is het moment.
Ondertussen maakt de keizerskroon zich klaar om te gaan bloeien.
Ze verspreidt haar typische geur.
Vooraan verschijnen de eerste bloemen aan de Camellia.
Daarnaast bloeien nog steeds Helleborussen.
Aan de voordeur staan de oranje Primula’s te stralen. Hun bedwelmende, zoete geur komt je van ver tegemoet. Daarboven dansen rozenbottels in de wind.
Hier kan ik ook genieten van de Magnolia van de buren aan de zijkant van de oprit.
Hij vormt een mooi geheel met de planten van onze tuin.
Nadat ik al het moois van de voortuin in me heb opgenomen wandel ik langs het huis naar achteren. Een donkerroze Ribes trekt mijn aandacht.
Het is raar maar in de voortuin gaan een deel Ribessen dood. Zou er een ziekte op zitten ?
Op het dak van het tuinhuis zitten twee merelmannetjes achter elkaar. Even later vliegen ze richting weiland.
En kijk, vorig weekend hebben manlief en ik het hoekje voor de Agapanthussen opgeruimd. En nu staan ze weer allemaal buiten.
“Tjif, tjaf, tjif , tjaf, tjif, tjaf” zingt een klein vogeltje zijn naam. “Ik ben er weer !”.
Dan loop ik de schaduwtuin in gevolgd door onze haan. Hier staat een rode Camellia te bloeien.
Ik volg de haan naar Lucinde haar tuintje. Hier heb ik nog veel werk. Links achter haar huisje ik vorige week Leeuw, de hamster van Lucinde, begraven. Ook hij was oud, iets jonger dan Tony, maar niet veel. Nu blijft het huis een beetje leeg achter zonder hamsters. Maar gelukkig is Lucy er nog en dat is meer dan genoeg !
Vervolgens loop ik verder achter de vogelkooi langs de verzameling van tasjes.
Kippen zijn aan het zeuren. Zouden ze eieren leggen ? En als dat zo is, eten ze ze op, de deugenieten. Ik heb er hier nog geen enkel geraapt !
In de moestuin is nog niets gedaan. Een dikke laag bladeren bedekt de grond. En toch zou ik er nog graag erwten zaaien, alhoewel … we hebben nog geen zaad en het wordt al wat laat.
De serre blijft leeg achter zonder de Agapanthussen. Hier en daar groeit nog wat ruccola van vorig jaar.
Over heel het weiland staan kleine paaslelies en tête-à-têtjes te bloeien.
Ze vormen lichtpuntjes in het gras. Rechts bloeit een zalmroze Chaenomelis.
Terwijl mijn zwarte klompen in het gras zinken overkijk ik de tuin. Voor mij staan de amandelbomen te bloeien.
Donkerrode bladeren verschijnen aan de sierappels. Vogels zingen, hanen kraaien, hennen zeuren. Forsythia’s en paaslelies zorgen voor gele tinten in de tuin.
Onder de boog lokt de aanblik van de sleedoorn me naar achteren.
Maar eerst geef ik de kippen eten. Dan loop ik om het hok heen naar achteren. Op de grond ligt het vol uitgebloeide wilgenkatjes. De Sorbaria vormt al een groene onderbegroeiing.
Van onder de kleine perelaar kan ik de paaslelies onder de oude perelaar zien staan.
Hier en daar bloeien wat gele krokussen die we laatst geplant hebben. Het stelt niet zoveel voor.
Een koolmees vliegt over richting huis. Ons speciaal eikje verliest zoals elk jaar nu zijn bladeren. Ik vind het best een gekke gewoonte.
Dan kom ik voorbij de ritselende beukenhaag en zie … een zee van bloemen.
Bewonderend bekijk ik al die bloemenpracht. Meesjes vliegen in de ratelpopulieren. Het is onbeschrijfelijk hoeveel vogels hier zitten te zingen. Het is lente of toch bijna … . Een duif vliegt over. Vier meeuwen vliegen luidkeels achter elkaar aan in de steeds grijzer wordende lucht.
Het bos staart me donker aan.
In de hoek fleuren een paar paaslelies de boel op.
De ribes draagt slechts vier bloemen.
Ik draai me om en bekijk de paaslelies onder de oude perelaar eens van deze hoek.
De lucht boven me is grijs. Het zou vandaag een mooie dag worden volgens manlief. Het ziet er zo niet uit. Het Saharazand strooit roet in het eten. We zien wel wat komt … .
Hier en daar bloeien paarse dovenetels. In de verte zie ik de uitgebloeide wilgen.
Waar moeten de bijen nu heen ?
Aan de voet van de wilgenhut bloeit een groepje maartse viooltjes.
Geen idee hoe dat hier terecht gekomen is, maar het is in ieder geval mooi. Dan wandel ik langs het bankje onder de linde tussen de Forsythia en witte Chaenomelis door.
Zo kom ik aan de rozenpergola …. . Maar dan rinkelt mijn gsm, ik word gebeld. Al pratend stap ik verder me niet meer bewust van al het mooie rondom mij. Het is maar na het gesprek dat ik besef wat ik gemist heb. Raar, hé ?
Een haan kraait, een duif zweeft door de lucht. “Kra, kra, kra, kra” Tja, die zwarte kraaien zijn hier ook altijd en overal aanwezig. De zoete geur van de kamperfoelie vult mijn neus. De wind blaast verse lucht over me heen en zet planten in beweging. De grond is nog vochtig van de regen van gisteren. Met een gerust hart wandel ik terug. Nog even de vogels eten geven en kijken of ik nog wat eieren vind.
En straks … nog wat in de tuin werken.
Warme groeten
De Tuinvrouw