Zondag 22 maart 2020,
Dag beste lezers,
Eerst en vooral wens ik jullie een goede gezondheid. En degene die ziek zijn dat ze snel weer beter mogen worden.
Met ons gaat alles goed tot nu toe. Duimen dat het zo blijft!
Deze week heb ik alvast nieuwe foto’s gemaakt. Manlief voorspelt namelijk nachtvorst de komende dagen en dan zullen de planten afzien. De ene kan er al wat beter tegen de andere, maar de meeste zijn al uitgelopen en dat voorspelt niet veel goeds. Iedere keer dat ik naar buiten kijk zie ik de donkere bloemtrossen van de Akebia of schijnaugurk. Ze hangen naar beneden en slingeren heen en weer in de wind.
Nu sta ik buiten en kijk ernaar. Het is al een hele mooie, grote plant geworden. Ze bedekt dan ook een hele hoek van de pergola.
Verdorie, wat is dat, ik word hier gewoon bekogeld met dennenappels door manlief, de pestkop. En nu komt hij hier nog een potje (speels) vechten ook. Daarna gaat hij op de houten bank zitten genieten van de zon alsof er niets gebeurd is. Dan komt dochterlief buiten met wat chocoladebroodjes. Ze gaat buiten aan de houten tuintafel ontbijten. Zo warm is het nu toch ook weer niet, Lucinde. Maar ze heeft geen kou zegt ze. De zon schijnt en de hemel is azuurblauw. Geen vliegtuigstrepen te zien, zou de lucht te droog zijn? Gisteren rond 18 uur waren er in ieder geval nog een heleboel.
Een tweede plant, die meteen opvalt als ie bloeit is de Magnolia × soulangeana of beverboom.
En het is de moment, hij staat prachtig te bloeien en hij vult heel het gat op dat de dennen hebben vrijgemaakt. Manlief heeft er gisteren een minuut natuur van gemaakt.
Zo kan ik er naar blijven kijken. Er liggen al wat bloemblaadjes op de grond. Hij heeft geluk gehad, het heeft vorige nacht niet gevroren. Daar kan ie echt niet tegen, de bloemen vervriezen en worden bruin.
In de zijborder staat nog een andere Magnolia, een donkerpaarse.
Zijn bloemen staan nog niet open en ik vrees dat dat ook niet zal gebeuren dit jaar.
Een beetje verder bloeit een paarse Corydalis of helmbloem,
de cyclamen staan enkel nog in blad. Ik ben benieuw waar ze zich allemaal gaan uitzaaien.
Nu loop ik richting voortuin. De Forsythia staat geel te blinken in de zon.
Rechts beginnen de gele fritillaria of keizerskroon in bloemknop te komen
en een beetje verder staat de oranje volledig open.
Zijn geur vergezelt me als ik er langs loop. Vlak voor mij staat de treurwilg die frisgroen uitloopt met aan zijn voeten een tapijt van bloeiende Primula’s.
Een boedha zit beschut onder de gele bloemen van de Forsythia met zijn voeten aan de uitgebloeide sneeuwklokjes. Hij straalt volledige rust uit.
Alles in de natuur komt tot leven, terwijl ons leven meer en meer stilvalt. Hoog in de blauwe lucht vliegt een groot vliegtuig. Of vliegt het dan toch niet zo hoog? Misschien gaat het snel landen. Een enkele auto rijdt langs. Je mag enkel nog buiten voor essentiële dingen, voeding, apotheek, post, benzine. Gelukkig kan ik nog vrij in de tuin rondlopen.
Enkele Camelliabloemen staan open, anderen nog in knop.
Voor de komende nacht vrees ik het ergste (nl. de vorst). Zolang er wind is is er geen probleem, maar eens die wegvalt dan …
Suskewiet klinkt het, de vink is er ook weer en laat zich horen. Als ik nu in de richting van de oprit kijk zie ik de prachtige Magnolia van de buren. Kijk zelf maar hoe mooi hij is.
De Chrysanten aan de voordeur staan ook al best hoog, de rozen heb ik dit jaar niet gesnoeid.
Ik sta op de oprit, kijk rond en geniet van al het moois. De tijd glijdt voorbij. In de verte kraaien de hanen. Links langs ons huis loop ik richting achtertuin. Brr, in de schaduw is het echt wel koud, vlug weer naar de zon. De Osmanthus of schijnhulst bloeit wit en verspreidt een zoete geur door de tuin.
Hij zit dan ook al vol met bijen. Meer en meer Primula’s komen open.
Manlief heeft gisteren potten op zijn geliefde Hosta’s geplaatst, preventieve voorzorgsmaatregelen voor de vorst.
Het is nog vroeg, maar ze lopen al uit. Ondertussen heeft ie ze er alweer afgehaald en staan ze netjes op een stapeltje klaar voor de volgende nacht. De kleine maagdenpalm bloeit en vormt een blauw tapijt aan de voet van de composthoop in de schaduwtuin.
De Spirea in Kjell zijn tuintje bloeit.
Deze week heb ik twee dagen in de moestuin zitten wieden.
Met zaaien wacht ik nog even tot na de vorst. De regen is nu wel gestopt en het zal wel voor een hele tijd zijn.
Sinds de verstrengde coronamaatregelen werkt manlief thuis. Om 17 uur heeft hij gedaan, geen files, geen extra stress in het verkeer maar tijd om nog iets in de tuin te doen. Hij heeft dan ook deze week na het werk de haagschaar uitgehaald en hier en daar nog wat geschoren.
En je mag drie keer raden wie alles mag opruimen?
Ik loop verder langs de moestuin door Alléé de Pomettes.
Het is best fris op het weiland. Rechts staan steeds meer paaslelies te bloeien. Ook de bleke komen open.
Onze perzikboom bloeit donkerroze.
Verderop in het weiland staat de Nashipeer te bloeien. Dit is een lekker sappige peer in de vorm van een appel. Ze heeft witte bloemen met donkerroze meeldraden en stampers.
Ook hier heb ik angst voor de komende vorst. Als de bloemen bevriezen dragen ze geen vruchten, dubbele pech.
Ach, maart
Wat ben jij toch een valse taart. Heel de winter is één lange herfst en dat wordt het lente en dan weer winter. Je doet ons iets aan, hé! Met je droge nachtvorst richt je heel veel schade aan.
Nog even goed kijken naar die mooie bloemen en dan weer verder naar het tweede weiland. Vlak voor mij staat een uitbundig bloeiende Forsythia,
het weiland naast ons is helemaal leeg. Gisteren stonden hier nog de twee meisjes en het donkere mannetje onverstoord te grazen.
Dan kijk ik naar de Eucalyptus, het wordt al een imposante boom. Dit jaar is de eerste keer dat hij bloeit.
Een beetje verder kom ik aan het lupineveld dat ik nauwlettend in de gaten hou.
Even mijn toer doen. Aan de voet van de takkenwal staat een paardenbloem te bloeien. Vorig jaar heb ik hier speciaal pluizen staan rondblazen. Je kent dat wel, wie heeft dat als kind nu nooit gedaan? Pure nostalgie. “Waarom? ” : hoor ik je denken. Wel, geen bloemenweide zonder paardenbloemen vind ik.
De tjiftjaf is ook al volop aan het zingen, zoonlief heeft er deze week nog foto’s van gemaakt, misschien volgt er nog een filmpje, wie weet.
Verdorie, onze mooie katjeswilg loopt nog steeds niet uit. Hij zal toch niet dood zijn. En van waar komt al dat gezoem? Ik kijk omhoog, een wilg een beetje verderop zit vol met bijen en andere insecten.
Hé, daar is manlief terug. Hij heeft handschoenen aan en trekt de brandnetels van onder de oude perelaar uit. Hier moeten ze eruit, op andere plaatsen mogen ze blijven staan. Zo kom ik stilaan aan de bosrand.
Gisteren hebben we nog een wandeling gemaakt met Lucinde. Het was haar voorstel. Mama laat ons nog een wandeling maken, nu het nog kan. Wat een geluk dat we dat gedaan hebben. Tegen dat we thuis kwamen waren de regels alweer strenger geworden. Ook dat mag niet meer. We hebben er toch ten volle van genoten. En dat is ook zo, want in deze tijd doe je de dingen veel bewuster. Genieten van de kleine dingen is de boodschap!
Dan merkt manlief het viervlekkenlieveheersbeestje op. Het is weer terug, zegt ie blij. Een zwart lieveheersbeestje met vier rode stippen. Het is een inheemse soort.
Vandaag is tijdloos, mijn batterij van mijn uurwerk is plat en de winkels zijn dicht. Geen idee hoe ik aan een nieuwe moet komen, laat staan hoe ik die erin krijg.
Dan hoor ik plots gekraai. Het komt van achter de wilgenhut. Daar zitten de kippen graag. En ja hoor, daar lopen drie hennen. Een hele groep kippen is op stap in het weiland.
Dat ze maar opletten voor de roofvogels. Ze zijn er blijkbaar wel gerust in.
De krentenboompjes beginnen ook al bloemknoppen te vormen.Wat gaat alles vlug. Misschien gaat de natuur met koudere temperaturen toch een beetje op de rem staan. En nu trekken twee vliegtuigen algelijk weer strepen door de lucht.
Er zullen nog wel mensen in zitten die proberen thuis te geraken. Dat is tegenwoordig een probleem, wie had dat ooit kunnen denken.
Terwijl manlief in een stoeltje van de zon geniet loop ik richting huis. Tussen de rozen staan donker roze hyacinthen te bloeien.
Ik ben reeds begonnen met een rozenpark te wieden, maar moet nog eens verder doen. Dat is voor een andere keer. In de verte hoor ik Meneer Fazant, maar ik heb hem nog niet gezien. Toch is hij steeds in de buurt.
Deze week hebben we weer een salamander gevonden in de tuin.
Zie hoe lief hij eruit ziet. Daarna hebben we hem weer veilig bij de vijver gezet.
Als de avond valt hangen er wat wolken aan de horizon. De zon verspreidt een rode gloed ertussen.
Nu nog de kippen en eenden binnen krijgen. Maar dat valt niet mee.
Ze hebben nog geen zin. Sommigen zitten al op stok, maar we zullen voor de rest gewoon nog een beetje moeten wachten en later de deur komen sluiten.
Zo dat was het alweer.
Ik hoop dat jullie hebben genoten van deze wandeling. En dat ik binnenkort een nieuwe kan delen.
Hou de moed erin en verzorg jullie.
Warme groeten
De Tuinvrouw